De zomer gaat en de herfst komt. Naast het vallen van de bladeren betekent dat ook dat de stadsmarathons er weer in sneltempo aan zitten te komen. Het ideale moment dus om een stand van zaken op te maken van de olympische marathonkwalificatie, en om vooruit te blikken naar de najaarsdoelen van de vele Belgische lange afstandstoppers. De kwalificatieperiode begon op 6 november 2022 en eindigt op 5 mei 2024. De rechtstreekse limiet staat bij de mannen op 2u08:10 en bij de vrouwen op 2u26:50. Twee mannen en één vrouw lijken zeker te zijn van deelname, vele anderen doen nog een gooi naar hun ticket. Vooral bij de mannen zit er een spannende strijd om de derde plaats aan te komen. Lees zeker door tot aan het einde voor de deskundige visie van tweevoudig olympisch medaillewinnaar Karel Lismont.
Groep 1: De certitudes
Waar beter om dit overzicht te beginnen dan bij Bashir Abdi? De bronzen medaillewinnaar van Tokio verzekerde zich zonder veel moeite van deelname aan zijn derde Olympische Spelen. Dat deed hij door in april 2023 de marathon van Rotterdam te winnen in 2u03:47, elf seconden boven zijn eigen Europees record. Goed voor zijn tweede tijd ooit en zeer ruim onder de rechtstreekse limiet van 2u08:10. Dit najaar opteert Abdi voor de snelle marathon van Chicago. Hij neemt het er onder meer op tegen Kelvin Kiptum, die met 2u01:25 de tweede chrono ooit heeft staan over 42,195 km. Abdi werkte een hoogtestage af in Font Romeu alvorens naar Brussel af te zakken voor de Allianz Memorial Van Damme. Zijn aanval op de Belgische en Europese records over 10.000m draaide uit op een teleurstelling. De warme temperaturen en een gebrek aan ervaring met de nieuwste generatie spikes braken hem zuur op. Amper twee dagen later nam Abdi al revanche door tweede te worden in de Great North Run. Hij werkte zijn halve marathon af in 61’20. Die prestatie sloot veel dichter aan bij het goede gevoel dat Abdi over had gehouden aan zijn hoogtestage. (Doel Bashir Abdi – Chicago, 8 oktober)
Koen Naert maakte zijn duik onder de olympische limiet in dezelfde wedstrijd als Bashir Abdi. Naert werd in Rotterdam zesde door een PR van 2u06:56 te klokken. Aanvankelijk wilde hij graag het WK in Boedapest afwerken, maar achillespeesproblemen na Rotterdam maakten een snel nieuw trainingsblok onmogelijk. Met zijn snelle tijd op zak was Naert vooral op zoek naar een strijdmarathon; en die lijkt hij met New York gevonden te hebben. De man uit Roeselare is bekend met het geaccidenteerde parcours, want in 2018 werd hij achtste in de Big Apple. De kans dat nog twee Belgen zich sneller tonen is eerder klein, dus ook Naert lijkt zeker te zijn van een derde deelname aan de Spelen. Het olympische palmares van de Europese kampioen van 2018 is nu al indrukwekkend, want in Rio werd hij 22ste en in Tokio deed hij daar met een 10e plaats zelfs nog een aantal schepjes bovenop. In de zomer voltooide Naert twee wegwedstrijden over 10km. Op het BK in Lokeren begin augustus zat een snelle tijd er kort na zijn vakantie nog niet in. Een maand later was dat wel het geval, met 28’44” op de Big 10 in Rotterdam. Intussen heeft de 34-jarige atleet zich alweer teruggetrokken op hoogte. Hij verblijft momenteel in Iten, Kenia voor een trainingskamp. (Doel Koen Naert – New York, 5 november)
Hanne Verbruggen was de eerste landgenote die haar deelname aan de olympische marathon kon veiligstellen. Dat deed ze door in februari 2023 zevende te worden in de marathon van Sevilla. De atlete van VITA deed er 2u26:32 over en liet de rechtstreekse kwalificatiegrens zo 18 seconden achter zich. Met die chrono moet ze alleen Marleen Renders nog laten voorgaan op de Belgische aller tijden-ranglijst. Het leverde haar ook een toegangsbewijs op voor het WK in Boedapest. In de maanden tussen Sevilla en het WK waagde Verbruggen zich aan vier halve marathons met 72’28” op het BK in maart als beste resultaat. Het pad naar haar tweede marathon van het jaar was er geen zonder obstakels. De achtste van het EK in München werd geteisterd door een heupblessure en stond met vraagtekens aan de start. De ultieme hoogtestage in Sankt Moritz had echter wonderen gedaan, want Verbruggen kwam over de finish als 39ste. Tien plaatsen beter dan op haar vorig mondiaal kampioenschap, de Spelen van Tokio. Sinds Boedapest heeft Verbruggen de draad nog niet opnieuw kunnen oppikken. De blessure is nog niet van de baan en rust is het blijvende devies. “Hoe moeilijk ook, dit jaar geen marathon meer voor mij”, klinkt het bij Verbruggen die in functie van de Spelen geen veldloopseizoen plant.
