Eliott Crestan won in 2023 EK-brons, maar lag ook een hele poos in de lappenmand. Na enkele personeelswijzigingen in zijn team en een indrukwekkend wederoptreden kondigt 2024 zich aan als een mooi olympisch jaar. Daarin legt hij de lat hoog voor zichzelf en probeert hij de andere 800m-Belgen te overtreffen.
Na een zomer vol blessureleed maakte Eliott Crestan bij zijn terugkeer in competitie een statement in Nantes. De 800m-loper won zijn eerste wedstrijd in een persoonlijk record van 1’45”96 en mag daarmee – zolang er geen landgenoot sneller gaat – naar het WK in Glasgow. “Op training liep ik mooie tijden, maar ik had best wel wat stress voor mijn eerste wedstrijd in zes maanden. Een chrono onder 1’46” had ik nog niet verwacht, die maakt duidelijk dat de vorm zeker aanwezig is.”
Met een bronzen Europese indoormedaille op zak begon Crestan vorig jaar veelbelovend aan het outdoorseizoen door vierde te worden op de Diamond League van Rabat. Maar net zoals dat de jaren daarvoor een paar keer gebeurde, dook ook in 2023 het blessurespook op: “Na Rabat zou ik normaal gezien aan de Diamond League van Parijs deelgenomen hebben. Dat is er echter niet van gekomen want ik scheurde mijn hamstring. Bij mijn rentree werd ik tot mijn eigen verbazing Belgisch kampioen. Die vreugde was weliswaar van korte duur want de blessure speelde niet veel later opnieuw op. Geen WK dus.”
Dat herval hakte er stevig op in en leidde Crestan terug naar de tekentafel: “Die tweede tik kwam zwaar aan. Op vier jaar tijd heb ik drie grote blessures gehad. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal doet dat telkens pijn. Daarom heb ik besloten om iets nieuws te proberen en wat veranderingen door te voeren in het team rondom mij. Ik heb een nieuwe kinesist, ga één keer per week naar een osteopaat en werk nu ook aan het mentale aspect, iets wat ik vroeger niet deed. De dynamiek binnen die nieuwe omkadering zit goed en de nieuwe wind doet me deugd.”
De concurrentie in België is erg groot op de 800m, met name voor Glasgow waar slechts twee atleten per land mogen aantreden: “Ik vind het heel leuk dat we met een aantal zijn om de boel op te schudden. De tijden die de anderen neerzetten, motiveren me. Je ziet die passeren en de drang om beter te doen speelt meteen op. De 1’45”04 van Tibo De Smet is waarschijnlijk hoog gegrepen, maar met Pieter Sisk is de strijd voor het laatste ticket nog zeker niet uitgevochten. Voor mij is het wel handig dat ik de limiet al beethad bij mijn eerste poging. Dat heeft me toegelaten om de rust te nemen waar ik nood aan had en relatief fris te blijven voor de laatste dagen van de kwalificatieperiode en het WK zelf. Ik loop nog in Liévin en op het BK in Louvain-la-Neuve. Door het indoorseizoen beperkt te houden, minimaliseer ik de risico’s en houd ik meer over voor een belangrijke zomer.”
Die zomer zou met de Olympische Spelen dichtbij huis weleens de belangrijkste van Crestans carrière kunnen worden: “Het worden unieke Spelen voor de Belgen. Voor velen zal het waarschijnlijk de enige keer zijn dat er zo veel bekende gezichten in het publiek zullen zitten. Ik was erbij in Tokio, maar door Covid valt die editie totaal niet te vergelijken met wat er ons deze zomer te wachten staat. Mijn weg naar Parijs zal sterk afhangen van hoe ik het doe tijdens mijn eerste outdoorwedstrijden na de paasstage in Belek. Loop ik vroeg de limiet, dan ben ik gerust en kan ik mijn momenten uitpikken. Doe ik dat niet, dan wordt het een druk seizoen met heel veel wedstrijden om rankingpunten te sprokkelen.” Als het lukt om in Parijs te geraken, koestert de SMAC-atleet grote ambities: “In Tokio was ik in totaal veertiende, ik ging eruit als vierde in de halve finales. Mijn doel is altijd om beter te doen dan de vorige keer dus dat betekent finale en top acht, al weet ik natuurlijk dat zoiets niet vanzelfsprekend is.”
Ben je gepassioneerd door atletiek en wil je meewerken aan het verspreiden van het allerlaatste atletieknieuws? Lees hier hoe jij ons kan versterken!