Alexander Doom heeft niet twee, maar drie vliegen in één klap geslagen. Hij verzekerde zich met 44″92 van kwalificatie voor de halve finale op het WK, hij sloopte de magische barrière waar elke 400m-specialist van droomt én is nu al zeker van de olympische limiet. “Het is heel speciaal om die barrière te doorbreken”, vertelde Doom al glunderend.
In het begin van het zomerseizoen sukkelde Alexander Doom nog met een hamstringblessure. Het oponthoud was gelukkig geen streep door de rekening. Op de KBC Nacht stond Doom er weer helemaal met 45″39. Twee weken later verzekerde hij zich van zijn derde Belgische titel op de 400m in een alweer mooie tijd gezien de weersomstandigheden.
Doom had zijn beste niveau net op tijd beet en zou op het WK in Boedapest op zoek gaan naar een mooie klassering. Dat betekende doorstoten naar de halve finale. Geen makkelijke opdracht, want in tegenstelling tot heel wat tegenstanders kon Doom nog geen tijd onder de 45 seconden voorleggen.
Tijdens de reeksen van de 400m viel naar eigen zeggen alles in zijn plooi. Doom plaatste zich voor de volgende ronde in een straffe chrono van 44″92. “Ik had een snelle tijd verwacht, maar niet zo snel”, vertelde de nieuwe nummer drie aller tijden in België die supertevreden van de piste stapte. “Mijn start is mijn minste stuk, dus ik wist dat ik sneller moest vertrekken. Aan de 200m kwam ik goed door en in de laatste 100m ben ik meestal op mijn sterkst. Ik had eerlijk gezegd niet gedacht dat ik me al bij al zo makkelijk zou plaatsen. Alles viel in zijn plooi: een toppiste, goede temperaturen, een uitstekende conditie en sterke tegenstand. Ik heb ervan genoten.”
Van kwalificatie van de volgende ronde was Doom meteen zeker. De chrono liet nog enkele tellen op zich wachten, maar wanneer die verscheen was het feestje helemaal compleet. “Het is een magische grens voor elke 400m-loper. Ik schuif op de Belgische ranglijst op en kom achter Kevin en Jonathan Borlée te staan. Als je ziet welke kwaliteit we in België op dit nummer hebben en gehad hebben, ben ik heel trots. Het zijn ook echt geen pannenkoeken die ik nu vooraf ga.”
Doom krijgt nog een dag rust en mag zich dinsdag proberen plaatsen voor de finale. Het wordt lastig, beseft hij. “Alles zit heel dicht bij elkaar qua tijden. De baanindeling gaat al een belangrijke rol spelen, maar hoe fris iedereen aan de start verschijnt zal ook niet onbelangrijk zijn.”
Dylan Borlée: “Ben heel trots al op mijn zesde WK te staan”
Naast Doom verzekerde ook Dylan Borlée, weliswaar via de verliezende tijden, zich van de volgende ronde. Ook hij was een tevreden man toen hij de pers te woord stond. “Volgens mijn vader was een tijd rond de 45″20 nodig voor de halve finale. Ik liep 45″24 dus hij had gelijk. Het is een heel goede tijd en het geeft vertrouwen.”
Borlée moest lang wachten alvorens zeker te zijn via de verliezende tijden door te mogen naar de halve finale. “Het wachten in de hotseats was zenuwslopend. Ik heb de tijd een beetje proberen doden door te babbelen met concurrenten. Elke wedstrijd was een emotionele rollercoaster. Ik dacht telkens dat het voorbij was. Toen Alex liep dacht ik dat hij me eruit zou kegelen. Ik ben trouwens heel blij voor hem. Het geeft zeker een boost.”
“Dit is ondertussen mijn zesde WK. Ik stond er altijd, ook al was het soms een moeilijk aanloop, en ik haalde telkens een zeer degelijk niveau. Het is lastig om dat jaar na jaar te doen, dus ik ben zeker trots op hetgeen ik gepresteerd heb. Ik ben heel gemotiveerd om dinsdag nog eens alles te geven. Voor mij zijn het trouwens ideale omstandigheden. Ik hou van lopen in de warmte.”