Fanny Smets overleefde maandag de kwalificaties van het polsstokspringen niet in Tokio. Ze bleef steken op 4m25. Voor de finale bleek uiteindelijk 4m55 nodig. Onze landgenote was na afloop streng voor zichzelf en overweegt haar carrière voor bekeken te houden.
De polsstokcompetitie werd lange tijd onderbroken door de regen, maar dat wilde Smets niet als excuus inroepen. “Toen ik moest springen, was het droog”, klinkt het. “Daar lag het niet aan, maar om één of andere reden had ik een superslecht gevoel. Ik heb er echt een rotzooi van gemaakt, en ik kan niet goed verklaren hoe. De vorm is nochtans goed, dat is net het frustrerende. Het is niet dat ik onder de indruk was van de omstandigheden ofzo. Ik heb op het WK in Londen voor 70.000 fans gesprongen.”
Smets legt de oorzaak van haar mindere prestatie bij zichzelf. “Alle ingrediënten waren aanwezig om het goed te doen en dat 4m55 hier genoeg was voor de finale, maakt het extra zuur. Dat ik mijn niveau niet gehaald heb, is toch pijnlijk om vast te stellen.”
Volgend jaar is er een EK in München en een WK in Eugene, waarvoor Smets, goed op schema ligt. Zien we haar daar nog? “Dat weet ik niet. Ik sta er goed voor op de ranking, maar als ik geen contract krijg, stop ik”, luidt het.
De polsstokspecialiste is behoorlijk gefrustreerd. “In een verdomhoekje geplaatst worden, daar heb ik genoeg van. Wat ik hoop, is dat ze eindelijk eens gaan inzien dat dit systeem niet werkt. Je moet eigenlijk hopen dat de anderen het laten afweten, zodat er contracten vrijkomen. Als de regel nu was dat ik finale moest halen, en dat heb ik niet gedaan, zou ik er vrede mee nemen dat ik geen contract kreeg. Maar er zijn geen regels.”