De eerste finale van het EK indoor in Apeldoorn heeft België meteen een medaille opgeleverd. De gemengde aflossingsploeg pakte voor het eerst sinds haar oprichting eremetaal en was dan ook in de wolken. U leest hier wat ze achteraf te vertellen hadden.

Julien Watrin, startloper: “Naast geluk ook verrassing”

“Deze medaille smaakt heel zoet. Naast geluk bestaan de emoties die ik voel ook uit verrassing. Er is zo veel dat kan mislopen en toch ging het perfect. Dit is niet alleen speciaal door mijn eigen verhaal, maar ook door hoe intens we deze dag met het team beleefd hebben. We hebben onze plannen nog verschillende keren om moeten gooien. Dylan (Borlée; red.) blesseerde zich, Helena (Ponette; red.) was vandaag ziek en heeft alleen maar wat rijst heeft gegeten. Tot een dik uur voor de wedstrijd waren er twijfels over onze opstelling. Ik had mij eerlijk gezegd al ingesteld op Camille (Laus; red.) als slotloopster. Wat Helena in die omstandigheden heeft neergezet is ongelofelijk. Ze heeft gelopen alsof er niets aan de hand was.”

“De wedstrijd zelf was extreem zenuwslopend. Imke (Vervaet; red.) moest keihard strijden om haar plek, Christian (Iguacel; red.) struikelde net voor het einde. Iedereen heeft vandaag op één of andere manier enorm moeten vechten en ze hebben dat allemaal op een fantastische manier gedaan. De rol die Bram (Peters; red.) en Carole (Bam; red.) hebben gespeeld was perfect. Er is intussen een lange geschiedenis in het Belgische aflossingsverhaal en Bram stelt zich heel tactvol op.”

Foto: Erik van Leeuwen

Imke Vervaet, tweede loopster: “Ik voelde me sterk toen ik de kop pakte”

“Evelien (Saalberg; red.) heeft een heel ander koersritme dan ik. Het mocht daardoor in het begin niet te traag gaan en dat was het wel. Daarom dat ik al snel probeerde aan te vallen, maar ze verdedigde goed. Op het einde voelde ik me sterk toen ik er toch nog over ging en als eerste kon wisselen. Direct vooraan meedraaien was wel echt het raceplan, want de rechte stukken zijn hier korter dan hetgeen wij gewend zijn. Het is daardoor lastiger om in te halen. Het pakte gelukkig allemaal goed uit.”

Foto: Erik van Leeuwen

Christian Iguacel, derde loper: “Die laatste minuut van Helena was de spannendste van mijn leven”

“Ik kreeg het stokje in perfecte positie dankzij Julien en Imke. Tussen 200 en 300 meter ging ik even in cruise control om nog reserve te houden voor de laatste 100 meter, en net toen werd ik aangetikt. Ik geraakte uit balans, maar omdat ik net wat overhield, kon ik mij gelukkig nog herpositioneren en als eerste wisselen. Dan was het aan Helena en die liep een fantastische koers. We dachten dat goud mogelijk was als Nederland een foutje maakte, maar dat gebeurde niet, en dan was zilver het hoogst haalbare. Die laatste minuut van Helena was de meest spannende van mijn leven, met een hogere hartslag dan in een discotheek aan 200 beats per minuut.”

“Mag ik nog één iets toevoegen? Ik wil graag een oproep lanceren voor een nieuwe naam, want mijn ploegmaats zijn niet blij met de Belgian Waffles.”

Foto: Erik van Leeuwen

Helena Ponette, slotloopster: “Een medaille doet die extra race snel vergeten”

“Toen ik het stokje kreeg, wist ik niet goed waar de anderen zaten. Ik had wel het gevoel dat het gaatje niet supergroot was, maar het plan was toch vooral om mijn eigen ritme te lopen. Ik had erop geanticipeerd dat Femke (Bol; red.) mij voorbij zou steken. Toen dat gebeurde ben ik naar buiten uitgeweken om te voorkomen dat iedereen plots over mij zou komen.”

“Op voorhand wisten we dat het voor een plaats van twee tot zes ging gaan, want Nederland was echt wel buiten categorie. Dit was realistisch gezien het hoogst haalbare. Een extra race lopen voor je individueel kampioenschap start is lastig, maar als het een medaille oplevert is dat snel vergeten.”

Foto: Erik van Leeuwen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in