Met gematigde ambities trok de Belgische juniorendelegatie naar het Zweedse Eskilstuna om er de Europese juniorenkampioenschappen te betwisten. Die ambities stonden zondagavond in schril contrast met de achtste plaats van de Belgen in de medaillespiegel. Het werd een waar Belgisch sprookje in het land van de blonde lokken en blauwe ogen. Hieronder een bloemlezing/overzicht van onze meest succesvolle Europese kampioenschappen voor junioren ooit.
Donderdag
Waar anders te beginnen dan bij het begin. Donderdag 16 juli stond in het teken van de zevenkamp van Noor Vidts en Hanne Maudens, maar uiteraard ook van onze eerste Belgische medaillekandidaten, de broers Dieter en Maarten Kersten. Zij mochten de eerste dag van het kampioenschap in schoonheid afsluiten. In tussentijd was de Belgische stoomtrein op gang gekomen. Finaleplaats na finaleplaats werd behaald en onze dames op de zevenkamp lagen op recordkoers. De avond viel over het rustieke Eskilstuna, tijd voor de eerste finale, de 10.000m.
De ambities van beide broers deden het beste verhopen, hun kwalificatietijden nog meer. Dieter mocht, als enige Belg dit EK, met het felbegeerde blauwe nummer starten. De snelste Europese junior van het jaar kwam voor het goud, laat dat duidelijk zijn. 25 ronden later moest hij tevreden zijn met het brons, het gebrek aan internationale ervaring speelde hem ongetwijfeld parten. Ondertussen overtrof Maarten zichzelf en spurtte hij in het zog van zijn broer naar een vierde stek. De Limburgse spitsbroers hadden graag samen op het podium gestaan, maar de extreem snelle laatste ronde van de Italiaan Riva en Duitser Gering gooiden roet in het eten om het dak er voor de eerste keer te laten afgaan.
Levende legende en trainer van de tweeling, Karel Lismont, reageerde ontgoocheld, maar realistisch en had duidelijk meer stress voor zijn pupillen dan de hele Belgische delegatie op dat moment. In de loop van het kampioenschap bleven er reacties uit alle hoeken komen over de ‘Belgische tweeling en hun aparte loopstijl’. Ondanks de ontgoocheling toch wel het moment van de eerste dag en laten we die dan ook afsluiten zoals we het van beide Kerstens gewend zijn, ‘kopke vooruit en blijven gaan’.
Vrijdag
Dag twee ging van start zoals bijna de hele eerste dag zich had voltrokken, als een succestrein die maar niet kon stoppen. Nenah De Coninck zette de meest profetische prestatie neer tijdens de reeksen van de 400m horden, waarin ze haar persoonlijk record stevig wist aan te scherpen en de snelste tijd van alle deelneemsters liet noteren. Dat beloofde voor de halve finales en ongetwijfeld ook de finale, al was dat toch het hoofddoel bij het aanvangen van dit EK, gewoon al die finale bereiken…
Ook knappe prestaties van eerstejaarsjunioren Dylan Owusu en Claire Orcel. Owusu liep naar de halve finales van de 400m horden en had zijn doel al bereikt. Voor Orcel was het ook al meer dan geslaagd, na een door blessures geplaagd outdoorseizoen deed haar kwalificatie het beste verhopen voor de finale. Onze dames op de zevenkamp bleven het ook op hun tweede dag goed doen én het was eerstejaars Hanne Maudens die haasje over deed met Noor Vidts. Plots leek een onverwachte medaille in het verschiet te liggen voor Maudens.
