Begin deze week raakte bekend dat de Amerikaanse coach Rana Reider de technische staf van de Atletiekunie, de Nederlandse atletiekbond, gaat vervoegen. Reider is lang geen onbekende in het trainersmilieu. In verschillende disciplines leidde hij atleten naar de absolute top, en ook in Nederland wil hij zijn duit in het zakje doen.
Reider stond aan de basis van het succes van onder meer Dwight Philips, de Olympisch verspringkampioen van 2004. Hij begeleidde eveneens Brian Clay, Olympisch kampioen tienkamp in 2008 en ook Christian Taylor, in 2012 Olympisch kampioen hinkstapspringen, traint nog altijd onder zijn hoede. Om persoonlijk redenen liep zijn loopbaan in Groot-Brittannië vast en de Atletiekunie aarzelde niet om hem te contacteren. Hoezeer de atleten in de Amerikaanse coach geloven, werd na de bekendmaking van Reiders vertrek bij de Engelse atletiekbond duidelijk. “Hij is één van de beste coaches van de wereld”, kon 400m-loper Martyn Rooney zijn verbazing niet onder stoelen of banken steken. “Een coach van dit kaliber laten gaan is te gek voor woorden.”
Reider gaat zich in Nederland vooral op de sprint en de explosieve onderdelen richten en neemt naar Papendal, een bekend sportcomplex met heel goede atletiekfaciliteiten, ook een aantal van zijn topatleten mee. Dat dit een investering (en eveneens aanwinst) is die kan tellen, staat buiten kijf. Tot slot geeft Reider toe dat hij geen geheime aanpak heeft, maar wel enkele basisprincipes hanteert. “Je moet als coach het lichaam en de geest van een atleet goed begrijpen om hem of haar op een hoger niveau te brengen”, vertelt hij aan Atletiek Week. “Je moet bovendien een omgeving creëren waarin atleten elkaar beter maken en ze zelf laten inzien hoe goed ze eigenlijk zijn.”