Groep 2: De pretendenten
Voor het derde ticket bij de mannen belooft het een bijzonder spannende strijd te worden. Michael Somers lijkt op acht maanden van het einde van de kwalificatieperiode in polepositie te liggen. Hij heeft de limiet nog niet beet, maar kwam er al het dichtst bij in de buurt en deed dat op de koop toe in zijn debuutmarathon. Somers is met zijn 2u09:31 van in Sevilla de snelste Belgische debutant ooit. Hij gaat op het notoir snelle parcours van Berlijn op zoek naar een verbetering en zou maar wat graag onder de limiet duiken. De ultieme procentjes is hij – na een halve marathon in Noord-Ierland – in Sankt Moritz gaan zoeken. Op vier weken van Berlijn bleef Somers met 63”15 een kleine minuut boven zijn PR, maar een paar dagen ziekte de week voordien zullen ongetwijfeld meegespeeld hebben. In de najaarsronde van het gevecht om het laatste ticket is de koploper als eerste aan zet. (Doel Michael Somers – Berlijn, 24 september)
Tip: Kom morgen nog eens terug bij Atletieknieuws om te ontdekken wat Michael Somers zelf te vertellen heeft aan de vooravond van zijn marathon in Berlijn.
Thomas De Bock kan met deelnames aan de wereldkampioenschappen van Doha en Eugene mooie adelbrieven voorleggen. In Rotterdam liep hij enkele maanden geleden zijn snelste marathon tot nog toe. Een chrono van 2u10:17 leverde hem daar een 13e plaats op. De Bock wilde in Berlijn een gooi doen naar een olympisch ticket en voelde zich goed, maar werd eind augustus getroffen door een covid-besmetting. Hetzelfde was hem ook al overkomen op enkele dagen van het WK in Eugene. Daar sleepte De Bock nog een knappe 30ste plaats in de wacht, maar dit keer zorgde de ziekte voor meer brokken. De topconditie moest plaats ruimen en in ruil kreeg De Bock met een ontsteking aan de bilspier af te rekenen. Geen marathon van Berlijn dus aankomend weekend: “Frustrerend, maar part of the game.”, klinkt het bij de marathonloper die graag naar Valencia zou trekken als alternatief. (Doel Thomas De Bock – Valencia, 3 december)
Voor Michael Somers die kroon van hem afpakte was Lahsene Bouchikhi de snelste Belgische marathondebutant. Een jaar eerder liep de nu 30-jarige atleet, eveneens in Sevilla, een tijd van 2u10:22. Het WK in Eugene werd geen succes, Bouchikhi moest er uitstappen met maagklachten. Bij zijn derde marathon, die van Rotterdam in april van dit jaar, bleef de Antwerpenaar anderhalve minuut boven zijn PR. Hij communiceerde voorlopig nog niet over zijn volgende marathon. Oudere broer Soufiane Bouchikhi, met een PR van 2u12:39, komt voorlopig niet in actie. Aanhoudende pijn door het syndroom van Haglund dwongen hem tot een operatie. Hij hoopt begin 2024 weer op volle toeren te kunnen trainen. (Doel Lahsene Bouchikhi – nog niet bekend)
Hij had nog geen volledige marathon op de teller, maar net als Michael Somers droomde Simon Debognies bij zijn debuut van de olympische kwalificatie. Met veel vertrouwen, een veelbelovende voorbereiding en ijzersterke resultaten op verschillende wegwedstrijden verscheen hij in april aan de start in Hamburg. De genadeloosheid van de marathon is berucht en dat ondervond ook Debognies aan den lijve. Hij ging tot over de helft goed mee met de groep die richting 2u08 werd gehaasd, maar maagklachten staken stokken in de wielen. Rond kilometer 35 moest Debognies finaal de handdoek gooien. De Belgische recordhouder over 10km op de weg blijft weliswaar vastberaden en heeft Valencia aangestipt voor zijn herkansing. Samen met Runners’ lab Athletics Team-collega en regerend Europees kampioen Richard Ringer spendeerde hij de maand augustus in Sankt Moritz. Die afzondering sloot hij af met een bemoedigende 28’30” over 10km in Praag. Op 1 oktober betwist de poulain van Tim Moriau het WK halve marathon in Riga. (Doel – Valencia, 3 december)
Dieter Kersten was op de Spelen van Tokio één van de drie gelukkigen. Hij mocht er samen met Bashir Abdi en Koen Naert op 24-jarige leeftijd de olympische marathon in Sapporo betwisten. Kersten behaalde er een mooie 58ste plaats, maar kreeg het sindsdien zwaar te verduren. Hij werd met RED-S gediagnosticeerd en kan voorlopig niet op zijn hoogste atletische niveau functioneren. Alles leek de afgelopen maanden in de goede richting te evolueren, maar slechte bloedwaarden bij een recente check-up bevestigden het plotse mindere gevoel. Wedstrijden lopen zit er in 2023 niet meer in. Naast de voornoemde mannen doken ook Pierre Denays, Justin Mahieu, Amaury Paquet en Joris Keppens de afgelopen jaren onder 2u15.
