Jonathan Sacoor plaatste zich zondagochtend vlot voor de halve finales van de 400 meter. Met zijn 45″41 zette hij de zestiende tijd neer. Achteraf vertelde hij over de hitte en zijn grote ambities.
“Ik ga het kort houden jongens, want als ik nu niet goed recupereer, heb ik een probleem”, begon Sacoor zijn interview na afloop van de reeksen van de 400 meter. Het is hem vergeven. “Het was niet makkelijk en zeker geen jogging, maar wel gecontroleerd”, luidde de wedstrijdanalyse. Op het einde moest ik nog doortrekken voor top drie, maar gelukkig is dat goed gekomen.”
De temperaturen liepen op tot tegen de 40 graden in Tokio. “Tijdens de wedstrijd is dat top, zo’n weer, maar vooraf en achteraf is het verschrikkelijk. Het is puur afzien, maar het is hetzelfde voor iedereen. Het is wel de eerste keer in mijn leven dat ik uitkijk naar het ijsbad.”
Hoewel hij zijn persoonlijk record zal moeten verpulveren om de finale te bereiken, legt Sacoor zich niet zomaar neer bij een uitschakeling in de halve finales. “Een finale, daar droom ik altijd van. In elke race mik op de top drie: vandaag, morgen en zelfs in de finale, als daar in zou geraken”, klinkt het vastberaden. “Ik ben niet iemand die zegt dat hij al blij is om gewoon op de Olympische Spelen te mogen zijn.”
Een deelname aan de gemengde 4×400 meter heeft Sacoor overigens niet overwogen. “Nee, dat zou heel veel worden. Kevin heeft ook meer ervaring en is op dat vlak sterker dan ik”, besloot hij.