Jessica Ennis-Hill hoopt om er volgende zomer in Peking op het wereldkampioenschap al te kunnen bij zijn. Ennis wil namelijk competitie-ritme opdoen om haar olympische triomf van in Londen nog eens over te doen op de Olympische Spelen van Rio in 2016. De 28-jarige meerkampster kon het jaar na haar olympisch goud niet aan competitie doen door blessureleed, hierdoor miste ze het wereldkampioenschap in Moskou. In 2014 kondigde ze zelf haar eerste zwangerschap aan, gevolgd door de geboorte van haar zoontje Reggie in de maand juli. Nu timmert Ennis volop aan haar comeback om er al in Peking te kunnen staan. Sky Sports had de kans om met haar te spreken.
“Ik vind het fantastisch om een moeder te zijn, ik geniet van elke minuut en het is des te specialer nu ik opnieuw op de piste kan staan. Er komt een zeer drukke periode aan, met veel verplichtingen, maar ik hoop er doorheen te spartelen” vertelt Ennis.
“Momenteel verlopen de trainingen nog niet zoals ik dat wens, maar ik hoop toch volgende zomer al op niveau te zijn. De wereldkampioenschappen van Peking lijken me een realistisch doel en het zou fantastisch zijn om daar al opnieuw te kunnen meedraaien aan de top. Maar mijn hoofddoel blijf Rio, waar ik mijn titel waardig wil verdedigen.”
Ennis verwijst zelf naar een Belgische sportvrouw. “Kim Clijsters won 18 maanden na de geboorte van haar eerste kindje de Australian Open. Jo Pavey de Britse ‘veterane’ ,die op met haar 39 lentes vriend en vijand verbaasde in Zürich door daar te titel weg te kapen op de 10000m, was pas 10 maanden bevallen van haar tweede kindje.”
Ennis beseft wel dat ze nu extra moet luisteren naar haar lichaam, maar het vooruitzicht om opnieuw te kunnen meedraaien aan de top én zelf haar titel te verdedigen voelt aan als een sprookje. “Ik hoop op een goede zevenkamp volgend jaar, waarmee ik me al kan verzekeren van Rio. Desondanks wil ik mezelf zeker niet voorbij hollen in al mijn enthousiasme. Tijdens mijn zwangerschap deed ik wel iets van training, maar dat kwam niet in de buurt van wat ik gewoon was. Het voelt aan alsof ik opnieuw moet leren fietsen, maar in plaats van fietsen moet ik nu opnieuw leren lopen, springen, stoten, werpen… Het zou een sprookje zijn mocht ik in Rio opnieuw goud kunnen behalen.”