Behalve Hanne Verbruggen zijn Astrid Verhoeven en Mieke Gorissen de enige vrouwen die in de afgelopen achttien maanden een tijd onder 2u35 konden neerzetten. Hanna Vandenbussche kwam in mei 2022 nog dicht in de buurt van die grens, maar ging in Valencia twee minuten trager. Zij betwist in Warschau aankomend weekend haar eerste marathon van 2023. Gorissen, 28ste in Tokio, liet het lopen van wedstrijden even links liggen en is niet meteen bezig met een najaarsmarathon. Tenzij ze nog onder de limiet van 2u26:50 kan duiken, lijkt de tijd tekort te schieten om nog een andere goede prestatie te laten optekenen die haar een plaats kan geven op de kwalificatieranglijst. Verhoeven klokte in Rotterdam een mini-PR van vijf seconden. Ze kwam als twaalfde over de meet op de Coolsingel in een tijd van 2u31:34. Haar vorige recordtijd dateerde van een jaar daarvoor op hetzelfde parcours. Met een hoogtestage in Font Romeu in de benen mikt zij op een nieuw PR. Waar ze die poging zal ondernemen, maakt Verhoeven weldra bekend. Een laatste test volgende week moet meer duidelijkheid brengen over haar huidige vorm. (Doel Astrid Verhoeven – Snel meer nieuws…) (Doel Hanna Vandenbussche – Warschau, 24 september)
Update 4 oktober: Intussen werd duidelijk dat ook Chloé Herbiet een eerste ontmoeting met de marathon heeft ingepland. De WACO-atlete sloeg het afgelopen halfjaar heel wat van haar persoonlijke records tot moes. Ze maakte ook een indrukwekkend debuut op de halve marathon en verbeterde zich drie weken geleden nog eens aanzienlijk. Op die afstand moet Herbiet met een PR van 71’20” alleen Marleen Renders laten voorgaan op de historische Belgische ranglijst. Ook op de volledige afstand is Renders, samen met Hanne Verbruggen, misschien wel het stiekeme mikpunt. Zij zijn namelijk de enige Belgen die ooit sneller dan de olympische limiet van 2u26:50 liepen. Met welke ambities Herbiet aankomend weekend naar Eindhoven trekt, leest u hier. (Doel Chloé Herbiet – Eindhoven, 8 oktober)
Karel Lismont: “Voor mij zijn Somers en Debognies de grootste kanshebbers.”
Om onze pronostieken te funderen, gingen we ten rade bij een legendarische olympiër. Karel Lismont nam tussen 1972 en 1984 deel aan de Spelen van München, Montreal, Moskou en Los Angeles. Bij zijn eerste deelname veroverde hij een zilveren medaille en vier jaar later voegde hij een bronzen exemplaar toe aan zijn verzameling. “Op mijn derde plaats in Montreal ben ik nog altijd het meest trots. In mei verbeterde ik al mijn pisterecords en had ik een superconditie. Toen kreeg ik plots een darmontsteking en leek ik mijn kansen verkeken te hebben. Met amper drie weken echte training deed ik het toch nog heel goed. In München eindigde ik tweede, maar daar voelde ik dat er niet veel meer in zat. Tot op vandaag denk ik dat ik in Montreal met een probleemloze voorbereiding had kunnen winnen”, zo vertelt Lismont over de wedstrijd waar hij in 1976 zijn snelste tijd ooit liep. Die 2u11:13 maakt van hem tot op vandaag de dertiende Belg ooit. Toch noemt hij zijn olympisch eremetaal niet het hoogtepunt van zijn carrière. “Het hoogtepunt is mijn Europese titel in 1971. Als jonge twintiger was ik nog een onbekende en die titel heeft veel veranderd, voor mijzelf maar ook voor de atletiek hier in de streek’, klinkt het bij de Europese kampioen uit Borgloon.