In de voormiddag hadden Chloë Beaucarne en Siliane Van Cauwenberghe zich vlot verzekerd van de halve finales op de 100m horden, die al drie uur later volgden. De wind, die de volgende dagen nog vaak een hoofdrol zou vertolken, kwam op. Die wind speelde in het voordeel van Beaucarne, die met haar kracht goed tegen de wind weet op te boksen, en in het nadeel van Van Cauwenberghe, die het van haar frequentie moet hebben. Het werd vreugde en verdriet in het Belgische kamp. 11 maanden na haar bronzen plak op de Olympische Jeugdspelen mocht Beaucarne aantreden in de finale van het Europees Kampioenschap voor junioren. De ontgoocheling bij Van Cauwenberghe was groot, één honderdste schoot ze tekort om ook haar doel te behalen, de zelfkritiek net na haar halve finale kan een atleet sieren en zo geschiedde het: de vermoeidheid, maar vooral de stress deden haar de das om.
Gelukkig werd dit verdriet uitgewist tijdens de afsluitende 800m van de zevenkamp. Maudens en Vidts vingen deze aan als respectievelijk vierde en zesde, maar ze konden rekenen op hun sterke benen tijdens die vreselijke dubbele baanronde. Het werd een ware triomftocht, weliswaar op karakter, maar toch o zo sterk. Maudens liep naar het zilver én de derde prestatie ooit. Straf, en dat als eerstejaars. Zo onverhoopt, onverwacht en wat een ontlading. Voor Vidts werd het net geen medaille, maar met een vierde plaats, een persoonlijk record én een verbetering van haar derde prestatie aller tijden, kan je onmogelijk ontevreden zijn. De ‘wat als ik in het speerwerpen minder punten had laten liggen?’, zinderde toch wel even na, maar wat een tweedaagse van beide dames!
Naomi Van Den Broeck, die het grootste deel van het jaar in Noorwegen vertoefde en op de befaamde Bislett Games in Oslo naar de limiet liep, mocht aantreden in de finale van de 100m. Haar kampioenschap was al geslaagd na een knap persoonlijk record in de reeksen en uiteraard het plekje in de finale. De zevende plaats, na haar derde 100m op twee dagen met de nodige vermoeide benen als gevolg, was opnieuw boven de verwachtingen. Tobias Capiau besloot de tweede dag met een wat ontgoochelende prestatie in het verspringen, weliswaar voor de leken onder ons, want Capiau blesseerde zich tijdens de kwalificaties aan de hamstring en kon niet meer vol doorgaan tijdens de finale. Achteraf keek hij toch tevreden terug, aangezien hij er toch maar mooi stond en dat met een toch wel scherpe limiet. Een mooie slotgedachte voor die tweede dag: “ik ben opnieuw een ervaring rijker”.
Zaterdag
Helaas zaten we op zaterdag al over de helft van het kampioenschap, de tijd vliegt wanneer het plezier en de vreugde prominent aanwezig zijn. Eveneens prominent aanwezig tijdens de laatste twee dagen van het kampioenschap was de stevige wind, die het de atleten zeker niet makkelijker maakte. Het was vroeg dag met de start van de tienkamp van Alessandro Van De Sande en de kwalificaties van het speerwerpen met Kato Van Den Brulle. Van Den Brulle zette haar deliberatie in de verf door zich nipt van de finale te verzekeren. Na drie onderdelen had Van De Sande evenveel persoonlijke records op zak, van een blitzstart gesproken, en hij trok die lijn de eerste dag door met alleen maar persoonlijke records op alle onderdelen. Wetende dat Van De Sande vooraf heel wat had gesukkeld met lichte blessures, was dit al ver boven de verwachtingen.
Onze zilveren zevenkampster Hanne Maudens kwam opnieuw in actie tijdens de kwalificaties van het verspringen. Ze slaagde in haar doel om zich zo zuinig mogelijk van de finale te verzekeren. Met de 4x400m kwam ook het eerste team in actie; de jonge Belgian Tornados verzekerden zich knap van de finale en gingen er op zoek naar een plaats bij de beste vijf.
