In ’10 vragen aan 10 beloftevolle tieners’ gaan wij op zoek naar 10 beloftevolle Belgische scholieren om 10 (interessante) vragen aan te stellen. Na Lotte Scheldeman, Hanne Maudens, Chloë Beaucarne, Vincent Ducène, Ilke Lagrou, Tobias Capiau, Ilya Defrère, Alexander Doom en Alessandro Van De Sande is het nu de beurt aan Jochem Vermeulen. De 16-jarige scholier van Atletiekclub Kapellen kan mooie adelbrieven voorleggen. Hij slaagde er als eerstejaars in om op de 800m zowat alles naar zijn hand te zetten. Alleen op het Belgisch kampioenschap moest hij Dorian Van De Wouwer laten voorgaan. Wat hij wel kan zeggen is dat geen enkele scholier dit seizoen sneller dan hem liep op de dubbele baanronde. Een talent dus dat dringend wat aandacht verdient.
1) Op welke manier ben je met atletiek in contact gekomen?
“Ik ben met atletiek in contact gekomen door een kennis op school. Ik zat toen in het eerste leerjaar en was een jaar of 6. Vanaf de eerste training wilde ik direct meer. Mijn ouders stimuleerden me ook om verder te blijven doen.”
2) Hoe combineer je atletiek met school? Overweeg je een topsportopleiding/statuut?
“Mijn sport valt op dit moment redelijk goed te combineren met mijn studie. Ik zit nu in het vijfde jaar economie-wiskunde. Op een normale dag ben ik rond half 5 terug thuis en om 7 uur begint de training. Ik heb het geluk dat ik op amper 5 minuten fietsen van de piste woon. Toch is het nodig om alles goed op tijd te plannen en mijn vrije tijd goed in te delen. Een topsportstatuut heb ik nu nog niet nodig. Waarom ik ook geen topsportschool volg, is om de reden dat ik hier in Kapellen een zeer goede trainer heb. Ook de sfeer in de club is altijd goed.”
3) Hoe zit een gemiddelde trainingsweek er bij jou uit?
“In een normale trainingsweek train ik 5 keer. Alle trainingen verschillen over het hele jaar en zijn gericht op kampioenschappen, grote meetings en andere piekmomenten. In de winter staan er natuurlijk meer duurlopen dan snelheidstrainingen op het programma. Dit is gericht op het iets zwaardere en langere werk in het veld. Tijdens de zomer train ik dan weer meer op snelheid en weerstand. Ik houd het meest van de zomer, in warmere temperaturen is het immers veel aangenamer trainen.”
4) Dit seizoen lag je focus op de 800m, maar ook op de 1500m kan je aardig uit de voeten. Op welke afstand denk je dat er nog het meest groeimarge zit? Welke van de twee doe je het liefst, of is er nog een afstand die je graag meer zou doen?
“Afgelopen seizoen lag de nadruk inderdaad meer op de 800m, maar in het begin van dit seizoen liep ik ook nog enkele 1500m wedstrijden. Het liefst loop ik de 800m. Elk jaar probeer ik ook wat andere afstanden te doen zoals een mijl, een 1000m en een 400m. Zelf durf ik nog niet te voorspellen op welke afstand ik later het best zal zijn, ik wil ze zo lang mogelijk combineren.”
5) Als eerstejaars ging je zowat alle kampioenschappen winnen op uitzondering van het BK. Je sloot ook het seizoen als eerste af op de 800m ranglijst, blik je dan tevreden terug op je seizoen? Heb je de doelen die je hoopte te bereiken, gehaald?
“Dit was ongetwijfeld het mooiste seizoen uit al mijn jaren in de atletiek. Zelf had ik nooit durven voorspellen dat het allemaal zo snel ging gaan en als eerstejaars al tweede op dat BK zou worden. Het is leuk dat ik mezelf kan blijven verbazen.”
6) Wat ga je de komende weken doen, even (relatieve) rust inbouwen, of direct naar het veldloop-en/of indoorseizoen toewerken?
“Vanaf deze week begint er een rustperiode van 2 weken. Daarna bouw ik rustig op naar het veldloop-seizoen. Of ik dit jaar ook indoor zal lopen is nog niet zeker, de zomer zal altijd mijn hoofddoel blijven.”
7) Zijn de limieten voor internationale kampioenschappen te scherp in België? Remt men hierdoor de ontwikkeling van talenten af of is draait het allemaal rond het financiële plaatje?
“Er wordt inderdaad gezegd dat de limieten in ons land te hoog liggen. De limieten voor de internationale kampioenschappen liggen in andere landen soms veel lager en dit zou niet mogen. Iedereen moet dezelfde kansen krijgen om aan zulke kampioenschappen deel te nemen. Als atleet vind ik dus dat we als Belg soms benadeeld worden. Hier laat België zich niet van zijn mooiste kant zien.”
8) Jij kwam dit seizoen tot 1:54.29, de limiet voor het WK in Cali bedraagt 1:52.22. Is dat het hoofddoel van 2015 of durf je hierover nog geen uitspraken te doen?
“Dat is zeer moeilijk te voorspellen. Het is natuurlijk wel altijd al een droom geweest en ik wil er dan ook alles aan doen om de limiet van de 800m of van de 1500m te halen. De deuren heb ik afgelopen seizoen open gezet, nu moet ik er nog doorheen geraken.”
9) Vind je dat de atletiek in België genoeg aandacht krijgt? Moeten er structurele wijzigen worden doorgevoerd om de sport aan populariteit te laten winnen? Meer ongewone afstanden zoals 600m,1000m op grote wedstrijden? Meer sfeer tijdens wedstrijden door middel van muziek of andere media?
“De Belgische atletiek krijgt inderdaad weinig aandacht in de media. Ik denk dat veel mensen uit de atletiekwereld het hiermee eens zijn. Grotere en bekendere sporten zoals tennis, voetbal en wielrennen, die ik ook respecteer, krijgen meer aandacht. De laatste jaren is atletiek in België wel aan het groeien, maar zonder de aandacht van de media zal deze groei nooit doordringen tot bij de sportliefhebbers. Ik hou wel van ongewone afstanden zoals een 600m en een mijl. Ook goede muziek maakt het voor de kijker en ook voor de atleten zelf een stuk aangenamer.”
10) Als je het kan opnemen tegen om het even welke atleet uit de geschiedenis, tegen wie zou je dan het liefst uitkomen?
“Ik las pas het boek over Ivo Van Damme. In mijn ogen zou Ivo de grootste atleet worden op de halve fond. Hij had de perfecte lichaamsbouw en de juiste ingesteldheid. Spijtig dat dit mooie verhaal op zo’n tragische wijze moest aflopen.”
Dit was het afsluitende interview van deze rubriek. Een rubriek waarin we jeugdige atleten, die misschien binnen enkele jaren tot de nationale top behoren bij de senioren, in de kijker stelden. Hierbij zou ik graag alle atleten, die hun steentje aan dit project hebben bijgedragen, nogmaals bedanken voor hun geleverde inspanningen aan dit project.