Nafi Thiam en Noor Vidts hebben er een uitstekende eerste dag opzitten van hun zevenkamp bij het WK in Eugene. Thiam staat aan de leiding en ligt vijftien punten voor op haar persoonlijk record, Vidts is vijfde met twintig punten minder dan haar persoonlijk record. Allebei reageerde ze na afloop erg tevreden.
“Deze week voelde ik me al echt goed, in tegenstelling tot in Tokio, waar het einde van mijn voorbereiding minder was”, begon Thiam haar relaas. “Ik zette meteen een dik persoonlijk record neer op de horden en was vertrokken. Dit was een hele goeie dag en ik ben heel tevreden.”
In het hoogspringen klaarde Thiam 1m92 bij haar eerste poging, een cruciaal moment. “Ik wist dat ik het benen had en daarna lukte 1m95 zelfs bij de eerste poging, dus ook daar kan ik tevreden van zijn”, zei ze. “Voor het kogelstoten kreeg ik geen tijd om in te gooien. Dat was niet ideaal.”
Op het einde van haar eerste dag kreeg de tweevoudige olympische kampioene wel met een fysiek probleem te kampen. “Nu wordt het zaak om goed te herstellen en te slapen. Mijn hamstring deed veel pijn in aanloop naar de 200 meter, dus ik hoop dat die morgen beter is, want voor het verspringen gaat die wel in orde moeten zijn”, besloot Thiam.
Ook Vidts was te spreken over haar eerste dag. “Het is mijn eerste zevenkamp van het jaar, maar alles liep meteen heel goed”, klonk het. “De horden was bijna een persoonlijk record, hoogspringen ook. Bij kogelstoten gooi ik een persoonlijk record, dus ook dat was heel goed, en de 200 meter had ik helemaal niet verwacht, omdat ik daar nog niet veel op getraind heb. Ik heb niks laten liggen. Dit was een goede weerspiegeling van mijn vorm”, besloot ze.