Noch Dylan Borlée, noch Alexander Doom hebben zich kunnen plaatsen voor de WK-finale van de 400m. Het duo had de finaleplaatsen eigenlijk nooit echt in het vizier. Borlée eindigde als zevende in 45”59, Doom liep in de andere reeks twee honderdsten sneller en werd vijfde. Steven Gardiner, één van de topfavorieten, viel uit met een blessure.
Evident is het halen van een WK-finale nooit. Er was dus al een zekere portie geluk en stel superbenen nodig om een Belg in de finale van de 400m terug te zien. Kijk maar naar wereldrecordhouder Wayde Van Niekerk die zich niet rechtstreeks kon plaatsen en het via de verliezende tijden moest doen.
Dylan Borlée mocht als eerste Belg een poging wagen. Hij was in het begin nog goed mee, maar viel na een halve ronde terug naar de zevende plaats. Die kon hij niet meer inlossen voor een betere notering en dus was het over en uit voor de Belg. Zijn reeks werd gewonnen door de Brit Matthew Hudson-Smith die met 44″26 het Europees record aanscherpte.
Nadien was het de beurt aan Alexander Doom die een heel geaccidenteerde wedstrijd voorgeschoteld kreeg. Doom zag zowel Bayapo Ndori als Steven Gardiner onderweg geblesseerd uitvallen. Vooral het uitvallen van Gardiner maakte bij het publiek emoties los. Ondanks de twee plaatsen die vrijkwamen, bleef het nieuwste lid uit de sub45-club steken op een vijfde plaats. Borlée (45″59) en Doom (45″57) werden respectievelijk negentiende en achttiende.
Dylan Borlée: “Voel me goed en dan zijn pijntjes niet onlogisch”
“Uiteraard wilde ik vandaag sneller lopen, maar ik heb alles gegeven. Toch in de mate van het mogelijke want mijn hamstring speelde al vroeg in de wedstrijd op. Daardoor ga je automatisch wel een beetje minder forceren. Van mijn race-aanpak heb ik geen spijt. Ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen mocht ik de kans krijgen.”
“Die last is niet iets waar ik me zorgen over maak. Ik voel me heel goed in vorm en dan is het niet onlogisch dat je hier en daar wat pijntjes begint te voelen.”
Over het Europees record en de koelbloedige reactie van Hudson-Smith zie Doom het volgende. “Ik ben meer fan van iemand als Karsten Warholm of Usain Bolt. Zij tonen hun emoties en dat is wat de sport nodig heeft. Akkoord, het is pas de halve finale, maar toch. Misschien wilde hij de focus niet verliezen en eerst volop focussen op de volgende ronde.”
Alexander Doom: “Misschien had ik wat meer druk nodig”
“Ik had op meer gehoopt. Ik voelde onderweg dat ik iets te gretig was in mijn eerste 200m. Ik ging minder ontspannen dan eergisteren het tweede deel in. Dat bekoop ik in de laatste lijn, normaal mijn beste stuk. Ik voelde dat het vat af was met nog een kwart te gaan. Misschien had ik meer druk nodig, want niets moest nog vandaag. In de halve finale was die er nog wel want ik moest die halen. Met wat druk loop ik soms beter.”
“Het uitvallen van de eerste atleet heb ik niet gezien. Dat van Gardiner wel. Zoiets haalt je een beetje uit je focus, ambetant, maar niet iets wat mijn koers zou mogen beïnvloeden. Je moet met je eigen race bezig zijn.”