Op de slotdag van de vernieuwde European Team Championships kon België, ondanks vier top 3-plaatsen, de degradatiezone niet ontspringen. Ons land zette in de laatste nummers nog een ultieme inhaalpoging in, maar het kwaad was al geschied. Over twee jaar zal België zo uitkomen in de tweede divisie van dit kampioenschap. Italië mag zich de komende twee jaar ietwat verrassend het strafste land van Europa noemen.

Heel wat sterkhouders zoals Philip Milanov, Isaac Kimeli, Nafi Thiam, Tibo De Smet en Ismael Debjani stuurden hun kat naar de European Team Championships. Daardoor was het op voorhand al duidelijk dat België zou moeten bikkelen voor behoud. Na drie dagen competitie bleken de twijfels gegrond. Met een 14e plaats en 250 punten kon België de laatste drie plaatsen niet vermijden. Samen met Turkije en Noorwegen zakt ons land naar de tweede divisie. Om in de eerste divisie te blijven had België 7 punten beter moeten doen.

Nochtans kaapten we op deze slotdag wel nog vier top 3-plaatsen weg. De hoogspringers hadden er een opvallend aandeel in. Eerst was er Thomas Carmoy die zijn hoogste sprong ooit evenaarde. Met 2m29 moest hij enkel olympisch kampioen Gianmarco Tamberi voor zich dulden. Merel Maes volgde het voorbeeld van haar mannelijke collega. Ook zij evenaarde haar PR (1m92) en eindigde knap als 2e. Maes had nadien nog een veelbelovende sprong op 1m94 in de benen, maar haalde nipt de lat onderuit. Door het competitieformat, waarbij atleten slecht vier foutpogingen mogen neerzetten, mocht Maes haar laatste poging niet meer afwerken.

Dankzij Timothy Herman kwam er nog een 2e plaats uit de bus. De Belgische recordhouder in het speerwerpen zette met een stevige 81m67 zijn tweede worp ooit neer. De 86m26 van Julian Weber bleef weliswaar ver buiten schot, maar de 15 punten waren meer dan welkom. Pauline Smal kon met 47m24 niet overtuigen. Ze eindigde als 15e.

Foto: Jeroen De Meyer

De specialiteit van het huis, de 4x400m (mixed), deed de degradatiezorgen heel even wegebben. Jonathan Sacoor, Camille Laus, Dylan Borlée en een stevig ingetapete Cynthia Bolingo wervelden met het stokje door het stadion. Vooral de snoeiharde eerste 200m van Bolingo viel daarbij op. Het inhaalmanoeuvre bekocht ze wel op het einde, maar de tweede plaats was binnen. In de latere reeks, met alle landen uit de eerste klassementshelft, liep enkel Polen nog sneller dan de 3’12″97 van onze landgenoten.

Foto: Jeroen De Meyer

Ondanks de strijdlust konden de overige Belgen zich niet in de bovenste helft van de uitslag knokken. Imke Vervaet werd op de 200m 10e in totaal met 23”27. Nederland liep er dankzij een ontketende Lieke Klaver weg met het maximaal aantal punten. De rijzige atlete sprintte er in de laatste 50m vandoor en klokte een dik PR van 22”46. Ze klimt daarmee op naar de derde plaats op de Nederlandse ranking aller tijden. Bij de mannen leverde de 21”34 van Christian Igaucel slechts een 15e plaats op.

Elise Vanderelst bleef op de 1500m dan weer teleurstellend steken op de 11e plaats. In een eerder tactische wedstrijd, waarbij Vanderelst qua positionering geen al te beste keuzes maakte, finishte ze in 4’14”63. Iets beter verging het Enzo Noel op de 5.000m. Na een kilometer lang voorin meegedraaid te hebben, zakte Noel terug naar de tweede helft van het pak. Daar bleef hij de resterende kilometers zitten om uiteindelijk als 9e te finishen in 14’02”78. Op de 3.000m steeple kon Jolien Van Hoorebeke nooit de laatste positie vermijden. Ze finishte als 16e, maar bewees zich wel met een nieuw PR van 10’32”28.

Foto: Jeroen De Meyer

Tenslotte mochten Maité Beernaert en Andreas De Lathauwer nog komen aandraven. Beernaert haar sprong van 6m10 lag in lijn met haar prestaties van dit seizoen. Ze werd daarmee nog mooi 12e. De Lathauwer kon zijn beste vorm niet voorleggen. Met 16m67 in het kogelstoten bleef hij als enige onder de 17m.

Bovenaan het klassement bleef Italië ook op de slotdag heersen. De Azzurri bleef thuisland Polen met ruim 20 punten voor. Duitsland mocht als derde mee het podium op. Onze noorderburen eindigden knap als zesde.

1 REACTIE

  1. Ik heb genoten van de prestaties van Merel Maes, Timothy Herman, Cynthia Bolingo, Rani Rosius, Camille Laus en Thomas Carmoy maar deel de mening van delegatieleider Rutger Smith. Droevig dat onze top??-atleten het de moeite niet vonden om de eer van hun land te verdedigen.

Reacties zijn gesloten.