Over naar de halve finales van de 400m horden met Nenah De Coninck en Dylan Owusu. De Coninck bokste goed op tegen de wind en behaalde de derde tijd van alle deelneemsters. De finale was bereikt, nu was het tijd om de doelstellingen wat bij te stellen. Hier had de loting van de banen al wat geholpen. Baan acht, perfect om een eigen race te lopen én de afgelopen jaren steeds de baan waarin ze naar haar persoonlijke records liep. Voor Dylan Owusu werd het niet de halve finale waarvan hij had gedroomd. De wind en extra dosis stress gooiden roet in het eten van de op het internationaal toneel nog onervaren atleet. Ontroostbaar en gefrustreerd bolde hij zijn laatste meters uit. Het verdriet was groot, maar ’s avonds maakte dat plaats voor het besef dat hij vorig jaar nooit had kunnen denken om hier ooit te staan én dat als eerstejaars. Schrijf zijn naam alvast maar op voor volgend jaar op het wereldkampioenschap in Kazan! Het werd tijd voor finales, eerst op de hoge horden met Chloë Beaucarne, nog een naam om op te schrijven. Ze liep naar haar snelste tijd ooit, weliswaar met een ongeldige wind en werd daarmee achtste en derde van haar geboortejaar!
Een halfuur later volgde één van de hoogtepunten voor het Belgische kamp. Renée Eykens kwam naar Eskilstuna om de finale van de 800m te lopen, en alles wat daarbij kwam, was bonus. Een hele grote bonus lag in het verschiet, want Eykens wist enkele weken terug op het Juniorengala in Mannheim de topfavoriete, de Ijslandse Hinriksdottir, te verschalken en dat terwijl ze een 400m in de benen had. Het scenario van toen deed zich opnieuw voor. De Duitse Schmidt mocht ook even meespelen, maar Eykens overklaste gewoon iedereen na een tactisch uitgekookte wedstrijd, waarin geen greintje energie verspild werd. In haar laatste hectometers behaalde ze een bonus van bijna twee seconden op de topfavorietes én bleef ze met 2’02”83 maar 28 honderdsten boven haar eigen Belgisch juniorenrecord.
Het Belgische feestje was ingezet en er ontstond een wolk waarop de drie Belgen hun 5.000m konden lopen. Twee dagen na hun 10.000m kwamen de befaamde broers Kersten opnieuw in actie. Moedig als ze zijn, gaven ze zich opnieuw volledig. Een knappe tiende plaats voor Dieter en een achttiende plaats voor Maarten waren het resultaat. De derde Belg, Simon Debognies, leek een outsider te worden en kon wel eens voor de verrassing verzorgen. Debognies liep een zeer attente en tactisch sterke wedstrijd en toonde zijn snelle benen op het einde. Even leek hij op weg naar het goud, maar de Brit George bleek net een klasse te sterk. Het zilver op zijn eerste internationale afspraak op de piste, dat hadden weinigen verwacht.
Dankzij Debognies deden we nu al even goed als twee jaar terug in Rieti, toen we vier medailles behaalden, maar zondag lag nog op de loer dus wie wist wat er nog allemaal kon gebeuren. Dat het succes soms van kleine dingen kan afhangen, is zeker. Een mooie illustratie hiervan is dat na de 5.000m, toen men al aan het opruimen was, ik aan Viktor Benschop, fotograaf van dienst tijdens het kampioenschap, vroeg om een pauselijke kus te geven aan baan acht. Net die baan acht, waarin zijn vriendin één dag later de finale van de 400m horden zou lopen. Wat zou dit geven? Het was alvast mijn moment van de dag ondanks al het verworven eremetaal.
Zondag
Bij het ingaan van de laatste dag kon er alleen maar met superlatieven gesproken worden over alles wat de Belgen al hadden laten zien. Alles wat op de slotdag nog werd behaald, was bonus en een beloning voor de fantastische prestaties en sfeer in het Belgische kamp en dat voor een vol huis. Net als zaterdag daagden meer dan 5500 toeschouwers op om de beste Europese junioren in actie te zien. Alessandro Van De Sande bleef maar doorgaan en had na zeven disciplines nog altijd evenveel persoonlijke records staan. Beide ploegen op de 4x100m misliepen net de finales, een kleine domper, maar dit zou later op dag vergeten worden.
