We zien Delphine Nkansa niet terug in de halve finale van de 100m. Zij bleef steken op een magere 11″40. Rani Rosius kon zich dankzij een nieuw PR van 11″18 wel plaatsen voor de volgende ronde. Ze liep de snelste verliezende tijd van alle deelnemers.
Op papier stonden Delphine Nkansa en Rani Rosius met de reeksen van de 100m voor een moeilijke opdracht. Rosius kreeg bovendien nog een extra vraagteken achter haar naam, want zij kwam pas voor het eerst sinds haar hamstringblessure weer in actie.
Toch was het Rosius die veruit de beste indruk van het duo naliet. De Limburgse dook in de derde reeks twee honderdsten onder haar besttijd. Met 11″18 als resultaat kwam ze zeven honderdsten te kort om rechtstreeks door te mogen. Ze had op dat moment wel de snelste verliezende tijd van drie achter haar naam, al bracht dat weinig zekerheid. Er moesten namelijk nog vier reeksen hun 100m afwerken.
Toch liep niemand van de nummers vier tot acht de tijd van Rosius nog uit de boeken. Na lang wachten – Rosius heeft zeker dertig minuten in de hotseats doorgebracht – kwam het verlossende antwoord. De op één na snelste atlete ooit in ons land mag als negentiende naar de finale.
Voor de Europese beloftekampioene op de 200m werd het een tegenvallende 100m. Nkansa was heel snel weg in de eerste reeks. Daarna viel ze terug naar plaats vijf. Vooral haar chrono van 11″40 was niet het verhoopte resultaat.
Rani Rosius: “Moet Johan sneller geloven als hij zegt dat ik er klaar voor ben”
“Amai, aan dat wachten leek maar geen einde te komen. Ik heb elke reeks zitten aftellen, maar ik werd beloond. Op training ging het wel goed. Toch had ik niet niet verwacht. Al zeker niet tijdens de race. Het voelde allemaal niet supergoed en ik dacht ook te veel na. Mijn seizoen was eigenlijk al geslaagd door twee keer 11″20 te lopen en nu loop ik hier nog sneller. Ik moet Johan (Baerts; red.) sneller geloven als hij zegt dat ik er klaar voor ben.”
“Deze kleine Belg van 23 jaar heeft zich kunnen plaatsen voor de halve finale op een WK. In die halve finale heb ik letterlijk nog minder te verliezen dan tijdens de reeksen. Ik weet toch dat de finale onmogelijk is. Ik ga alleen maar genieten. Na dit WK loop ik trouwens nog twee mooie wedstrijden. Eén in Berlijn en de Memorial Van Damme. Daar vallen meteen veel punten te rapen voor de Olympische Spelen.”
Delphine Nkansa: “Nog voor de start was het al een verloren zaak”
“Ik wist eigenlijk al voor de race dat het over en uit was voor mij. Ik kwam in de callroom en ontdekte dat ik mijn wedstrijdtopje niet bij mij had. Ik vond het nergens. De organisatie vertelde dat ik zonder niet zou mogen starten. Ik was helemaal van slag. Ik ben nog snel naar de opwarmingspiste gelopen en ondertussen was ik met mijn trainer aan het bellen om te vragen of hij wist waar dat was. Ik heb het uiteindelijk gevonden, maar mijn wedstrijd was toen al verloren. Dina Asher-Smith zei nog dat ik moest relaxen want dat het wel goed zou komen, maar het is dus niet gelukt om nog op niveau te presteren.”