Thomas Carmoy zorgde voor de apotheose door op de slotdag van het EK indoor de derde Belgische medaille in minder dan drie uur tijd te pakken. In het hoogspringen zweefde de atleet voor de tweede keer in zijn carrière naar een bronzen plak. “Ik had zilver kunnen pakken”, was de atleet achteraf kritisch voor zichzelf.
Flashback naar het EK indoor in Torun van twee jaar geleden: Thomas Carmoy verraste door op de slotdag onverwacht het brons te grijpen in de hoogspringfinale. Op het EK indoor in Istanboel deed Carmoy dit kunstje nog eens over, al was het dit keer veel minder onverwacht. De atleet mocht dankzij een persoonlijk record van 2m29 opnieuw als derde het podium op.
“Ik ben wel tevreden”, klinkt het niet helemaal overtuigend. “Ik had eigenlijk beter kunnen doen en zilver kunnen pakken ondanks dat ik hier mijn persoonlijk record spring. Ik voelde me echt goed en genoot van de atmosfeer, maar ik had jammer genoeg drie pogingen nodig op 2m29. Het blijft natuurlijk een nieuwe medaille op mijn palmares. Ik ben blij dat ik mijn ouders, die speciaal zijn afgereisd, niet heb moeten teleurstellen.”
Na zijn geslaagde poging op 2m29 ging de lat naar 2m31, exact de hoogte waarmee Eddy Annys 37 jaar geleden het Belgisch record neerzette. Een evenaring van het Belgische record lukte nog niet, maar Carmoy durft er wel al aan denken. “Ik heb 2m31 in mij. Mijn laatste poging op die hoogte was zeker geen slechte.”
Wie er gisteren als de kippen bij was om Carmoy te feliciteren, was Eliott Crestan, de andere bronzen medaillewinnaar van de slotdag. Dankzij Crestan had Carmoy nog een extra stimulans om een medaille te winnen, legde hij uit.
“Eliott en ik volgen al jaren een gelijklopend traject. We hebben al verschillende stages en kampioenschappen samen meegemaakt. Om de stress te verlichten, grappen we regelmatig met elkaar. Zo hadden we voor de competitie een pronostiek gedaan. Eliott zei dat ik zilver ging pakken, ik zei dat hij brons zou winnen. Mijn bronzen medaille was dus niet het enige dat ik gisteren gewonnen heb”, aldus Carmoy over de camaraderie tussen hun twee.