Sinds vorig jaar heeft de Athletics Integrity Unit, het antidopingorgaan van de atletiekwereld, iemand permanent in probleemland Kenia zitten. Raphael Roux kent de lokale dopingproblematiek als geen ander. “Het platte opportunisme is wat Kenia van Rusland onderscheidt. Hier is het de jungle”, zegt hij tijdens een interview in een lunchbar in Eldoret.

Om strategische redenen bleef hij een tijdje onder de radar, zonder interviews te geven. Om diezelfde strategische reden wil hij niet met foto op de website, maar na wat aandringen gaat Raphael Roux wel overstag om zijn zegje te doen over de Keniaanse dopingproblematiek tegenover Atletieknieuws en L’Equipe. Tijdens zijn vorige job als wereldwijde directeur van de out-of-competition testing van de Athletics Integrity Unit (AIU) kwam de Fransman al met de regelmaat van de klok in Kenia, maar sinds vorig jaar is hij permanent in Eldoret gevestigd als lokale gezant van AIU.

Jullie dringen er al lang op aan dat Anti Doping Agency Kenya (ADAK), dat nu enkel in Nairobi gehuisvest is, een bureau opent in het westelijke Eldoret. Waarom is dat cruciaal?

“Alles wat met afstandslopen te maken heeft, speelt zich rond Eldoret af. Drie keer per jaar vanuit Nairobi naar Eldoret trekken en hier alle marathonlopers op hetzelfde moment testen, werkt niet. Je zal er wel een paar vangen, maar om echt goed te werken moet je hier constant trainingskampen bezoeken en zorgen dat je weet wie in welke fase van zijn voorbereiding zit. Sommige mensen bij ADAK wisten zelfs niet waar de trainingskampen zich hier bevonden.”

Op de lijst van geschorste Keniaanse atleten zien we vooral EPO en Nandrolon terugkeren. Zijn dat de producten die jullie meestal aantreffen?

“Wij zien alles. De toppers gebruiken gerichte producten op gerichte momenten. De groep daaronder valt onder de noemer opportunisme. Daar is het de apotheker om de hoek die iets injecteert. We hebben recent nog een verpleger gepakt die EPO stal in een ziekenhuis in Eldoret om het daarna te verkopen in Iten. Dat platte opportunisme is wat Kenia van Rusland onderscheidt. In Rusland was het strak centraal gestuurd. Hier is het de jungle.”

Concentreert u zich op atleten, of ook op de mensen errond die de atleten beïnvloeden?

“Persoonlijk ben ik enkel voor testing verantwoordelijk, maar ik vang natuurlijk veel info op en speel die door aan de mensen die zich met inlichtingen bezighouden. Lopen is hier een business. Dat trekt mensen aan uit binnen- en buitenland. Dat er zo veel geld rondgaat in het lopen, zorgt er ook voor dat er enorm veel mensen hopen om mee te profiteren. Alles vertrekt vanuit het geld dat ermee te verdienen valt. Wat wij ook vaak zien zijn dokters en apothekers die placebo’s verkopen aan atleten. De atleet denkt dus dat hij zich dopeert, maar dat is helemaal niet zo. Ondertussen heeft de verkoper er wel geld aan verdiend.”

Is dat opportunistische geldgewin wat het probleem in Kenia typeert?

“Dat zie je overal waar er geld te rapen valt, maar hier ligt het er vingerdik op. In een Keniaans politiecommissariaat is er een “corruption free zone” van twee vierkante meter. Dat wil dus zeggen dat al de rest corrupt is. Toen ik dat voor het eerst zag, moest ik heel hard lachen en heb ik een foto gemaakt. Er hangen ook bordjes dat je niet met seks mag betalen. Maar cash kan dus wel. Dat is een cultureel probleem.”

De verhalen over dopingcontroleurs die zich makkelijk lieten omkopen lijken wel vooral over tien tot vijftien jaar geleden te gaan. Zijn die praktijken eruit?

“Ik durf niemand zomaar te vertrouwen. Het kan nog altijd gebeuren, maar we nemen wel maatregelen. De controleur kent pas op het laatste moment de atleet die hij moet testen, en als hij die niet kan vinden, gaan er alarmbellen af. We betalen de controleurs ook goed, in de hoop dat ze dan minder geneigd zijn om smeergeld aan te nemen. Er zijn ook fake controleurs trouwens, die atleten bellen en 10.000 euro zwijggeld vragen. Er zijn ook mensen die in naam van ADAK een brief sturen om te zeggen dat een atleet positief heeft getest, en dan zwijggeld vragen.”

