De EK-finale van de 100m in München zal niet Belgisch getint zijn. Zowel Rani Rosius als Delphine Nkansa hadden geen stunt in de benen en strandden in de halve finales. Rosius bleef steken op 11″53, Nkansa deed het iets beter met 11″39.
Op het koninginnennummer van een EK de finale halen is absoluut niet vanzelfsprekend. Dat mochten Rani Rosius en Delphine Nkansa aan den lijve ondervinden. Rosius werd in de tweede reeks overvleugeld door Dina Asher-Smith en co. Ze kon nog net één atlete voorlijven, maar met een chrono van 11″53 blijft ze ver verwijderd van haar PR van 11″28.
Nkansa was in de reeksen veruit de betere van het Belgisch duo. Toch kende ook zij geen succes in de halve finale. Nkansa kende geen al te beste start, maar kon daarna nog wat terrein goedmaken. Ze deed het met een vierde plaats niet onaardig, al bewees ze dit jaar al een pak sneller te kunnen dan 11″39. Nkansa werd uiteindelijk elfde van alle deelnemers, Rosius is negentiende van Europa.
“Mijn prestaties gaan precies alleen maar in dalende lijn dit seizoen, maar vandaag was het puur een probleem van concentratie”, vertelde Rosius. “Dat is eigenlijk al het hele seizoen mijn probleem. Ik ben iemand die zich altijd moeilijk kan concentreren, als er dan nog een wesp opduikt en een valse start gebeurt naast mij, krijg ik het al helemaal moeilijk. De klik om mij helemaal te kunnen focussen moet ik dringend terugvinden.”
De ervaring nemen ze Rosius niet meer af. “Ik heb er wel van genoten om een halve finale te mogen lopen”, vertelde de Limburgse. “In de oproepkamer was ik aan het piepen naar Dina Asher-Smith, een idool van mij. Ik ben nog altijd maar 22 en mag blij zijn dat ik hier in de halve finales stond.”
Ook Nkansa genoot ervan in het Olympiastadion. “Met het feit dat ik met MujingaKambundji heb mogen lopen, in een inspiratiebron van mij, ben ik heel blij”, zei zei. “Als ervaring was dit geweldig. Maar over mijn wedstrijd ben ik ontgoocheld. Ik zat er niet helemaal in, maar het goede nieuws is dat mijn kuit het gehouden heeft.”
Op de 200 kan ze zich nogmaals laten zien. “Misschien kan ik daar wel de finale halen. Ik weet niet of het haalbaar is, maar ik zie me wel onder de 23 seconden lopen. Hoe dan ook gaat die 200 meter mij beter af dan de 100 meter”, besloot ze.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.Ok