Morgen is het zover, dan breekt de atletiekactie op de Olympische Spelen eindelijk los. Twee vrouwenteams en vijftien individuele landgenotes zullen er de Belgische kleuren tonen aan de wereld. Nafi Thiam gaat voor een duizelingwekkende derde olympische titel, maar hoe verhouden de anderen zich tot hun tegenstand en waarop kunnen ze mikken? U leest het hier!

Na het snelwandelen vandaag als opwarmertje, trekt het olympisch atletiektoernooi zich vanaf morgen volledig op gang. ’s Ochtends is het meteen uitkijken naar twee landgenotes in de reeksen van de 100m. Delphine Nkansa en Rani Rosius stappen het Stade de France binnen met vrijwel identieke papieren. Nkansa liep eind juni haar PR van 11″20 en Rosius heeft dit seizoen exact dezelfde chrono staan als seizoensbeste prestatie. De Limburgse liep hem in totaal wel al vier keer en ging vorig seizoen nog twee honderdsten sneller. 24 atletes plaatsten zich via de rechtstreekse limiet (11″08) en er zijn 27 plaatsjes in de halve finales. Onder de sprintsters die via de ranking mogen deelnemen behoren onze landgenotes wel tot de koplopers. Een halve finale is dus speelbaar mits een topprestatie, maar zo’n topprestatie zou gezien de sterke tegenstand ook onbeloond kunnen blijven.

Delphine Nkansa en Rani Rosius – Foto: Jolien De Bock

Vooraan in de vrijdagavondsessie komt Lisa Rooms aan de beurt. Meer dan de helft van haar reeksgenoten op de 5.000m liep ooit al onder de 15 minutengrens, dus doorstoten naar de finale lijkt hoog gegrepen. Een nieuwe persoonlijke besttijd zit er zeker wel in, want Rooms gaf dit seizoen al verschillende keren aan dat ze nog meer in de benen heeft zitten. In haar drie wedstrijden dit jaar strandde ze telkens erg dicht in de buurt bij haar huidig PR van 15’26″27.

Daarna is het al tijd voor de eerste estafette van het kampioenschap met de reeksen van de Mixed Relay. In de gemengde aflossing wordt tussen de series en de finale slechts één wissel toegestaan. Op het oefenkamp in Talence werd beslist dat het Alexander Doom is die de reeksen zal mogen overslaan. Dat hij wel bereid is om de finale te lopen, bewijst het geloof in een medaille. In principe komen dus meteen de twee sterkste Cheetahs en de tweede beste Tornado in actie. Vanuit beide kampen zijn voorlopig slechts vier atleten naar het olympisch dorp afgezakt. In de poule voor vrijdag en zaterdag zitten dus Naomi Van den Broeck, Helena Ponette, Imke Vervaet, Hanne Claes, Kevin Borlée, Alexander Doom, Jonathan Sacoor en Florent Mabille. Waar het Mixed Relay-team kan uitkomen is sterk afhankelijk van welke tegenstanders alle registers durven opentrekken. Toplanden zullen hun beste lopers zo vroeg op het toernooi misschien wel willen sparen voor andere doelen later in de week.

De volgende Belgische vrouw treedt op zondagochtend voor het eerst in competitie. Vanessa Sterckendries probeert in de kwalificaties van het hamerslingeren haar PR van 69m91 aan te vallen. Een prestatie van die grootorde zal waarschijnlijk ook minstens nodig zijn om de finale te halen. Op het WK in Boedapest vorig jaar overschreden vijftien dames tijdens de kwalificaties de 70m-lijn in het gevecht om twaalf finaleplaatsjes.

Vanessa Sterckendries – Foto: Vince D’Hondt

Ook voor heel wat Cheetahs staat zondagochtend met stip aangeduid. Naast de reeksen van de 200m voor Imke Vervaet zijn er ook de reeksen van de 400m horden. Daar stappen met Naomi Van den Broeck, Hanne Claes en Paulien Couckuyt drie landgenotes de piste op. Vervaet kwalificeerde zich in de staart van het peloton, maar weet van in Tokio wat het is om de halve finales te halen. Op het BK liep ze eind juni 23″03, twee honderdsten sneller dan in de reeksen van de vorige Spelen. Het doorbreken van de 23 secondengrens speelt al een tijdje in haar hoofd. Desnoods krijgt ze daarvoor een tweede kans in de nieuwe herkansingsronde die is ingevoerd voor de loopnummers tot 1500m (behalve de 100m).

