Het had vrijdag de avond moeten worden van discuswerper Mykolas Alekna, maar de jonge wereldrecordhouder moest in de finale genoegen nemen met brons. De Europese titel was een prooi voor Kristjan Čeh met een worp van 68,08m. Jessica Schilder en Jorinde van Klinken zorgden voor een Nederlandse dubbel bij het kogelstoten nadat eerder de mixed 4x400m ook al het brons aan de medailletabel toevoegde. Ei zo na zorgde Maureen Koster voor eremetaal op de 5.000m, maar zij verloor het brons in de laatste meters.
De finale van het discuswerpen was vooraf aangekondigd als een van de mogelijke hoogtepunten van het EK. Het werd uiteindelijk niet de gehoopte titanenstrijd met worpen over de zeventig meter. Met drie mannen boven de 67 meter was het een wedstrijd op niveau, maar het echte werpvuurwerk moet later deze zomer tot ontploffing komen in Parijs.
Voorafgaand aan de finale waren alle ogen gericht op titelverdediger Mykolas Alekna. De atleet uit Litouwen won dit seizoen alle wedstrijden waarin hij aan de start kwam. Dit voorjaar schreef hij bovendien atletiekgeschiedenis door, in gunstige omstandigheden, het 38 jaar oude wereldrecord met de discus van Jurgen Schult aan te scherpen tot 74,35m.
Kristjan Čeh toonde zich vrijdag niet onder de indruk. In de eerste ronde was de Sloveen meteen op de afspraak met een overtuigende 66,59m. Alekna nam met een tweede worp van 66,98m kortstondig de leiding over, maar werd meteen gecounterd door Čeh met een indrukwekkende 68,08m. Aan die afstand zou niemand meer komen.
Niet Alekna, derde met 67,48m, maar de verrassende Oostenrijker Lukas Weisshaidinger kwam nog het meest dichtbij met 67,70m.
Voor de 25-jarige Čeh is het zijn tweede grote titel, na winst bij de WK in Eugene in 2022.
Philip Milanov bleef vrijdagochtend in de kwalificaties steken. De vice-Europees kampioen van 2016 bleef onder zijn niveau met een verste worp van 60,49m.
Nederlandse vrouwen 1 en 2
De finale van het kogelstoten bij de vrouwen eindigde in een Nederlands feestje met goud voor Jessica Schilder (18,77m) en zilver voor Jorinde van Klinken (18,67m). Het brons was voor de Duitse Yemisi Ogunleye (18,62m).
Daarmee prolongeerde Schilder de Europese titel die ze twee jaar geleden won in München. Net als voor veel van de andere finalisten ligt de piek van de Nederlandse vrouwen later dit seizoen.
Schilder verklaarde na afloop voor de camera van de NOS nog niet helemaal fit te zijn. “Ik had dit echt niet verwacht. Nog niemand staat hier op volle kracht en de afstanden zijn niet om naar huis te schrijven, maar de titel is binnen. Geweldig dat we als Nederland 1 en 2 zijn geworden.”
Voor Van Klinken zit er deze week in Rome mogelijk meer moois in het vat. Vrijdagochtend plaatste ze zich via de kwalificaties ook voor de finale discuswerpen op zaterdag.
Vreugde voor het thuispubliek, verdriet bij Koster
Het Nederlandse feestje werd bijna voorgezet in de afsluitende 5.000m. Daar lag Maureen Koster tot en met de laatste tien meter op koers om het brons weg te kapen. Koster ging echter compleet dood op het einde en strompelde richting de finish. Het deed denken aan haar landgenote Susan Krumins die in 2018 als een stervende zwaan het EK-zilver veroverde. Bij Koster volgde er echter geen bekroning voor het harde labeur want de Spaanse Marta Garcia ging haar in de laatste meters voorbij.
Ondanks een nieuw PR van 14’44″46 werd het een zure vierde plaats voor het trainingsmaatje van Lisa Rooms. Het goud ging uiteindelijk naar lokale heldin Nadia Bartocletti. De Italiaanse speelde het slim door pas in de laatste 200m uit het spoor van Karoline Grovdal te komen en een stevige versnelling uit te spelen. Zij zette met 14’35″29 een nieuw kampioenschapsrecord neer.