De Olympische Spelen zijn al een aantal dagen ver, maar op de eerste atletiekactie is het nog heel even wachten. Op donderdag 1 augustus komen de snelwandelaars in actie. Een dag later is er ook in het Stade de France atletiek van het hoogste niveau te bewonderen. Bij de mannen zijn de grootste medaillekandidaten Alexander Doom en de Tornados. Hier leest u wat u nog van de andere Belgische mannen kan verwachten.

Vijfde keer, goeie keer? Na vierde plekken in 2008, 2016 en 2021 en een vijfde plek in 2012 hopen de Belgian Tornados, de mannelijke 4x400m-ploeg, eindelijk die felbegeerde olympische medaille te pakken. Op het EK in Rome wonnen de Tornados nog de Europese titel. Dat zorgde samen met de wereldindoortitel van in maart voor een vertrouwensboost na het teleurstellende WK outdoor vorig jaar. De Tornados bestaan in Parijs uit: Alexander Doom, Jonathan Sacoor, Dylan Borlée, Kevin Borlée, Robin Vanderbemden, Florent Mabille, Christian Iguacel en Daniël Segers (reserve).

Foto: Erik van Leeuwen

Eén Tornado in het bijzonder raasde doorheen dit seizoen: Alexander Doom. De 27-jarige atleet lijkt plots overal te zijn. Hij prijkt op reclameborden en zijn naam wordt genoemd in de lijstjes van mogelijke medaillewinnaars. Atletieknieuws kon de 400m-loper spreken over zijn verwachtingen en hij maakte duidelijk dat hij zichzelf niet als medaillekandidaat ziet. De topfavoriet is Doom inderdaad niet, maar met de zesde beste tijd dit seizoen behoort een medaille echt wel tot de mogelijkheden. Er was de afgelopen tijd veel te doen over de vraag of het wel een goed idee zou zijn om zowel op de 4x400m-mannen, 4x400m-gemengd en individuele 400m in actie te komen. In Rome bewees de atleet uit Roeselare het alleszins dat aan te kunnen. Op precamp in Talence werd intussen afgesproken dat Doom de vrijgeleide krijgt om de reeksen van de Mixed Relay op zaterdag over te slaan.

Ook Jonathan Sacoor en Dylan Borlée komen in Parijs op die drie disciplines in actie. Voor hen lijkt de olympische finale op papier te hoog gegrepen. Sacoor vond dit seizoen zijn beste vorm terug en mag net als drie jaar geleden mikken op de halve finales. Hij sprak wel al zijn stiekeme ambitie uit om in de finale te staan. Als Dylan Borlée zijn seizoensbeste (45”32) benadert of zelfs nog scherper kan stellen, zijn ook voor hem de halve finales een haalbaar doel.

Michael Obasuyi en Elie Bacari zullen in Parijs de hoge horden proberen overwinnen. Obasuyi gold op het EK als één van de favorieten, maar kende in Rome een slechte start en eindigde als zesde. Bacari vertrok wel goed, maar werd gediskwalificeerd omdat hij op het einde van zijn 110m een horde met de handen omver geduwd had. Obasuyi verklaarde in gesprek met ons dat hij gaat “vechten voor de finale”. Bacari vertelde na zijn voorlaatste voorbereidingswedstrijd dan weer dat hij mikt op de halve finales en een verbetering van het BR beloften. Dat record (13″32) staat op naam van… Michael Obasuyi.

Foto: Jolien De Bock

Op de dubbele baanronde komen er drie Belgen in actie: Eliott Crestan, Pieter Sisk en Tibo De Smet. Ook in Rome kwam het drietal in actie op de 800m. Dat kampioenschap draaide echter uit op een grote teleurstelling. Alle drie leken ze vooraf aanspraak te maken op een finaleplek, maar onze landgenoten leken wel vervloekt en de reeksen waren het teleurstellende eindstation. In Parijs ligt de lat uiteraard nog hoger. Crestan verkeert in bloedvorm en is een echte kampioenschapsloper. Begin juli verpulverde hij nog het BR en werd hij de eerste Belg ooit onder 1’43″. Een finaleplek lijkt binnen de mogelijkheden van de bronzen medaillewinnaar op het WK indoor te liggen. Sisk is op papier de tweede snelste Belg in Parijs. Hij heeft net als De Smet de kwaliteiten om de reeksen te overleven en wie weet wat er daarna mogelijk is… De Smet heeft het bijkomende voordeel dat hij al wat kan teren op eerdere kampioenschapservaringen.

Op de 1500m mocht Team Belgium dan weer twee namen invullen. Jochem Vermeulen en Ruben Verheyden zijn aan elkaar gewaagd. Vermuelen pakte in Rome een verrassende zilveren medaille, Verheyden werd vierde en greep dus net naast een medaille. Het verschil tussen de seizoensbeste tijden van de twee is dit seizoen een tiende van een seconde. Onze twee landgenoten mogen hopen op een plaats in de halve finale. De finale lijkt een moeilijke opdracht, maar elke wedstrijd moet uiteraard gelopen worden.

