Een rijkgevulde ochtend met Belgen vandaag in Stade de France. Maar liefst zeven landgenoten kwamen vanmorgen aan de bak. Vooral op de 5000m mogen we spreken van een hoogdag. Een uitbundige John Heymans liep in piekvorm naar een derde plaats en ook Isaac Kimeli plaatste zich voor de finale. Samen met een ijzersterke Eliott Crestan op de 800m spoelen ze de kater van gisteren weg met hun topprestaties.

Thomas Carmoy deed deze voormiddag eerst een sprong naar de finale. Hoogpsringer Carmoy had zijn persoonlijk record van 2m29 nodig om zich rechtsreeks te kunnen plaatsen. Na een tweede poging sprong Carmoy over 2m20, maar bij zijn eerste poging op 2m24 ging hij door zijn enkel. De twee daaropvolgende pogingen werden dan ook moeilijk en Carmoy strandde uiteindelijk op 2m20. Niet genoeg dus voor een plekje in de finale. Over de ernst van de blessure is nog onduidelijkheid. Zijn coach Tia Hellebaut vertelde aan de aanwezige pers in Parijs dat haar pupil de paarse piste op krukken moest verlaten.

Op de 5000m zagen we Isaac Kimeli en John Heymans aan het werk. De twee Belgen schrijven nu al geschiedenis door zich allebei te plaatsen voor de finale komende zaterdag.

Heymans zette aan in de eerste reeks en kon zich na de samensmelting van de twee groepen middenin positioneren. Het tempo lag lange tijd eerder aan de trage kant waardoor de groep in één pak bleef verderlopen. Heymans bleef gelukkig gespaard van enkele valpartijen wanneer het tempo de hoogte in ging. In de sporen van de Kenianen bleef hij tempo houden en schoof hij helemaal mee naar voren in de eindsprint. Heymans finishte uiteindelijk knap derde in deze chaotische reeks met een tijd van 14’08”33.

Ook zijn collega Kimeli liep als derde over de finishlijn. In tegenstelling tot Heymans positioneerde Kimeli zich aan de binnenkant waardoor hij minder meters hoefde te maken. Kimeli kon zo rustig meedrijven op het tempo alvorens de versnelling werd ingezet. Hij zakte aanvankelijk wat meer naar achter om via de buitenbaan vervolgens naar voor op te schuiven. Nadat Jakob Ingebrigtsen de kop nam in de laatste 800m sloot onze landgenoot goed aan. Op het einde sprint hij met gemak naar een derde plaats in 13’52”18.

Foto: Erik van Leeuwen

Op de 800m stonden drie Belgen op het startblad. Eliott Crestan, Tibo De Smet en Pieter Sisk. Crestan kwam als eerste aan de startlijn. Met de snelste seizoenstijd mocht een top drie geen probleem vormen voor hem. Hij nam onmiddellijk de kop vanuit de binnenbaan. Daarna bleef Crestan fors doortrekken en gaf hij niemand de kans om voor zich uit te komen. Crestan finisht zonder probleem als eerste met een tijd van 1’54”51. Hij loopt vrijdag de halve finale.

Voor De Smet werd het een lastigere opdracht. Met de op één na traagste seizoenstijd beloofde het een uitdaging te worden voor hem om zich bij de eerste drie van zijn reeks te plaatsen. De Smet liep een tactische wedstrijd en nam mee vooraan plaats met Wanyonyi en Miller. Op het einde werd het echter moeilijk voor de Belg. In de sprint schoof hij naar achter en eindigde voorlaatste in 1’46”03. Hij mag morgen herkansen.

Ook voor Sisk was het zijn Olympisch debuut. Hij nam ongewild het voortouw met niemand die wou overnemen in de eerste ronde. Dat kostte hem uiteindelijk de nodige energie waardoor hij pas als zesde over de meet kon lopen in 1’46”60. Geen ideale wedstrijd dus voor Sisk die net zoals De Smet morgen mag herkansen.

Tenslotte mocht Elise Vanderelst herkansen op de 1.500m. Vanuit de binnenbaan draaide ze in derde positie goed mee met de Britse Walcott-Nolan. Met nog één ronde te gaan leek het echter moeilijk te gaan worden voor Vanderelst die intussen verder wegzakte. Met een zevende plaats kon ze zich niet plaatsen voor de halve finales. Ze eindigt in 46’08”86.