Terug naar de lokale cultuur. De mensen hier zeggen dat je sneller begrijpt waarom iemand zich dopeert als je échte armoede gekend hebt.

“Wat een probleem vormt, is de kloof tussen het gewone leven hier en het prijzengeld dat je met lopen kan winnen. Een Keniaan die in een Amerikaanse marathon 10.000 dollar wint, kan zijn familie tien jaar lang onderhouden.”

Zeggen betrapte atleten tegen u even weinig over hoe ze aan de doping geraakt zijn als tegen ons?

“Ze zeggen helemaal niks. Meer info recupereren, is een werkpunt voor ons. Soms zijn er die iets willen zeggen in de hoop op strafvermindering, maar dat blijkt vaak niet eens te kloppen. Hier heerst een omerta.”

Hoe legt u die omerta uit? Waar hebben ze schrik van?

“We spreken hier wel over drugshandel. Dat gebeurt door kartels. Het zijn bandieten, geen lieve jongens. Atleten worden bedreigd en staan onder druk.”

Sommige atleten lijken beschaamd en vluchten naar een ander dorp, anderen gaan door alsof er niets gebeurd is. Ziet u veel schaamte?

“De straffen zijn alleszins niet streng genoeg om ervoor te zorgen dat iedereen die betrapt wordt daar heel erg mee in zit. Het dopinggebruik wordt gebanaliseerd. Als iedereen het mag doen, waarom ik dan niet?”

Veel atleten verschuilen zich achter een kennisgebrek. Ze wisten zogezegd niet dat ze een verboden product namen. Gelooft u dat?

“Bij lichtere producten, zoals kalmeringsmiddelen, die tot een schorsing van zes maanden leiden, kan dat zeker. Maar bij de serieuze doping, die tot een schorsing van vier jaar leidt, is dat ongeloofwaardig. Je neemt geen EPO terwijl je dacht dat het fruitsap was.”

Wat denkt u over de rol van de manager? Er gaan veel verhalen over rond.

“Je hebt ze in alle soorten. Je hebt zij die doping aanmoedigen, zij die de ogen sluiten, zij die radicaal tegen zijn en zij die oprecht van niets weten.”

Waaraan herkent u de betrouwbare managers?

“Hoe meer atleten ze buitengooien, hoe geloofwaardiger ze zijn. Als ze te veel atleten een tweede kans willen geven, dan schort er vaak iets. Of sluiten ze de ogen.”

De managers die ik spreek, zeggen allemaal dat positieve gevallen hun reputatie schaden. En er dus geen reden is om aan dopinggebruik mee te werken.

“Dat ze dan meewerken aan de antidopingwerking. Met ons communiceren kost echt niet zo veel tijd en geld, maar tachtig procent van de managers doet het niet. Ik ken Chinese en Amerikaanse managers die nog nooit in Kenia geweest zijn, maar hier wel heel wat atleten hebben. Dat gaat om puur geldgewin zonder verder iets in de sport te investeren. Sommige atleten houden maar vijf procent van hun prijzengeld over. De rest verdwijnt in de zakken van anderen. Dat is op het randje van slavernij.”

Wat moet er volgens u gebeuren om het dopinggebruik in Kenia definitief aan banden te leggen of op zijn minst in te perken?

“Ik trek graag de vergelijking met de stroperij. Dat was een groot probleem in Kenia. Het is opgelost geraakt door van de stropers de boswachters te maken. Het is mooi dat de overheid 5 miljoen dollar investeert in de antidopingwerking, maar er is ook een culturele omslag nodig. De mensen die nu geld verdienen aan doping, moeten in de toekomst geld gaan verdienen aan antidoping. Dat kan ik niet in mijn eentje bewerkstelligen. We zullen dat moeten afdwingen bij de Keniaanse autoriteiten. Mag ik zelf nog iets vragen? Waarom doet u onderzoek in Kenia en niet in Ethiopië of Oeganda?”

Omdat die landen in de verste verte niet aan het aantal positieve cases van Kenia komen.

“Nochtans is het probleem daar exact hetzelfde. Er zijn iets minder atleten, zeker in Oeganda, dus het volume ligt wat lager, maar het probleem is vooral dat de lokale overheden nog niet in antidoping investeren zoals in Kenia. Daar is niet eens een dopinglab. Dus het probleem komt minder aan de oppervlakte, maar er zijn daar wel atleten die drie jaar van de aardbol verdwijnen om daarna een wereldrecord te lopen.”

Dan weten we meteen waar onze volgende onderzoeksreportage heen gaat.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in