Vanaf vrijdag vindt in Glasgow het wereldkampioenschap indooratletiek plaats. Toppers als Noah Lyles en Femke Bol tekenen er present. Wie verschaft zichzelf gemoedsrust en mag zich als wereldkampioen voorbereiden op de cruciale olympische zomer? Verder zijn er disciplines waar de wereldrecords in de uitverkoop staan. Vinden die weldra een nieuwe eigenaar? U ontdekt hier welk lekkers op de Schotse plank ligt!
Beginnen doen we bij de noorderburen. Femke Bol scherpte op het Nederlandse kampioenschap in Apeldoorn haar eigen wereldrecord op de 400m aan tot 49”24. De oranje wervelwind liep de drie snelste tijden van 2024 en is dus de uitgesproken favoriete om haar eerste wereldtitel op het nummer te pakken. Haar grootste concurrente slaapt in dezelfde hotelkamer, want Lieke Klaver is de atlete die tot nu het dichtste bij Bol in de buurt kon komen – al blijft ook zij op geruime afstand. Met twee zulke straaljagers in het eskader kan Nederland de favorietenrol op de 4x400m niet ontlopen. Toch valt ook de VS niet te onderschatten. Alexis Holmes, die zelf een lage 50” waard is, kan rekenen op een sterke ploeg in de breedte. Om het thuisland en onze Cheetahs maar niet te noemen…
Een volgende discipline waar de Nederlanders watertandend naar kunnen uitkijken is de 60mH. Nadine Visser kwam al meermaals tot op luttele honderdsten van haar nationaal record (7”77) en behoort daarmee tot de medaillekandidaten. Toch staat Devynne Charlton uit de Bahama’s nog een rijtje hoger op de favorietenlijst. Zij verbeterde het wereldrecord tot 7”67 en was nog een tweede keer goed voor 7”68. Amper vijf dagen na Charltons wereldrecord evenaarde de Amerikaanse Tia Jones haar toptijd, maar zij haakt geblesseerd af voor het WK.
Als er één man is die nooit afhaakt, dan is het Grant Holloway wel. De laatste keer dat hij een indoorrace over de hoge horden niet won is tien jaar, of 61 wedstrijden, geleden. De levende legende toonde zich dit seizoen al in topvorm door zijn eigen wereldrecord op 7”27 te brengen. Voor de derde keer al en nog steeds als enige in de geschiedenis dook de 26-jarige spurtbom daarmee onder de 7”30-grens. Trey Cunningham uit eigen land wordt zijn voornaamste opponent.
Roep ‘wereldrecord!’ en Mondo Duplantis komt aangehuppeld als een hond naar zijn baasje. Eind vorig seizoen zweefde de 24-jarige Zweed succesvol over 6m23 en zo verlegde hij het record al voor de zevende keer in zijn carrière. Een week geleden kwam Duplantis ook al akelig dicht in de buurt bij een geslaagde poging over 6m24. In Glasgow krijgt de polsstokgod een nieuwe kans. Waar de nieuwe wereldkampioen bij de mannen al gekend lijkt – Chris Nilsen en Sam Kendricks denken daar ongetwijfeld anders over – zijn bij de vrouwen alle ingrediënten aanwezig voor een spannende strijd. Met Molly Caudery is de ranglijstaanvoerster een onbeschreven blad als het op mondiale medailles aankomt. De concurrentie moest haar tot dusver slechts enkele centimeters toestaan en gaat met een pak meer ervaring rond de pokertafel zitten. Katie Moon en Sandi Morris zijn samen goed voor één keer olympisch goud en vier wereldtitels.
In het verspringen wordt het uitkijken naar wat Tara Davis-Woodhall kan klaarspelen. Zij vloog op de Amerikaanse trials naar 7m18, wereldwijd de verste sprong in vijf jaar tijd. Bij de mannen staat dan weer een generationeel talent te popelen om zijn eerste medaille bij de senioren te pakken. Mattia Furlani vloog dit seizoen naar 8m34 en bleef zo 1cm onder het junioren-wereldrecord. Olympisch kampioen Miltiadis Tentoglou zal een vette kluif hebben aan de 19-jarige Italiaan. Het veld ligt trouwens niet ver uit elkaar waardoor heel wat mannen zichzelf in een kansrijke positie zullen wanen.
Dat ligt wel wat anders in het kogelstoten. In wereldrecordvorm (23m56) heeft Ryan Crouser meer dan een halve meter overschot op Tom Walsh, in principe zijn dichtste aanwezige belager. Als we alleen 2024 in aanmerking nemen was het echter Leonardo Fabbri die met 22m37 het dichtst bij de 22m80 van Crouser kon komen.
Op dag één staat in Glasgow al een heerlijk titanenduel op het programma. Yaroslava Mahuchikh en Nicola Olyslagers nemen het tegen elkaar op tijdens een generale repetitie van de Olympische finale. De 22-jarige Oekraïense werd twee jaar terug wereldkampioene in Belgrado nadat ze enkele dagen eerder haar door Rusland binnengevallen thuisland was ontvlucht. In 2024 toonden beide dames zich al in absolute topvorm. Mahuchikh opende met 2m04, haar derde prestatie ooit en haar hoogste sprong sinds de 2m05 op de Memorial Van Damme van 2022. Voor Olyslagers was 2m03 – in januari gesprongen tijdens een Australische outdoormeeting – een evenaring van haar persoonlijk record. Verlies ook Eleanor Patterson niet uit het oog.
De organiserende federatie kreeg in eigen land een flinke hoop kritiek te verduren. Team GB stuurt slechts 20 individuele atleten uit en opteerde ervoor om geen team in te zetten op de 4x400m bij de mannen – een selectie van vergelijkbare omvang als de Belgische. Daarenboven werd met Guy Learmonth een Schotse publieklieveling thuisgelaten, ondanks de uitnodiging die hij ontving van World Athletics. Josh Kerr en Laura Muir zijn de Schotse speerpunten van de Britse ploeg. Zij kiezen allebei voor de 3.000m en niet voor hun geliefkoosde 1500m. In beide gevallen houdt dat nog steeds medaillekansen in, al zijn de Ethiopische opponenten met Getnet Wale, Selemon Barega en Gudaf Tsegay niet te onderschatten. Kerr houdt ook best rekening met Amerikaan Yared Nuguse. Jemma Reekie (800m) en Laviai Nielsen (400m en 4x400m) zijn andere thuislopers om naar uit te kijken.
In een olympisch jaar zijn er uiteraard enkele afzeggers, maar dit WK indoor kan absoluut rekenen op een groot aantal supersterren. Karsten Warholm evenaarde vijf jaar geleden het Europees record op de 400m tijdens het EK in Glasgow. Nu keert hij terug naar Schotland om zijn eerste wereldtitel in zaal te pakken. Noah Lyles wil zich binnen een half jaar in Parijs in het rijtje van de allergrootsten nestelen door de sprinttripel te veroveren. Die uitzonderlijke combinatie van gouden medailles op de 100m, de 200m en de 4x100m zette Lyles al neer op het WK in Boedapest afgelopen zomer. Zijn pad richting eeuwige roem loopt via Glasgow, waar hij als snelste man van het jaar arriveert op de 60m. Een wereldtitel op de kortst mogelijke sprint zou Lyles – die vooral geroemd wordt om zijn 200m – heel wat vertrouwen schenken. Christian Coleman is de grootste uitdager.