Merel Maes heeft zich op haar eerste WK alle categorieën niet weten te plaatsen voor de hoogspringfinale. De op twee na jongste atlete van het hele veld streed wel tot het einde mee om een finaleplaats. Daarvoor moest ze over 1m92 geraken, iets wat haar net niet lukte, of minder foutpogingen laten optekenen op 1m89.
Merel Maes zag haar mooi seizoen beloond worden met een deelname aan het WK in Boedapest. De 18-jarige hoogspringster kwam begin deze maand ook al in actie op het EK voor junioren, maar kon door ziekte niet haar normale niveau bovenhalen in de finale.
Maes ondervond de voorbije dagen nog altijd naweeën van het ziek zijn, al kon ze in Boedapest zonder enige druk springen. Onze landgenote was, met uitzondering van supertalent Angelina Topic en de Duitse Johanna Goring, veruit de jongste op de startlijst en dus moest er just niets.
Op 1m75 begon de ACW-atlete aan haar eerste WK. Zowel 1m75 als de twee daaropvolgende pogingen lukten allemaal bij de eerste beurt. Op 1m89 viel de lat een eerste en tweede keer naar beneden. De tweede poging was nochtans een hele goede, maar een zachte streling liet de lat toch iets te veel bibberen. Bij poging drie zweefde Maes wel over de lat. Iets wat ze nagenoeg ook klaarspeelde bij de derde beurt op 1m92, een hoogte die ruim voldoende was geweest voor de finale.
Amper acht atleten geraakten over 1m92 waardoor atleten die maar twee pogingen op 1m89 nodig hadden ook bij beste twaalf zijn. Door die ene extra poging op 1m89 staat Maes zeventiende. Er had dus zeker een finale ingezeten, maar zeventiende van de wereld eindigen op 18-jarige leeftijd is een meer dan prima resultaat.
“WK heeft mij opnieuw vertrouwen gegeven”
“Ik ben zeker blij. 1m89 vind ik een mooie hoogte, zeker om dat hier op een WK neer te zetten. Ik ben tijdens mijn wedstrijd nooit bezig geweest met de finale. Teleurstelling dat ik zo dicht bij een finaleplaats was is er niet. Het was natuurlijk leuk geweest, maar ik ben blij met hoe het gegaan is en ik heb er geloof in dat ik de komende jaren nog kansen ga krijgen. Dit WK heeft mij opnieuw vertrouwen gegeven. Na het EK was ik dat toch even kwijt.”
“Zo’n WK is wel helemaal anders dan een jeugdkampioenschap. Ik heb mij proberen afzonderen en niet te veel op anderen gelet zodat ik mijn stress onder controle kon houden. Stress was er zeker, maar ik had het erger verwacht. Ik heb het goed kunnen managen. Het is goed om te weten hoe het hier allemaal in elkaar zit richting de toekomst. De sfeer hier was ook heel leuk.”