De drie specialistes van de lage horden zijn dit seizoen allemaal al sub-55″ gegaan, een chrono die in principe zou moeten volstaan voor de halve finales. Van den Broeck versloeg haar concullega’s op het BK en liep 54″80 tijdens haar vierde race ooit in de discipline. Wie weet hoe veel sneller ze nog kan gaan? Voor Claes was het in Tokio door blessureleed een overwinning op zich om aan de wedstrijd te kunnen starten en hem af te maken. De Belgisch recordhoudster (54″33) heeft dus unfinished business en wilt in stijl afscheid nemen van haar atletiekcarrière. Couckuyt klom de voorbije maanden – anderhalf jaar na het scheuren van haar kruisband – weer op richting haar oude niveau. Ze vindt op de Spelen het podium terug waar ze haar beste prestatie ooit leverde. In Tokio liep Couckuyt een intussen gebroken BR van 54″47, ze eindigde er als negende in de totaalstand en miste dus op een haar na de finale. Het is niet ondenkbaar dat voor een finaleplaats dit keer een duik onder 54″ nodig zal zijn.

Hanne Claes, Naomi Van den Broeck en Paulien Couckuyt – Foto: Jolien De Bock

Een dag later komen ook de laatste twee Cheetahs in competitie. Cynthia Bolingo werd afgelopen zomer in Boedapest vijfde op de 400m, maar kon dit jaar nog niet in de buurt komen bij haar Belgisch record van 49″96. Ze werkte pas twee weken geleden haar eerste individuele koers af en deed dat in 52″96. Enkele dagen later sloeg het onheil toe toen ze uitviel tijdens een wedstrijd in Italië. Het is koffiedik kijken naar waar Bolingo fysiek toe in staat is en bij uitbreiding naar wat haar rol zal zijn in de aflossingen. Helena Ponette liep dit seizoen al 51″51 en pitste zo een honderdste af van haar record. Ze moet waarschijnlijk nog een stukje sneller om de halve finale te halen, eventueel via de herkansingsronde.

Elise Vanderelst bouwde dit seizoen een stevig portfolio aan sterke uitslagen op. Over 1500m, het nummer waarop ze in Parijs zal aantreden, liet ze dit jaar haar derde (4’04″79) en haar zesde chrono ooit optekenen. Een echte uitschieter kwam er weliswaar nog niet. Of de tijden ertoe zullen doen, valt hoe dan ook nog af te wachten. In een systeem met enkel grote Q’s en een herkansingsronde voor de geëlimineerden is de kans op een tactische koers nog wat groter.

Helena Ponette – Foto: Erik van Leeuwen

Ondertussen zijn we stilaan bij het einde van de week aanbeland. Daar treffen we de met voorsprong grootste Belgische medaillekans aan. Nafi Thiam verdedigt voor de tweede keer haar olympische zevenkamptitel en zou voor een iconische drie op een rij kunnen zorgen. Met drie gouden medailles op hetzelfde individuele nummer zou ze zich bij een select clubje voegen met legendes als Usain Bolt (100m en 200m, 3x tussen 2008 en 2016) en Carl Lewis (verspringen, 4x tussen 1984 en 1996). Hamerslingeraarster Anita Włodarczyk is de enige vrouwelijke atlete die het haar ooit voordeed. In Parijs hoopt de Poolse er misschien zelfs vier gouden plakken van te maken.

Thiam plaatste zich last minute, maar deed dat met haar derde puntentotaal (6.848 ptn) ooit na zeven proeven. De zilveren vrouw van Tokio, Anouk Vetter, won eind mei in Götzis de Hypomeeting met 6.642 punten. Katarina Johnson-Thompson moest de strijd staken op het Europees kampioenschap dat door Thiam gewonnen werd en heeft uitgesproken dat ze onzeker is over haar fysieke paraatheid. De grootste opponente komt normaal gesproken uit de VS. Anna Hall kampte in 2023 een fenomenale score van 6.988 punten bijeen, maar moest in januari een knieoperatie ondergaan. Haar terugkeer verliep minder vlot dan verhoopt, maar er is wel duidelijk sprake van een stijgende lijn. Op de US Trials een maand geleden scoorde ze 6.614 punten. Qua ervaring is Thiam in het voordeel ten opzichte van de 23-jarige olympische debutante.

