Terwijl in België de nacht was gevallen, gingen aan de andere kant van de wereld enkele jonge landgenoten de strijd aan met de wereldtop. Op de openingsdag van het WK voor junioren in Lima kon het kwartet Belgen echter geen plaats afdwingen in de finale. Lola Lepère en Ides Verhulst bleven een eindje onder hun beste prestaties van het seizoen. Voor Astrid Van Breedam en Hannah Enkels lag het tempo op de 3.000m steeple te hoog om mee te dingen voor een finaleplaats.
Net voor middernacht Belgische tijd vond in de Peruaanse hoofdstad de kwalificaties van de 3.000m steeple plaats. Zowel in de eerste als in de tweede reeks was er Belgische inbreng. Astrid Van Breedam mocht de eerste reeks voor haar rekening nemen, Hannah Enkels kwam enkele minuten later in de laatste serie in actie. Het duo deed al internationale ervaring op op het EK veldlopen, maar het wereldtoneel bleek uiteindelijk toch andere koek.
Van Breedam, de meer ervaren atlete op de steeple van de twee, vocht een strijd uit in de achterhoede. Ze zou uiteindelijk als veertiende finishen in 10’59″78, ruim een halve minuut boven haar PR. Enkels is op papier een tikkeltje sneller dan haar collega, maar ook zij kon een top 8-plaats en bijhorend finaleticket niet benaderen. Ze finishte als elfde in 10’34″62 en reageerde achteraf opgetogen met dit resultaat.
“Ik was ten eerste al superblij dat ik hier aan de start mocht staan. Genieten van de wedstrijd was mijn voornaamste doel, maar natuurlijk droomde ik wel van een finale en een Belgisch record (10’18″17; red.). Daar had ik vandaag duidelijk niet de benen voor. De eerste kilometer voelde ik me nochtans sterk. Daarna merkte ik dat het toch te snel ging. Ik liet een gaatje op de top acht in de hoop om toch nog een snelle laatste kilometer te lopen en misschien nog atletes op de rapen. Het zat er jammer genoeg niet meer in. Hoewel ik er hard aan gewerkt heb, was de techniek over de balken en waterbak niet meer wat het moest zijn. Ach ja, dit was mijn derde steeple ooit en dat op een WK. Ik heb alles gegeven en er superhard van genoten, dus ik kan mezelf niets verwijten.”
Van Breedam keek met twee verschillende invalshoeken naar haar prestatie: “Ik baal echt dat mijn benen niet meewilden, want ik voelde dat er meer in zat. De voorbereidingen verliepen niet optimaal, maar we hebben er wel het best mogelijke uitgehaald. Langs de andere kant stond ik als één van de jongsten aan de start en kon ik deelnemen op wereldniveau. Ik kan niet klagen over mijn zomerseizoen, het is een goede leerschool geweest.”
In het polsstokspringen mocht Lola Lepère na meerdere finaleplaatsen op Europese kampioenschappen dromen van een WK-finale. De atlete begon goed aan de wedstrijd op 3m80 door bij de eerste poging meteen over de lat te zweven. Op de volgende hoogte van 3m95, een barrière die voldoende was voor de finale, ging het drie keer mis. Een bittere pil aangezien Lepère deze hoogte dit seizoen al zes keer kon klaren.
Ook Ides Verhulst mocht met zijn speer mikken op een plaats in de finale. Met een PR van 73m17 moest hij dit seizoen namelijk maar negen atleten voor zich dulden op de startlijst. Met drie worpen van om en bij de 63m, met 63m83 als beste resultaat, bleef de ACW-atleet ver onder zijn kunnen. Hij blijft daarmee vijf meter verwijderd van een plaats bij de beste twaalf. Verhulst was logischerwijs teleurgesteld na afloop.
“Ik heb jammer genoeg een off-day”, vertelde hij. “Er was geen mogelijkheid om op te warmen met de speren, op twee openingsworpen na net voor de start van de wedstrijd”, verduidelijkte de speerwerper nog.
Welke Belgen de komende dagen nog in actie komen, dat leest u hier.
De Belgische atleten zijn daar 1 dag op voorhand aangekomen met een uurverschil van 7uren, dan mag je niet verwachten dat er TOPprestaties gaan geleverd worden.