Imke Vervaet sneuvelde maandag in de halve finales van de 200 meter in Tokio. Ze kwam iets minder uit de verf als in de reeksen, maar kan met opgeheven hoofd afsluiten met dank aan haar topchrono van ’s ochtends. Al had ze toch liever wat sneller gelopen in de halve finales.
“Ik moet niet onder stoelen of banken steken dat ik op een snellere tijd had gehoopt, maar ik heb een olympische halve finale gelopen”, zei Vervaet. “Dat is top. Ik mag zeker niet klagen.
Vervaet moest op een dikke halve dag tijd twee keer aan de bak. “Ik heb gegeten en op mijn bed gelegen. Dat was alles. Mijn bocht was iets minder gretig dan deze morgen, misschien begint de vermoeid toch wat te spelen, maar het is nog altijd een mooie tijd. Ik voel me wel nog goed, op adrenaline. Het gevoel in de opwarming was zeker niet slecht. Ik ben ook meer een avondmens dan een ochtendmens.”
Vermoeid of niet, Vervaet moet door. Vrijdag volgt alweer de 4×400 meter met de Belgian Cheetahs. “Binnen drie dagen ga ik er gewoon weer tegenaan”, zegt ze zonder twijfelen. “Komt goed. Ik heb er heel veel zin in. We zijn met Cynthia natuurlijk een sterke schakel kwijt, maar we geloven nog altijd in de finale en gaan daar alles voor geven.”