Kim Ruell/RESC loopt voor het eerst in zijn carrière alle lange crossen van het Lotto CrossCup-circuit. Samen met trainer Pieter Desmet koos Ruell dit jaar voor een geheel andere voorbereiding dan vorige winter. “Alles staat in teken van de zomer vermits ik de overstap maak naar de langere afstanden en de steeple”, vertelt hij. Een bijdrage van Michiel Baetens.
Hoe kijk je terug op de voorbije wedstrijden?
“Met een zesde plaats in Mol en achtste plaats in Roeselare ben ik erg tevreden. Ik had niet verwacht dat ik al voor nieuwjaar zou meedraaien vooraan. Ik loop voor het eerst alle lange crossen van de CrossCup en dat lukt aardig. Ik had op voorhand gehoopt op een top vijf-plaats in het klassement en sta nu vierde. Pieter-Jan Hannes zal nu wegvallen uit het klassement en Isaac Kimeli komt dan in de plaats. Als ik in Brussel en Hannuit sterk voor de dag kom kan ik misschien wel nog klimmen in het klassement maar winnen lijkt toch veraf. Abdelhadi El Hachimi is sterker dan ik had verwacht en hij heeft nu toch al een mooie voorsprong op de rest van het veld.”
Heb je toegewerkt naar de CrossCup-manche in Brussel?
“Ja, voor Roeselare had ik al een paar weken goed getraind en zaterdag heb ik mijn laatste zware training afgewerkt voor Brussel. Het zal een zware editie worden en ik wil fris aan de start komen. Als ik in Brussel uitgerust aan de start kan komen heb ik sowieso al een voordeel op de mannen die naar het EK geweest zijn. Zij zullen waarschijnlijk minder goed voor de dag komen door de zware omstandigheden daar en de reis terug. Mits een goeie dag kan ik daar wel veel punten pakken voor het klassement.”
In het vorige interview in Mol vertelde je dat je in Nederland ging werken, hoe combineer je dat met de wedstrijden in België?
“Ik ging normaal vijf maanden in Nederland gaan werken maar het project is een maand uitgesteld. Maar vanaf 2 januari zal ik in Nederland wonen en werken. Ik blijf natuurlijk verder trainen, al wordt dat niet makkelijk. Ik moet vijf maanden lang zeven op zeven dagen werken. Ik werk als elektricien aan de hoogspanningsposten en werk met alles boven de 50.000 volt. Ik kom alleen naar huis voor mijn wedstrijden. Ik zal waarschijnlijk iets minder goed kunnen trainen. Een prof kan bijvoorbeeld makkelijk tweemaal per dag trainen maar als ik fulltime werk en tweemaal wil trainen moet ik om half vijf opstaan. Het wordt dus niet ideaal maar als ik nu veel werk kan ik in de zomer al die overuren opnemen.”
Wat staat er op het programma na Brussel?
“Ik ga misschien naar Ertvelde en daarna doe ik gewoon de rest van de Lotto CrossCup tot en met het BK. In Hannuit wil ik ook goed voor de dag komen. Ik woon immers tien minuten van het parcours en elk jaar komen veel familieleden en vrienden supporteren. Daarna komen alle andere CrossCup-manches, als ik daar steeds de eerste kan zijn van de tweede rij, zal ik heel blij zijn want naar het einde van het seizoen zullen er heel wat atleten terugkeren uit blessure. Als mijn vorm natuurlijk nog veel beter wordt kan ik op een goede dag misschien wel aansluiting vinden met de echte toppers. Ik hoop dat ik mijn seizoen kan afsluiten met een vijfde plaats op het BK.”
Je gaat dus niet meedoen aan de indoorwedstrijden?
“Jawel, ik ga misschien meedoen aan de IFAM maar zonder specifieke voorbereiding. Als ik op de 3000m rond de acht minuten kan uitkomen, zal ik heel tevreden zijn. In het begin van het seizoen had ik met mijn trainer Pieter Desmet besloten om alles op het EK indoor in Praag te zetten in de hoop dat de limiet 7’57 of 7’58 zou zijn maar 7’54 vind ik wel extreem snel voor een EK indoor. Als je 7’54 wilt lopen moet je echt specifiek trainen en dat wil ik deze winter niet doen. Als ik natuurlijk een topdag heb en ik loop de limiet zal ik wel meegaan omdat je met 7’54 meedoet voor een finaleplaats. Maar de kans dat ik 7’54 loop is wel erg klein, ik ga gewoon meedoen en ik zie wel waar ik uitkom. De winter staat nu vooral in teken van de zomer en een indoor is geen prioriteit.”
Wat zijn dan jouw plannen in de zomer?
“In de zomer wil ik de overstap maken naar de langere afstanden. Ik zal vooral steeple lopen en 5.000 meter. Maar ik zal natuurlijk ook nog 1500 meter’s lopen. Mo Farah maakte ook ooit de overstap naar de 5.000 meter en loopt nu ook sneller op zijn 1500 meter. Misschien loop ik ook wel eens een 10.000 meter, al loop ik niet echt graag veel rondjes. Ik ga me gewoon amuseren en zo veel mogelijk afstanden lopen, maar de steeple blijft een prioriteit.”
Je sprak vorig jaar al van de Olympische Spelen in Rio, is dat nog steeds een doel?
“Op de steeple wil ik eventueel wel naar de Olympische Spelen maar dan moet ik deze zomer wel minder dan twintig seconden boven de limiet zitten. Ik verwacht dat de limiet 8’20 zal zijn, dus als ik dicht bij die tijd zit deze zomer zal ik waarschijnlijk een arbeidsonderbreking nemen. Maar als ik echt te ver van die tijd zit dan blijft het bij een jaar steeple.”
Wat wil je nog doen na een eventuele deelname aan de Olympische spelen?
“Ik wil ooit nog wel eens een marathon lopen. Volgens de lactaattesten van Jan Olbrecht blijkt dat ik een goeie marathonloper zou zijn, maar ik heb nooit die overstap durven maken. Maar binnen twee jaar wil ik zeker de straat op. Marathon of halve marathon, gewoon een beetje geld verdienen zoals velen dat doen na hun carrière op de piste. Maar lopen is ook niet alles, er zijn nog ook belangrijkere dingen in de toekomst, ook privé.”