Het aftellen naar het WK indoor in Glasgow is nu echt begonnen. Over twee dagen treden vijftien individuele Belgen en twee aflossingsploegen, de grootste Belgische delegatie ooit op een WK indoor, aan in een uitverkochte Emirates Arena. Tijdens het meest recente WK indoor verlieten de Belgen de Servische hoofdstad met twee gouden plakken. Zowel Noor Vidts als de Belgian Tornados zijn er opnieuw bij en verdedigen hun wereldtitel. Of ze opnieuw kans maken op blinkend metaal, dat leest u hieronder.
Het WK indoor in Glasgow belooft drie dagen vuurwerk. Heel was internationale sterren willen in Schotland om de wereldtitels strijden. Meer daarover hier.
Langs Belgische zijde is het Noor Vidts die als eerste mag aantreden. Zij is meteen onze grootste kanshebber op eremetaal. De meerkampster gaat voorlopig nog twee dagen als regerend wereldindoorkampioene op de vijfkamp door het leven, maar niets sluit uit dat er nog twee extra jaren bijkomen. Door afzeggingen van onder meer Nafi Thiam, Anna Hall, Katarina Johnson-Thompson en Adrianna Sulek heeft Vidts veruit het beste PR van alle kandidaten. Vidts bleef de voorbije weken op alle afgewerkte disciplines nog een eind verwijderd van haar persoonlijke records, al heeft zij er een patent op om haar records op de kampioenschappen te doen sneuvelen. De Spaanse Maria Vicente wordt normaal haar grootste tegenstander.
In de eerste ochtendsessie werkt Alexander Doom ook zijn eerste van hopelijk drie étappes af. De 400m-specialist moet in staat zijn om mee te bikkelen om de finaleplaatsen. Zijn PR van 45”89 van eerder deze maand in Metz, is de vijfde seizoenstijd van alle deelnemers. Europees kampioen Karsten Warholm en titelverdediger Jereem Richards kunnen dit jaar weliswaar nog geen tijden voorleggen.
Op de vierdubbele baanronde trekken Eliott Crestan en Tibo De Smet ten strijde. Crestan mag na zijn wervelende indoorcampagne denken aan de medailles. De vice-Europese kampioen en nummer zes van het vorige WK-indoor heeft met 1’45”10 de tweede tijd van dit jaar achter zijn naam staat en is het tactisch spelletje meester. De Smet kan in tegenstelling tot het vorige EK indoor, waar hij met de snelste seizoenstijd van alle deelnemers aan de start stond, nu met minder druk toeleven naar de reeksen van de 800m. De Belgische recordhouder vond de voorbije weken geen wedstrijd op maat en staat daardoor ‘maar’ zeventiende van alle deelnemers. Met een splijtende 400m op het Vlaams kampioenschap heeft hij echter al bewezen dat er niets aan te merken is op zijn vorm. Mogen we dromen van twee Belgen in de finale? Het is alleszins niet ondenkbaar.
Vrijdagavond is het op de 1500m de beurt aan Elise Vanderelst en Thomas Vanoppen. Vanderelst had in eerste instantie absoluut geen indoorplannen. Toen het WK-ticket haar werd aangereikt, hapte ze na enig beraad met coach Grete Koens toch toe. De Europese indoorkampioene van 2021 trekt zo als zestiende van alle deelnemers naar de eerste ronde. Doorstoten naar de finale wordt wellicht een dubbeltje op zijn kant voor Vanderelst, die kort na het BK nog ziek is geweest.
Even later is het aan WK-debutant Thomas Vanoppen. De Belgische indoorrecordhouder op de mijl mocht nog nooit een seniorenkampioenschap afwerken en moet vooral ervaring komen opdoen. Vanoppen heeft in het Amerikaanse circuit, waar het veeleer om de plaatsen dan de tijden gaat, geleerd om voor elke plaats te vechten. Dat gaat hem zeker van pas komen, want de atleet zal stevig moeten knokken om zich te plaatsen voor de finale.
