De Belgian Tornados stormden naar brons in de finale van de 4×400 meter op het WK in Eugene. Na afloop stonden ze te glunderen. “Dit is waar we zo hard voor werken”, klonk het.
“Toen we het stadion binnenkwamen hebben we tegen elkaar gezegd dat we gingen genieten van de topsfeer in het stadion, en dat hebben we ook gedaan”, zei Dylan Borlée. “Nadien heeft iedereen zijn werk goed gedaan. Na al die finales staan we er nog altijd, en zelfs op het podium. Dat doet deugd. We mogen trots zijn dat we er na Doha nogmaals in slagen om die medaille te halen. En de honger blijft. We gaan gewoon door.”
“De wedstrijd is verlopen zoals Jacques tegenover ons voorspeld had”, vertelde Julien Watrin. “Alleen heeft Trinidad & Tobago ons wel stevig geambeteerd door met sterke lopers te starten en een beetje in onze weg te lopen. Het ging heel snel en ik zat op de limiet, maar ik denk dat ik het goed gedaan heb. Je mag echt niet onderschatten hoe moeilijk het is om een medaille te winnen op een WK. De tegenstand is ongelofelijk, en voor mij is het de eerste keer dat ik in de ploeg sta bij zo’n prestatie, dus dat is een moment om niet snel te vergeten.”
“Dit voelt super”, sprak Alexander Doom. “Als je kijkt hoe sterk landen als de VS, Jamaica en Botswana zijn, is het ongelofelijk dat wij daartussen mee kunnen doen. Mijn job was om te volgen en indien mogelijk aan te vallen op het einde. In de laatste rechte lijn ben ik er nog uitgekomen en heb ik Kevin goed kunnen lanceren. Ik heb de opdrachten van Jacques Borlée goed uitgevoerd.”
“We hebben allemaal goed gelopen”, zei Kevin Borlée. “Onze missie was om altijd mee te zijn voorin, en dat is goed gelukt. Ik hoopte de Jamaicaan nog te pakken voor zilver, maar hij was te sterk. Maar goed, brons is heel mooi. Deze medaille is teamwork. Dit is waar we zo hard voor werken. Of dit motivatie geeft om door te gaan tot Parijs? Het motiveert zeker, maar we zullen zien of ik er dan nog bij ben.”