Ze greep net naast brons, maar wij onthouden vooral dat Noor Vidts twee dagen schitterde in Tokio en met een monsterscore knap vierde werd. Na afloop kon ze nauwelijks onder woorden brengen hoezeer ze zichzelf verbaasd heeft. “Het is gewoon zot”, klonk het.
“Natuurlijk is het een klein beetje jammer dat het net geen brons wordt, maar ik heb voor elk punt gevochten”, begon Vidts haar relaas. Van ontgoocheling was geen sprake. “Hier vierde worden is gewoon zot. Het is ook niet dat ik ergens iets heb laten liggen. Dit was het hoogst mogelijke. Ik doe meer dan 300 punten beter dan mijn persoonlijk record. Meer kan ik niet vragen. Dat ik dit ooit zou kunnen verwezenlijken, had ik nooit kunnen dromen. Laat staan dit jaar al. Ik ben heel trots op mezelf.”
In het speerwerpen verbaasde Vidts zichzelf nog het meest. “Ik verbeterde mezelf met drie meter. Dat was voor mij dé prestatie van deze tweedaagse”, vertelt ze. Op de afsluitende 800 meter wachtte ze relatief lang met het plaatsen van haar aanval. “Ik wilde niet te vroeg zelf aan kop komen. Haas spelen voor de concurrentie, dat was ik niet van plan. Aan 400 meter kwamen we wel zodanig traag door dacht ik dacht: ‘shit’. Toen ben ik gegaan.”
De tweede dag was nog eens even straf als de eerste, en dat ondanks een slechte nachtrust. “Ik heb enorm slecht geslapen. Ik was ‘excited’ van mijn geweldige eerste dag en mijn hart wilde niet stoppen met bonzen. Als ze mij dit een week geleden hadden gezegd, had ik dat nooit geloofd. Meedoen aan de Spelen, dat was mijn droom. Maar vierde worden? Nee, nooit zelfs maar aan durven te denken.”
Gouden Nafi was overigens de eerste om Vidts te feliciteren. “Dju, op negentien punten van brons, zei ik tegen haar”, vertelt Vidts. “Maar ze antwoordde: wat een score. Dikke proficiat.” De Vilvoordse stond altijd in de schaduw van Thiam, en dat mag voor haar zo blijven. “Daar voel ik mij op mijn gemak. Ik vind dat echt niet erg. Natuurlijk is een beetje aandacht wel leuk, maar dat de meeste aandacht naar haar gaat, vind ik aangenaam. Zo kan ik rustig mijn eigen ding blijven doen.”
Aan haar toekomstplannen heeft de vierde plaats in Tokio bij Vidts weinig veranderd. Honderd procent als topsporter leven, daar past ze voor. “Eerlijk gezegd ben ik van plan om na mijn studies een ‘jobke’ te gaan doen om mijn gedachten te verzetten. Dat werkt het beste voor mij”, besluit ze.