Stijn Baeten verbleef sinds vorige week maandag op trainingsstage in het Portugese Monte Gordo. De atleet van Bonheiden keerde gisteren met een pak kilometers in de benen terug naar België en legt nu de laatste hand aan zijn voorbereiding op het zomerseizoen, dat met rasse schreden nadert. Wij hadden de kans om in Monte Gordo met hem terug te blikken, maar ook vooruit te kijken.
Stijn, op het einde van vorige zomer werd je geveld door een stressfractuur, trok dit een grote streep door de laatste maand van je zomerseizoen en het begin van je winter?
“Het was echt wel balen, zeker omdat ik nog niet lang terug was van een hoogtestage in Font Romeu. Ik heb dus niet echt de vruchten kunnen plukken van mijn stage daar. Ik ben dan maar begonnen met alternatief te trainen: fietsen, aquajoggen en crosstrainen. Hierdoor kon ik natuurlijk mijn conditie wel wat onderhouden, maar het is uiteraard niet hetzelfde als lopen. Eind november, na 3 maanden, kon ik eindelijk opnieuw de looptrainingen hervatten! In Dour kwam ik dan weer aan de start op de korte cross en dat was meteen echt wel goed na toch wel een tijd geen wedstrijden te hebben gelopen. Het BK veldlopen was iets minder dan Dour, maar mijn basis is toch bijna even goed als die van vorig jaar ondanks die vervelende stressfractuur.”
Even terug naar het begin van het zomerseizoen vorig jaar. Je knalde in Lokeren onmiddellijk onder de 1:48. Met 1:47.96 deed je anderhalve seconde van je persoonlijk record en ben je slechts 13 honderdsten verwijderd van de EK-limiet voor beloften in Tallinn. Is die limiet dan een haalbare kaart?
“Goh, zonder die blessure had het dat zeker geweest, maar nu is het toch wat twijfelachtig. In principe moet ik dat wel kunnen, want ik dook vorig jaar al twee keer onder die 1:48. Het wordt dus wat koffiedik kijken. Normaal worden er geen 800m’s gelopen in Lokeren dit jaar, maar waarschijnlijk wordt er voor 1 reeks gezorgd waarin die limiet zal centraal staan.”
Je maakt deel uit van een zeer sterke lichting op de 800m met onder meer Aaron Botterman, Brecht Bertels en Aurèle Vandeputte. Stuwen jullie elkaar zo naar ongekende hoogtes?
“In mijn geval niet echt. Ik probeer zoveel mogelijk naar mezelf te kijken. Het zijn wel allemaal toffe kerels!”
Je vertoefde bijna twee weken hier in Monte Gordo, een voor de hand liggende keuze?
“De VAL kwam naar hier met enkele werpers, een paar (ex)-leerlingen van de topsportschool halve fond en nog een pak andere atleten, dus eigenlijk wel ja. Het is hier een aangename groep, het weer is goed en qua accommodatie zitten we hier nog een pak beter dan in Albufeira, waar ik vorig jaar rond dezelfde periode verbleef. Ook de begeleiding met onder meer Roel Breugelmans en Dirk Engelen is hier dik in orde!”
Wie zien we deze zomer doorbreken?
“Den Brecht (Brecht Bertels, red.)! Die verdient dat echt na al zijn blessureleed van de afgelopen jaren. Ik wens hem dan ook een knalzomer toe.”
Je staat bekend om je excentrieke kapsels, krijgen we deze zomer nog iets nieuws te zien?
“Ik was eigenlijk deze winter al aan het sparen voor mijn zomerkapsel. De bedoeling was om voor het kapsel te gaan van de man met de baard, de Amerikaan Will Leer, die vorig jaar de PJ (Pieter-Jan Hannes, red.) kon kloppen op de 1500m van de KBC nacht. Aan de start in Dour en op het BK had ik al een klein staartje, maar ik verloor een weddenschap met opnieuw de PJ, waardoor ik helaas mijn lange haren weer mocht afknippen. Nu ben ik opnieuw aan het sparen voor zo’n klein staartje, maar nu vooral om ‘de Somers (Michael Somers, red.) een kloot af te trekken’.”