De Meeting de Liège stond in het teken van Nafi Thiam en een aanval op de Belgische records op de 600m. Ondanks een sfeervol Luik slaagden noch Camille Laus, noch Pieter Sisk in hun opzet. Thiam zorgde met 6m47 in het verspringen evenmin voor een volledig voldaan gevoel. Gelukkig was er Cynthia Bolingo. De 400m-specialiste wervelde op de baanronde naar haar derde tijd ooit én het olympisch minima. In het hoogspringen noteerde Thomas Carmoy nog enkele veelbelovende pogingen op 2m30.
Nafi Thiam is maar weinig in België aan het werk te zien, maar de koningin van de meerkamp geeft maar wat graag een acte de présence op haar thuispiste. Dat was dit jaar niet anders tijdens de Meeting de Liège. Thiam kwam zich in het verspringen moeien met de specialisten. Het thuispubliek had ze volledig op de hand. De olympische kampioene zette een degelijke reeks neer met verschillende sprongen rond de 6m40 en een beste sprong van 6m47. Daarmee haalde Thiam de tweede plaats binnen achter Marthe Koala uit Burundi. Zij sprong 6m69.
Wat Thiam niet kon in het verspring, kon Thomas Carmoy wel in het hoogspringen. De Carolo bleef foutloos tot en met 2m23 en kreeg nadien, met de overwinning al op zak, vrijspel. Hij liet de lat op persoonlijke recordhoogte leggen, maar haalde de lat op 2m30 drie keer naar beneden. Jef Vermeiren eindigde zesde met een sprong over 2m15. In het polsstokspringen had de wind helaas het laatste woord. Daardoor ging Menno Vloon op zijn aanvangshoogte van 5m32 drie keer de mist in. Ben Broeders klaarde zijn beginhoogte van 5m42 meteen, maar daarna was het voor hem ook boeken toe. Het lukte de nationale recordhouder niet om over 5m62 te springen. Broeders stak wel de winst op zak in het sfeervolle Luik, want Valentin Lavillenie klaarde evenmin deze hoogte.
De piste werd voor het eerst in vuur en vlam gezet door Cynthia Bolingo. Zij toonde zich oppermachtig op de 400m door autoritair naar de overwinning te snellen. Ze klokte een seizoensbeste van 50”69, tevens haar derde chrono ooit en ruim onder de olympische limiet van 50″95. Amper vijf Europese dames liepen dit jaar al sneller. In haar spoor stuwde ze Helena Ponette net niet naar een nieuw PR. De nationale recordhoudster bij de beloften bleef met 51”84 twee honderdsten boven haar beste tijd ooit. De Belgische trilogie werd vervolledigd met een zesde plaats voor Naomi Van den Broeck in 51”96. Bij de mannen schoot Robin Vanderbemden snel uit de startblokken. Hij kwam in de laatste rechte lijn in een spannende strijd terecht en klokte uiteindelijk 46”39. Hij strandde op een vijfde plaats op negen honderdsten van de winnaar. Op de 400m horden bij de mannen kon de bronzen medaillewinnaar van de Olympische Spelen in Rio zegevieren. Yasmani Copello won met een straat voorsprong in 49”88. Beste Belg was Wout Bex met 52”05.
Zowel bij de mannen als bij de vrouwen werd op deze meeting een aanval op het Belgisch record 600m ingepland. Bij de mannen was die kans voorzien voor Eliott Crestan maar hij moest afzeggen met een blessure. Het was dus aan Pieter Sisk om zijn beste beentje voor te zetten en een poging te wagen. Hij slaagde er niet in het BR van Joeri Jansen uit 2002 (1’15”35) te verbeteren. Sisk finishte in 1’16”39. Camille Laus slaagde evenmin in haar recordopzet. Ze ging als derde de laatste ronde in en kon op het einde rekenen op haar straf eindschot om op en over de tegenstand te gaan, maar de 1’25”91 van Sandra Stals bleef net buiten bereik. Laus bleef steken op 1’26”27, de tweede Belgische tijd ooit.
Anne Zagré keerde op de 100m horden terug uit de blessure waardoor ze op het nippertje verstek moest geven op het EK voor landenteams. Ze deed dat met een vijfde plaats en een ietwat teleurstellende 13”36, al stond de wind in het nadeel. De Australische Michelle Jenneke dook als enige onder dertien seconden met 12″88. Bij de mannen geen Michael Obasuyi, waardoor de sterke buitenlanders het onderling uitvochten. De Zweed Max Hrelja won het internationaal onderonsje in een fraaie 13”47. Nolan Van Cauwemberghe, goed voor de zesde plaats, klokte af na 13”92. Dezelfde wind die de hordelopers parten speelde, liet de dames op de 100m evenmin niet toe om snelle tijden neer te zetten. In een Nederlands onderonsje haalde Naomi Sedney het in 11”71 voor Demi Van Den Wildenberg. Elise Mehuys kwam tot 11”80. Op de 100m voor wheelers heeft thuisfavoriet Roger Habsch niet kunnen zegevieren. De Luikenaar bleef ruim een seconde achter de 18”24 van Remi Kizito.
De Belgische 4x100m-ploeg kreeg in Luik de kans om in een sterk veld te proberen een goede tijd te lopen die hen richting Boedapest kon sturen. De Falcons deden lang goed mee met de Spanjaarden maar werden in de laatste rechte lijn gegrepen door Keniaan Ferdinand Omanyala, dit seizoen de tweede snelste man ter wereld op de 100m. Het werd dus een derde plaats en 39”48 voor de Belgische mannen. Ze moeten nog minstens 38”50 lopen om op de seizoensranking de top 16 binnen te sluipen en zo WK-deelname veilig te stellen.
Over dan naar de langere afstanden waar de metrische mijl PR’s opleverde voor de twee Belgen in koers. Antoine Senard deed met 3’40”23 een seconde beter dan ooit tevoren en junior Régis Thibert liet 3’42”88 optekenen, anderhalve seconde sneller dan zijn vorige besttijd. De jongeling was al geplaatst voor het EK junioren in augustus, niet alleen op de 1500m maar ook op de 3.000m en de 5.000m. De wedstrijd werd gewonnen door Ethiopiër Adisu Girma in 3’39”13. Nog zo’n persoonlijk hoogtepunt kwam er op de 3.000m steeple. Remi Schyns mengde zich er tussen de internationale tegenstand en finishte in een nieuw PR van 8’31”53. Daarmee valt hij net buiten de top tien aller tijden. Voor de overwinning kwam hij acht seconden tekort. Die ging naar Nahuel Caraban in 8’23”83. Pieter-Jan Hannes kwam met 8’45”44 in de buurt van zijn PR.
Op het langste loopnummer van de avond heeft Chloé Herbiet haar 5.000m-record gevoelig aangescherpt. De WACO-atlete spaarde zich in het eerste wedstrijddeel. Met nog vijf ronden te gaan, werd het gaspedaal steviger ingeduwd. Herbiet raapte nog heel wat atleten op en finishte in 15’42”68, een verbetering van haar PR met zestien seconden. Voorin ging het bijzonder hard. De Ethiopische Aynadis Mebratu haalde het van haar landgenote in 14’45”70, wereldwijd de achtste tijd ooit van een juniore.