Het wereldkampioenschap atletiek zit erop. Wij blikten even terug met één van onze 13 Belgische atleten die op dit WK in actie kwamen, Pieter-Jan Hannes. De 1500m-loper kwam richting de Russische hoofdstad met maar één doel: de reeksen overleven. Pieter-Jan startte woensdag in de derde en laatste reeks meteen voortvarend en nam zelfs eventjes de kop. Maar bij het ingaan van de derde ronde raakte de atleet van OLSE verzeild in de achterste gelederen en daar bleef hij lange tijd doordat er stevig werd doorgetrokken vooraan en dus niet kon opschuiven. Uiteindelijk moest hij in de laatste rechte lijn passen en kon hij zich niet meer kwalificeren voor de halve finales. Pieter-Jan kwam uiteindelijk maar 56″ tekort voor bij de beste verliezende tijden te horen.
Toch kan hij terugblikken op een mooi kampioenschap waar hij vooral veel uit geleerd heeft voor het vervolg van zijn carrière. Wij stelden hem enkele vragen over het afgelopen wereldkampioenschap.
Wat vond je van de algemene prestatie van het Belgische team?
“Het Belgische team is naar hier afgezakt met één van de jongste delegaties ooit. Akkoord, voor de meeste was het een ‘net niet’, maar eigenlijk mogen we dat zo niet zien en best trots zijn op wat er momenteel gebeurt in de Belgische atletiek. Wat hier gebeurt, doet uitkijken naar veel moois op de toekomstige grote afspraken. Vooral richting de Spelen van Rio dan.”
Wat vond je van je eigen prestatie?
“Ook bij mij was het een net niet. Zijnde dan voor een plek in de halve finale. Fysiek was ik eigenlijk lang niet zo slecht. Minder dan in Tampere, dat wel, maar dat is niet meer dan normaal. Dit is thans wel het beste dat kon gebeuren voor Zurich14, Peking15 & Rio16. Uit fouten leer ik trouwens veel sneller dan uit successen! En eigenlijk vind ik het best een mooie waarneming dat ik in een slechte wedstrijd als twintigjarige de volgende ronde maar nipt mis. Zelfs als het gewoon niet goed geweest was, zat ik al in de halve finale. Ik zie mogelijkheden voor de toekomst, niet?”
Wat vond je over héél het WK de meest indrukwekkende prestatie?
“Er zijn wel een paar momenten geweest waar ik vol verbazing stond naar te kijken. Haar naam ontgaat me even, maar de Amerikaanse 800m-loopster (Alysia Montano, red) die er solo vandoor stormt in de halve finales, doorkomt in 56.5 en dan nog wint ook bijvoorbeeld. Of Mo Farah die zijn laatste kilometer op de 5.000m en 10.000m respectievelijk afwerkt in 2.22 en 2.26. Ivo Van Damme liep 1.43 over zijn 800m en 2.18 over zijn 1.000m. Dat was al ongelofelijk straf, en die had ervoor dan nog geen 4.000m gedaan ook niet. Straf. Heel straf. In de kampnummers vond ik Bondarenko spectaculair. Beginnen net onder de 2m30, om vervolgens over te slaan tot 2m35 en dan weer alles over te slaan tot 2m41. Dat vergt serieus wat ballen. En zeg zelf, het kan niet simpel zijn 2m41 hoog te springen met zo’n ballen aan u lijf. Zijn poging op 2m35 was trouwens een wereldrecord geweest. Het is een kwestie van tijd voor Bondarenko Sotomayor van de tabel springt. Eigenlijk was heel dat hoogspringpodium gewoon waanzin. Brons met 2m38 is echt surreëel. Net zoals de 10-kamp trouwens. Dat is toch echt om de slappe lach van te krijgen als je ziet dat Thomas 15de wordt met 8255 punten. Ik denk dat dat in elk kampioenschap dat ooit plaatsvond genoeg was voor een 8ste plaats? Of toch zeker top 10. Hoog-conjunctuur, of hoe noemen ze dat?”
Welke Belg presteerde volgens jou het best op dit WK?
“Ik vond Jonathan echt goed. Eigenlijk zijn beste kampioenschap ooit als je het mij vraagt. En dat in de sterkste 400m finale in de breedte ooit. Ook hoe Will Oyowe & Dylan Borlee zichzelf wisten te overstijgen onder zo’n druk vond ik straf.”
Wat leerde je uit dit WK?
“Enorm veel eigenlijk. Vooral dat je een meester tacticus moet zijn om het te redden in de 1500m. Tenzij je er fysiek met kop en schouders bovenuit steekt zoals Asbel Kiprop natuurlijk. En dat is iets waar ik nog serieus progressie in kan maken. Een mooie zaak.”