De namiddagsessie kon van start gaan met de finale van de 400m horden. Zou de kus aan baan acht Nenah De Coninck naar een ongekende prestatie stuwen? De wind was opnieuw van de partij, maar die was er voor iedereen, dus dat kon haar alvast niet deren. Alle Belgische ogen waren gericht op baan acht. De eigen wedstrijd van De Coninck ging van start, alles liep perfect: het aantal passen, en topfavoriete Folorunso maar net sneller bij het ingaan van de laatste hectometers. Menig Belgische keel schreeuwde zich schor, met resultaat. Het werd goud, naar verluidt ook de kleur van de keelpastilles op maandagochtend, in een kanontijd van 57”85, toch maar eventjes de tweede prestatie ooit in België voor een juniore! Na de ontgoocheling op het WK in Eugene vorig jaar, was dit toch wel een heuse metamorfose qua resultaat.
In tegenstelling tot de kwalificaties, waarin Claire Orcel vlot alle hoogtes overschreed, vlotte het tijdens de finale iets minder. Ze evenaarde haar seizoensbeste, maar eenmaal de lat boven de 1m80 was het gedaan voor Orcel, die op meer hoopte dan haar zevende plaats en 1m79. Hanne Maudens had al een medaille op zak en kon opnieuw verbazen, maar na haar vierde dag van competitie, was de tank logischerwijze een beetje leeggelopen. Ondanks de opspelende vermoeidheid sprong ze met een verkorte aanloop en een stevige rugwind naar haar beste sprong ooit met 6m29. Een knappe vijfde plaats was het gevolg, maar Maudens haar kampioenschap kon al niet meer stuk na haar zilveren plak!
Kato Van Den Brulle hoopte in de finale haar speer naar een nieuwe persoonlijk record te werpen. Hier slaagde ze helaas niet in, maar ze stond toch mooi in de finale van het Europees kampioenschap en werd knap twaalfde. Nog vijf Belgen kwamen in actie. Alessandro Van De Sande sloot zijn tienkamp in stijl af, zijn 1500m werd geen zwanenzang zoals het voor veel van zijn concurrenten werd, maar een ware zegetocht. Van De Sande besloot zijn tienkamp op de zevende plaats met maar liefst 7433 punten! De tweede Belgische juniorenprestatie ooit (enkel Thomas Van der Plaetsen deed ooit beter) en ver boven de verwachtingen.
Vier mannen, eigenlijk vijf want Camille Lubon liep tijdens de reeksen, mochten het fantastische kampioenschap afsluiten op de 4x400m. Alexander Doom, Christian Iguacel, Dylan Owusu en Elroy Doraene liepen naar een knappe zesde plaats na toch wel enkele grootmachten. Later op de avond raakte bekend dat de Fransen gediskwalificeerd waren na een klacht van de Italianen, waardoor onze jonge Tornado’s alsnog vijfde werden, doelstelling bereikt voor het kwartet/quintet.
Zo kregen we een einde in schoonheid van het beste Europese kampioenschap voor junioren voor België ooit. Dit van dichtbij kunnen meemaken, was een geweldige ervaring die zeker naar meer smaakt. Als we naar de huidige lichting scholieren kijken, zien we binnen twee jaar in Grosseto in Italië wellicht opnieuw een enorm sterk Belgisch collectief aan het werk!
Een heel erg grote buiging voor fotograaf ad interim Viktor Benschop, die met basic materiaal schitterend werk wist af te leveren en zo een meerwaarde gaf aan al onze artikels!
Alle aparte artikels over het EK kunnen hier nagelezen worden.