Zowel Imke Vervaet als Delphine Nkansa konden niet doorstoten naar de EK-finale van de 200m. Vervaet, die in de reeksen haar PR evenaarde, had het nu zichtbaar lastiger. Ze werd zesde met 23″48 en kon de finale meteen vergeten.
De eerste twee van elke halve finale mochten samen met de twee snelste verliezers naar de finale. Imke Vervaet kwam in de eerste reeks uit. Na de bocht keek ze al tegen een aanzienlijke achterstand aan. Uiteindelijk moest ze vrede nemen met een zesde plaats in 23″48.
“Mijn bocht was slechter dan vanochtend”, zei Vervaet. Ze had dit nochtans als werkpuntje voor de halve finale aangestipt. “Maar ik zat echt niet in de wedstrijd. Het lag niet aan de regen, want de opwarming was binnen dus dat was geen probleem. Na 30 meter had ik gewoonweg door dat ik aan het lopen was en vergat te spurten. Ik moet nog eens goed analyseren wat er juist fout ging want fysiek voelde ik me zeker niet slecht. Ik moet misschien ook eens leren doorlopen in baan acht.”
Of Vervaet morgenvroeg met de Cheetahs loopt is nog niet zeker. Ze biedt zich alleszins aan. “Ik heb er echt heel veel zin in. Het is morgenochtend wel dus ik ga wel goed moeten recupereren morgen, maar als ik mag lopen ben ik er helemaal klaar voor.”
Delphine Nkansa kwam pas in de derde halve finale aan zet. Ze streed langer mee om de knikkers dan Vervaet, maar ook zij schoot uiteindelijk tekort voor de finale. Ze eindigde als vierde in haar reeks in 23″28.
Over de drie halve finales heen klokte Nkansa de elfde chrono, net als op de 100 meter. Vervaet was achttiende.
“Vreselijk. Het was de slechtste wedstrijd van mijn EK”, zei een ontgoochelde Nkansa. “Door tegen mezelf te zeggen dat de finale mogelijk was, had ik te weinig focus op mijn techniek. De opwarming was een beetje lastig en ik had schrik dat mijn spieren af zouden koelen, maar toen ik het hele stadion hoorde roepen, was dat snel vergeten. Op naar de aflossing nu. En vooral naar volgend jaar, want ik wil laten zien dat ik meer in me heb.”