Op dag twee zijn het Michael Obasuyi en Elie Bacari die als eerste in de startblokken kruipen voor de 60m horden. Bacari is met zijn 20 jaar de op één na jongste van het pak. Ondanks zijn jeugdigheid mag een plaats in de halve finales de ambitie zijn. De meer ervaren Obasuyi mag de lat iets hoger leggen. Een finaleplaats halen wordt allerminst evident, maar de hordenspecialist is zeker niet kansloos als hij in de buurt kan komen van zijn eigen Belgisch record (7”54).
Ook Jente Hauttekeete, die op zaterdag de eerste vier delen van zijn zevenkamp afwerkt, is één van de jongste veulens in het veld. Na deelnames aan verschillende jeugdkampioenschappen wordt het zijn eerste deelname aan een kampioenschap op seniorenniveau. Niets moet dus voor de wereldrecordhouder bij de junioren, al kan beter doen dan zijn PR van 6.131 punten een mooi doel vormen.
Vervolgens is het de beurt aan de sprintkanonnen. Rani Rosius en Delphine Nkansa staan als respectievelijk zestiende en achttiende op de startlijst en hebben dus meer dan voldoende kwaliteiten in huis om een plaats in de halve finales te bemachtigen. De finale halen, wat hen vorig jaar op het EK indoor enigszins verrassend wel lukte, lijkt niet aan de orde. Maar liefst acht atleten doken dit jaar al onder de 7”10 en dat zijn tijden die niemand van de twee voorlopig kan aantikken.
Zaterdagavond treedt John Heymans aan in de rechtstreekse 3.000m-finale. Met 7’41”59 als seizoensbeste moet hij op papier amper vier deelnemers voor zich dulden. Het wedstrijdverloop zal echter allesbepalend zijn voor de atleet. Een razendsnelle laatste ronde speelt namelijk niet in zijn voordeel.
Op de slotdag maakt Yanla Ndjip-Nyemeck haar debuut op het wereldtoneel. De hordeloopster kon zich plaatsen met haar chrono’s van vorig jaar, maar kon dit jaar nog niet flitsen. Heeft ze gepiekt naar dit kampioenschap of is de hoogvorm van vorig jaar er voorlopig niet? We zullen het zondag weten. Een tijd in de buurt van haar seizoensbeste van 8”12 zal in principe niet volstaan voor de halve finales.
Daarna zijn de Belgian Tornados en Belgian Cheetahs aan zet. Beide ploegen zijn het eigenlijk aan hun stand verplicht om de finale te halen, zeker in het geval van de Tornados die als titelverdediger aandraven. Of de heren beroep kunnen doen op Kevin Borlée is hoogst onzeker. Borlée ondervindt last aan de voet en wil geen risico’s nemen met oog op de zomer. Ook zonder hun kapitein mag de ploeg de top zes niet ontlopen. Een medaille is eveneens haalbaar, maar een evidentie wordt het niet. Ook bij de Cheetahs wordt er gedroomd van een medaille. Geen eenvoudige doelstelling als je weet dat de Verenigde Staten en Nederland hoogstwaarschijnlijk al met twee plakken gaan lopen. Beter doen dan hun zesde plaats in Belgrado moet wel mogelijk zijn.
Over dan naar de rechtstreekse hoogspringfinale waarin Thomas Carmoy uitkomt. Hoewel de grootste namen hun kat sturen en Carmoy een absoluut kampioenschapsbeest is, lijkt een hoge notering moeilijk te zullen worden. De pupil van Tia Hellebaut kon met 2m21 deze winter nog niet schitteren en lijkt nog meer tijd nodig te hebben om de vruchten te plukken van de nieuwe trainingsaanpak.
Last but not least: Ben Broeders. De polsstokspringer kon in zijn laatste wedstrijd van het seizoen opnieuw vertrouwen tanken door een seizoensbeste van 5m72 neer te zetten. Na twee wedstrijden waarin Broeders geen hoogte haalde door de naweeën van buikgriep, was dat een welgekomen opsteker. Zijn beste resultaat op een WK indoor is voorlopig een vijfde plaats. Het zou bijzonder knap zijn mocht het trainingsmaatje van Mondo Duplantis dit resultaat kunnen evenaren.