Noor Vidts pakte op het EK haar eerste medaille op een outdoorkampioenschap. Zo bewees ze dat ze niet alleen de vijfkamp, maar ook de zevenkamp beheerst als geen ander. Vidts scoorde in Rome 6.596 punten en was toen dus al in PR-vorm. In het laatste anderhalf jaar voor de Spelen konden slechts vijf atleten een groter puntentotaal presteren. Ze behoort dus tot de outsiders voor de medailles en heeft al vaker bewezen een waar kampioenschapsbeest te zijn. Bijna al haar persoonlijke records op de individuele proeven zette Vidts neer op een eindtoernooi.

Nafi Thiam en Noor Vidts – Foto: Erik van Leeuwen

Aan het einde van de Spelen vinden we traditioneel de aflossingen terug. Na het olympisch goud van Hanna Mariën, Olivia Borlee, Elodie Ouedraogo en Kim Gevaert zagen we drie olympiades lang geen Belgische afvaardiging meer terug op de 4x100m. In 2022 werden met de Belgian Falcons (mannen) en de Belgian Rockets (vrouwen) twee 4x100m-projecten opgestart om die statistiek weg te kunnen vegen. De dames zijn twee jaar na datum alweer van de partij. Rudi Diels en Johan Baerts begeleidden de ploeg richting een besttijd van 42″85, nog nauwelijks 31 honderdsten verwijderd van het Belgisch record uit 2008. Rani Rosius en Delphine Nkansa zijn de speerpunten van de Rockets. Elise Mehuys, Rani Vincke en Janie De Naeyer proberen mee een topchrono te bewerkstelligen. Marine Jehaes blesseerde zich in Talence en zal op de piste dus geen bijdrage kunnen leveren. Voor een plaats in de finale zal het zonder ongelukken bij de tegenstand waarschijnlijk nog sneller moeten.

Het allerlaatste wapenfeit in het Stade de France wordt de 4x400m. De Belgian Cheetahs willen er net als in Tokio weer bij zijn in de finale. Toen werd de zevende plaats het eindresultaat. Naomi Van den Broeck, Imke Vervaet, Paulien Couckuyt en Camille Laus waren drie jaar terug de basispionnen voor de finale, zij zijn er alle vier ook nu weer bij. Bondscoach Carole Bam heeft verder de keuze uit Helena Ponette, Cynthia Bolingo, Hanne Claes en Liefde Schoemaker. Het mondiale niveau is niet min, maar door een eerste medaille te pakken op het EK tankten de Cheetahs een hoop vertrouwen.

Helena Ponette, Imke Vervaet, Naomi Van den Broeck, Cynthia Bolingo en Camille Laus – Foto: Erik van Leeuwen

Dat de poorten van het stadion na 10 augustus gesloten zullen blijven, hoeft niet te betekenen dat de atletiekpret erop zit. Op de slotdag van de Olympische Spelen vindt namelijk nog de marathon plaats. Chloé Herbiet staat met haar indrukwekkend PR van 2u24:56 voor het eerst aan de start van een mondiaal kampioenschap, maar had zich dat debuut ongetwijfeld anders voorgesteld. Eind juni liep ze met nog slechts zes weken op de kalender een stressfractuur op. Na een laatste medische check-up vorige week werd beslist om toch te lopen.

Hanne Verbruggen kent de situatie die Herbiet meemaakt maar al te goed, want zelf heeft ze het blessurespook de laatste jaren ook vaak genoeg op bezoek gekregen. Op het WK in Boedapest vorig jaar veroverde ze ondanks een aanslepende blessure nog de 39ste plaats. Deze keer liggen de kaarten anders en ziet Verbruggen alles op het juiste moment in de plooi vallen. Afgelopen weekend zette ze precies twee weken voor haar marathon nog eens de puntjes op de ‘i’ door een straffe 10km op de weg te lopen. Verbruggen won de wedstrijd in Berlijn in 31’34” en werd zo de tweede Belgische aller tijden achter Marleen Renders. Ze bewees al vaker een sterke kampioenschapsloopster te zijn die nog iets kan goedmaken in het tweede wedstrijddeel. In Parijs hoopt Verbruggen beter te doen dan haar 49ste plaats van in Tokio.

Ook benieuwd naar wat de Belgische mannen in petto hebben en welke internationale duels de Spelen zullen kleuren? Lees dan hier (Belgische mannen) en hier (internationaal) onze voorbeschouwingen. Later vandaag vindt u bij ons ook alle nuttige info om de Spelen vanop de voet te volgen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in