De nu 74-jarige Lismont volgt de atletiek nog steeds op de voet en was dan ook niet verrast door de prestaties van Abdi, Naert en Verbruggen. “Dat zijn allemaal namen die je had kunnen verwachten. Zonder blessureleed moesten zij zich zonder problemen kunnen plaatsen en dat hebben ze ook gedaan. In Parijs doen zij niet zomaar mee om erbij te zijn.” Voor andere atleten die een plaats op de Spelen ambiëren, moeten twee zaken op het juiste moment samenvallen: “Wie zich wil plaatsen, zal ten eerste geluk moeten hebben met de omstandigheden. In Rotterdam werden dit jaar bijvoorbeeld verschillende records gelopen. Iedereen denkt altijd sneller te kunnen dan zijn vorige keer, maar met slechte temperaturen of te veel wind is dat onbegonnen werk. Ten tweede – en dat is nog moeilijker – moet je net op de dag van de marathon een superdag hebben.”
“2u08:10 als limiet bij de mannen is bijzonder scherp, maar ik sluit niet uit dat één van de Belgen er nog onder gaat. Tegelijk is het voor de mannen die nog boven 2u10 zitten wel een heel grote opdracht om een verschil van twee minuten te vinden.” Behalve de limiet kunnen atleten met twee goede prestaties ook via de ranking een plaats verdienen op de Spelen. “Voor mij is Somers gezien zijn debuut een gevaarlijke klant. Het is wel nog maar de vraag of hij dezelfde goede voorbereiding heeft gehad als voor zijn marathon in Sevilla. Toen kwam hij uit een sterk piste- en crossseizoen terwijl hij nu een half jaar lang niet veel wedstrijden heeft gelopen. Bij Debognies verwacht je dat hij het kan op basis van zijn resultaten op de kortere afstanden, maar het is gevaarlijk om alles op één marathon in te zetten en dat heeft hij in Hamburg al ondervonden.” Volgens Lismont zit daar een belangrijk verschil met zijn eigen tijdperk: “Nu laten ze alles vallen om maanden te trainen voor één wedstrijd. Wij werkten volledige pisteseizoenen af en liepen in het veld. De marathon namen we erbij door enkele weken op voorhand het volume op te drijven. Ik geloof niet dat een combinatie totaal onmogelijk is.” Voor zijn vroegere poulain Dieter Kersten ziet Lismont nog slechts beperkte mogelijkheden. “Het is bijzonder jammer hoe hij nu al een hele tijd niet meer kan tonen wat hij in zich heeft. Hij heeft nog een minieme kans om richting het einde van de kwalificatieperiode de limiet te lopen, maar dan moet zijn gezondheid het toelaten.”
Dat het veldlopen en het afstandwerk op de piste aandacht verliezen aan de marathon vindt de oud-atleet een jammere zaak. “Ik hoop dat de atleten van vandaag op een gegeven moment inzien dat medailles en titels waardevol zijn. Die blijven veel meer bij dan een chrono op de marathon. Die tijden zijn toch maar iets fictiefs, geen enkel parcours is hetzelfde en de omstandigheden en uitrusting zijn allesbepalend. Een titel blijft voor altijd naast je naam staan. Door het BK veldlopen in november te zetten werkt men dat alles trouwens in de hand. Waarop moet je nu nog mikken voor de rest van de winter? Het veldlopen wordt steeds verder afgebouwd. Hopelijk zorgt het EK in België voor een boost en een ommekeer”, besluit Lismont.
De pronostiek van Atni
*** Bashir Abdi / Koen Naert / Hanne Verbruggen
** Michael Somers / Simon Debognies
* Thomas De Bock / Lahsene Bouchikhi / Soufiane Bouchikhi / Astrid Verhoeven
Wie maakt volgens jou het meeste kans op een olympisch marathonticket? Laat het ons weten!