Foto: Erik van Leeuwen

Ook op de 5.000m komen straks twee Belgen in actie: Isaac Kimeli en John Heymans. Kimeli dubbelt zelfs, want hij betwist ook de 10.000m. Drie jaar geleden eindigde hij nog voorlaatste in zijn reeks op de 5.000m in een tijd van 13’57”36. Maar Kimeli heeft de afgelopen jaren niet stilgezeten en sloopte midden mei voor het eerst in zijn carrière de grens van 13 minuten. Als hij dat huzarenstukje kan herhalen lijkt een finaleplek haalbaar. Zeker als je weet dat reeksen op kampioenschappen meestal geen absolute toptijden opleveren. Voor Kimeli wordt het dus zaak om zich goed te positioneren. Hij is wel al zeker van de finale op de 10 000m. Voor die afstand worden namelijk geen voorrondes gelopen. Heymans liep begin juni nog het EK in Rome. Daar moest hij echter afhaken in de laatste ronde toen het tempo de hoogte inging. Heymans zal op dat punt sterk uit de hoek moeten komen om de finale te halen op zijn eerste Olympische Spelen.

Op de voorlaatste dag van de Olympische Spelen staat er voor drie Belgische mannen nog een loodzware opdracht op het programma. Bashir Abdi, Koen Naert en Michael Somers zullen een 42,195km lang parcours moeten overwinnen. Abdi pakte drie jaar geleden nog brons op de marathon, maar is nu een groot vraagteken. De 35-jarige afstandsloper kreeg eind januari met een stressfractuur in het heiligbeen te maken. Eind mei verbeterde hij wel nog het Belgisch record op de 10km. Als Abdi zijn oude vorm terug vindt zal hij ongetwijfeld opnieuw op een medaille mikken. Naert kampte begin dit jaar met last aan zijn achillespees, maar midden mei gaf hij in gesprek met Atletieknieuws aan dat hij wel weer alle training zoals gepland kon afwerken. Naert hoopt op een top-8 notering en bijbehorend olympisch diploma. Somers was, in tegenstelling tot Abdi en Naert, nog niet ruim op voorhand zeker van zijn kwalificatie. Dat maakte dat hij midden februari in functie van de kwalificatiestrijd nog een marathon liep in Sevilla. In de Spaanse stad liep Somers naar een tijd van 2u09:19. Voor hem wordt het de eerste keer dat hij op de marathon aantreedt op een groot kampioenschap.

Foto: Peter Wagemans

In Parijs zullen twee Belgische mannen in hogere sferen proberen komen. Thomas Carmoy doet dat zonder polsstok, Ben Broeders met. Carmoy, die sinds vorig jaar samenwerkt met Tia Hellebaut, kan op kampioenschappen altijd net dat tikkeltje meer. In Rome werd hij nog vierde, in München twee jaar eerder werd hij ook al vijfde. Voor de 24-jarige hoogspringer wordt Parijs de eerste keer dat hij kan proeven van de Olympische Spelen. De finale halen wordt wel een zware opdracht voor Carmoy.

Ben Broeders miste de olympische finale drie jaar geleden. Lukt het de Belgisch recordhouder deze keer wel om zich bij de besten van de wereld te scharen? De 29-jarige polsstokspringer presteerde dit seizoen wisselvallig. Op zijn laatste voorbereidingswedstrijd in Duitsland raakte Broeders niet hoger dan 5m45. Anderzijds zweefde hij in april ook knap over 5m82m. Als de puzzelstukjes in Parijs wel goed in elkaar vallen is de finale zeker haalbaar voor Broeders.

België stuurt ook twee werpers naar de lichtstad. Speerwerper Timothy Herman en discuswerper Philip Milanov kwalificeerden zich via de ranking. Voor Herman werd het plots nog nagelbijten op het einde van de kwalificatieperiode. De 33-jarige atleet heeft een persoonlijk record van 87m35. Die afstand kon de werper dit seizoen nog niet benaderen, met 79m94 bleef hij nipt onder de 80m-grens. Twee jaar geleden eindigde Herman tiende op het EK, dit jaar overleefde hij in Rome de kwalificaties niet. Op het WK vorig jaar slaagde de speerwerper er wel nog in om zich te kwalificeren voor de finale. In Parijs zal Herman een nieuw exploot nodig hebben om het tot in de finale te schoppen.

Philip Milanov draait al jaren mee in het atletiekwereldje en ook de Olympische Spelen zijn geen nieuw gegeven voor hem. Drie jaar geleden miste hij de Spelen nipt. Hij kwam toen enkele plaatsjes tekort op de ranking die hem deze keer wel gunstig gezind was. In Rio kwalificeerde de werper zich voor de finale en greep hij net naast een top-8 notering. Dat nog een keer herhalen zou een stunt van formaat zijn.

Foto: Jolien De Bock

We hadden uiteraard ook graag gezien wat Jente Hauttekeete kon tonen op de tienkamp, maar het jonge talent werd het slachtoffer van een welles-nietesspelletje tussen het IOC en World Athletics. Ondanks het uitvallen van een andere atleet kreeg hij als eerste reserve te horen dat hij dan toch niet aan de start zal mogen komen. Hier kunt u meer lezen over die hartverscheurende beslissing. Intussen gaf Kevin Mayer aan dat hij zichzelf slechts 10% kans geeft om nog fit te geraken. De Fransman kwalificeerde zich ten koste van Hauttekeete op het EK. Daar kon hij toen alleen aan de start verschijnen door een bedenkelijke kunstgreep in de kwalificatiecriteria