De 33-jarige Jesse Stroobants, die een kort maar degelijk pisteseizoen draaide, zal in de tweede helft van oktober een nieuwe poging ondernemen om een tijd van 2 uur en 16 minuten of sneller te lopen. Daarvoor is de voorbereiding afgelopen week van start gegaan.
De pupil van Wim Wouters kreeg de laatste weken wel last aan de achillespees, maar dankzij intensieve behandeling van zijn therapeuten Vanden Auweele en Bombeke lijken de klachten van Stroobants min of meer onder controle. Over dat pisteseizoen is hij overigens erg tevreden, met persoonlijke records van zijn tweede carrière op 3000, 5000 én 10 000 meter.
Zowel de voorbereiding als de ambities zullen niet veel anders zijn dan bij zijn debuut in Antwerpen, waar hij 2 uur en 18 minuten liet optekenen. “Ik hoop in deze voorbereiding wel een keer boven de 35 kilometer duurloop te kunnen gaan, in mijn voorbereiding op Antwerpen ben ik op 33 blijven steken. Voor de rest ken ik mijn trainingsstramien om in een goede vorm te geraken na al die jaren goed genoeg, dus daar moet niet aan gesleuteld worden. Ik mik op een tijd van 2 uur 16 of 2 uur 15”. Zijn maximale omvangsweken bedroegen toen 160, 154 en 132 kilometer. Erg weinig voor een marathonloper, maar Stroobants beseft dat hij met zijn lichaam niet veel verder kan en mag gaan.
Welke marathon Stroobants precies zal lopen is nog niet helemaal duidelijk. “Concreet zijn er drie mogelijkheden: Eindhoven, Amsterdam of Frankfurt. Die laatste had vorig jaar een heel breed deelnemersveld, ook met veel Europeanen. Amsterdam zou dan weer de betere Nederlanders ontvangen, die Eindhoven bewust een beetje vermijden omdat de organisatie daar voluit voor het wereldrecord gaat.” Die laatste ambitie is door de organisatie in Eindhoven ondertussen bijgesteld, maar men blijft er inderdaad eerder op een internationale supertijd mikken. De Leuvense atleet hoopt de knoop nog in augustus te kunnen doorhakken. In voorbereiding op zijn tweede marathon loopt hij nog de Tilburg Ten Miles, de Dam tot Damloop en de halve marathon in Breda.
Op de lange termijn heeft Stroobants nog geen al te concrete plannen, al ziet hij eventueel een tweede deelname aan een internationaal zomerkampioenschap wel zitten. “Het valt af te wachten of ik tegen 2018 een sub 2u14’-tijd waard ben, maar evengoed ben ik tegen dan al lang gestopt met wedstrijdatletiek. Vier jaar is echt te lang om dat nu al te kunnen voorspellen. Met een marathonteam naar een kampioenschap trekken, zal voor de atletiekbond waarschijnlijk ook enkel tijdens EK-jaren een optie zijn. Al ben ik wel benieuwd of ze voor het WK volgend jaar toch een selectienorm voor een team op tafel leggen.”