De laatste twee Europese kampioenschappen voor beloften leverden België telkens een recordaantal van vijf medailles op. In 2019 pakte Paulien Couckuyt het goud in Gävle en werden er verder twee zilveren en twee bronzen medailles geoogst. Ruben Verheyden triomfeerde in 2021 in Tallinn en zag vier landgenoten het zilver veroveren. Of de Belgische delegatie die successen opnieuw kan benaderen, zal tussen 13 en 16 juli in Espoo moeten blijken. We wikken en wegen hun kansen.
Op dag één, donderdag 13 juli, schieten we in de ochtendsessie uit de startblokken met drie Belgische dames. Delphine Nkansa is de eerste landgenote die in actie komt en zij doet dat in de reeksen van de 100m. Nkansa verschijnt met de vijfde seizoensprestatie in een veld dat bijzonder dicht bij elkaar ligt. Zo was de nummer één dit jaar slechts vijf honderdsten sneller dan Nkansa’s 11″26. Vooraf liet onze landgenote weten dat ze hier op een finaleplaats mikt. Als alles goed valt, zit er eventueel nog wat meer in. Een bijna identiek verhaal trouwens op de 200m, waar Nkansa met de zesde seizoensprestatie voor geplaatst is.
Niet veel later vinden de kwalificaties voor het polsstokspringen bij de vrouwen plaats en daar treffen we met Elien Vekemans een ander speerpunt van de Belgische ploeg aan. Vekemans rechtte dit zomerseizoen fenomenaal de rug na een moeilijke periode en verbeterde tot vier keer toe het Belgische beloftenrecord. De 4m50 die ze sprong op het EK voor landenteams in Chorzow is nog amper 1cm verwijderd van het BR alle categorieën. Geen van de deelnemers in Espoo sprong outdoor hoger dan 4m49, al toonden zij in zaal wel dat soort hoogtes aan te kunnen. Hoewel Vekemans zichzelf onthoudt van riskante uitspraken, behoren een medaille en misschien zelfs de titel tot de mogelijkheden. Daar is ze trouwens niet onbekend mee. Vekemans pakte in 2019 het brons op het EK junioren. Elena Defrère neemt voor België deel aan het kogelstoten. Zij plaatste zich dankzij een persoonlijk record van 15m78, een worp die van haar de achtste van twintig atleten maakt. De finale later op de dag halen en het daarin zo goed mogelijk doen, lijkt dus de doelstelling.
Op dag twee treedt met Nina Hespel nog een Belgische aan die op basis van haar seizoensbeste prestatie de favorietenstatus niet kan ontlopen. Haar 56″14 is de tweede tijd van alle deelnemers en daarmee zit ze niet ver af van de topfavoriete, al moet het gezegd dat de druk van achteruit ook niet min is. Hespel gaf aan dat ze de goeie vorm te pakken heeft en misschien wel een eerste keer onder 56 seconden zou kunnen duiken. Yorunn Ligneel probeert zich in het hoogspringen een weg naar de finale te banen. Met 1m85 staat ze in de middenmoot van de seizoensrangschikking. Geen Merel Maes op dit EK voor beloften trouwens, de negende Europese hoogspringster alle categorieën in 2023 komt begin augustus in actie op het EK junioren.
Op vrijdagochtend vinden verder de reeksen van de 100mH en de 110mH plaats. Elie Bacari moet negen mannen voor zich dulden qua seizoenstijden en zal dus knokken voor een plaats in de finale. De hordeloper, die vorig jaar nog als tienkamper op het WK voor junioren in Cali stond, was dit seizoen goed voor 13″71. Yanla Ndjip-Nyemeck dook dit jaar voor het eerst onder dertien seconden en zakt dus af naar Finland met zicht op het podium. In de Amerikaanse studentenkampioenschappen leerde ze omgaan met druk en deed ze kostbare ervaring op. Een val in de nationale NCAA-indoorfinale en het missen van de nationale outdoorkampioenschappen zorgen ervoor dat Ndjip-Nyemeck gemotiveerd aan de start zal verschijnen. Ze doet dat met de vierde tijd van het deelnemersveld.
Op zaterdagochtend beginnen Jente Hauttekeete en Thomas Van der Poel aan de tienkamp. Van der Poel kwam in Duitsland tot 7.620 punten en bevindt zich daarmee als eerstejaars belofte middenin het pak. Voor Hauttekeete, bij de junioren Europees kampioen en vice-wereldkampioen, wordt een nieuwe titel geen eenvoudige opdracht. Hij ging in Götzis als vijfde Belg voorbij de 8.000 puntengrens met 8.075 stuks maar de topfavoriet voor Espoo deed daar nog eens 515 punten beter. Meer dan eender welke andere discipline echter is de meerkamp onvoorspelbaar en kan alles plots omkeren. Het podium is alvast een zeer realistisch doel. Clément Labar zal op de 3.000m steeple zijn plek in de finale proberen veiligstellen. Hij kwalificeerde zich met een tijd van 8’43″93 en heeft zo de top tien in het vizier.
Aan het eind van de zaterdagochtendsessie vinden de eerste rondes plaats van de estafettes. Voor België wordt dat een interessant moment want we hebben op drie van de vier aflossingen ijzers in het vuur. Er worden twee teams afgevaardigd op de 4x100m en een mannenteam op de 4x400m. Voorspellingen maken is bij deze nummers nattevingerwerk maar Nkansa sprak voor de jonge Rockets alvast de ambitie uit om een medaille te pakken. Het valt wel nog af te wachten of kopvrouw Nkansa zelf ook in de reeksen in actie zal komen. Zij heeft op zaterdagochtend mogelijk al drie 100m-koersen achter de kiezen en de finale van de 4x100m staat al op zaterdagnamiddag gepland. Met de reeks van de 200m kort na de estafettefinale en een eventuele halve finale en finale op op zondag zou dat kleine beetje extra rust welgekomen zijn in een moordend schema.
Naast de estafettefinales is er op zaterdagnamiddag ook de rechtstreekse finale van de 10.000m bij de vrouwen. Jana Van Lent werd vroeg in het seizoen Belgisch kampioen in 34’14″95 en komt daarmee met de twaalfde tijd aan in Finland. De 10.000m bij de mannen vindt plaats op zondagvoormiddag. Ook daar heeft België met Noah Konteh een vertegenwoordiger. Hij heeft een tijd van 29’21″30 staan en zal proberen om in de eerste helft van het pak te eindigen. Zondag is er ook nog dag twee van de tienkamp en een flink aantal finales waar we zo veel mogelijk Belgen hopen terug te zien.