Vijf jaar is Nafi Thiam nu al de regerende olympische kampioene zevenkamp. Doet ze er woensdag en donderdag in Tokio nog drie jaar bij? Of stoot iemand haar van de troon? Ze probeert alvast om zichzelf niet te veel druk op te leggen en wil ontspannen toeleven naar de olympische zevenkamp. “Het is heel belangrijk voor mij om kalm te blijven”, klinkt het in haar laatste interview voor de Spelen.
Tijden veranderen. In Rio werd er in het beste geval een vijfde plaats verwacht van Nafi Thiam, maar verbaasde ze vriend en vijand met de olympische titel. In Tokio is ze de uitgesproken topfavoriete. Ook de omstandigheden zijn anders: in Brazilië was er publiek en konden atleten de stad in voor een koffietje. Daar is in Japan geen sprake van.
Jullie mogen nauwelijks het hotel buitenkomen. Verveel je je niet?
“Nee. De stage in Mito was heel leuk en is goed verlopen. Ik vind het aangenaam om niet in de drukte en de stress van het olympisch dorp te zitten. Ik weet me wel bezig te houden. Als ik niet train, kijk naar de andere Belgen of lees ik wat.”
Hoe was het om vlaggendrager te mogen zijn bij de openingsceremonie?
“Superleuk. Het is fijn om atleten uit zo veel landen te ontmoeten. Er was natuurlijk geen stadionsfeer zonder publiek, maar het blijft een mooie ervaring.”
Ben je ondertussen al aangepast aan de Japanse omstandigheden?
“De eerste trainingen waren zwaar, maar dag per dag gaat het beter. Aan die hitte wen je wel. In Doha was het ook warm, en op stage in Zuid-Afrika ook.”
Hoe voel je je nu? Zit je af te tellen tot aan de zevenkamp?
“Ik ben ongeduldig om erin te vliegen, maar tegelijk geniet ik ook van elke dag. Het zou zonde zijn om binnen tien jaar te moeten terugblikken met het idee dat ik hier alleen maar zenuwachtig ben geweest en niet genoten heb van mijn verblijf in Japan. Momenteel voel ik nog niet veel stress, dus is het gewoon leuk om te genieten van mijn tijd hier in Japan. Sinds donderdag zit ik in het olympisch dorp.”
Wanneer verwacht je dat de stress zal komen? En probeer je die dan tegen te houden?
“Hoe meer atletiek er op tv komt, hoe meer ik stilaan zenuwachtig zal worden. Een drietal dagen voor mijn wedstrijd wordt de stress serieus, maar het is heel belangrijk voor mij om kalm te blijven. Goed slapen en niet te veel aan mijn competitie denken, dat is hoe ik daarmee omga.”
Je zegt al heel lang dat je in Tokio op je allerbest wil zijn. Is dat gelukt?
“Ik denk het wel. Mijn laatste trainingsweken op het thuisfront waren heel goed. Hier in Japan is het vooral wat acclimatiseren en in het ritme blijven zonder nog hard te trainen. Of ik echt in topvorm ben, gaan we pas weten als de zevenkamp begint.”
Hoe kijk je vijf jaar later eigenlijk terug op die verrassende olympische titel in Rio?
“Het was natuurlijk onverwacht voor mij. Ik ben zonder al te grote verwachtingen aan die wedstrijd begonnen en wilde alles gewoon op een rustige manier, proef per proef afwerken. Ik hoop om ook hier in diezelfde mindset terecht te komen en mij gewoon goed te amuseren. Dat werkt het best.”
Sinds die olympische titel rust er een grote druk op jouw schouders. Voel je daarom extra hard mee met het verhaal van Simone Biles, die met haar mentale gezondheid worstelt?
“Haar verhaal raakt elke atleet. We leggen onszelf al zoveel druk op, en dan komt er nog een laag bovenop van buitenaf. Je werkt keihard en hebt altijd schrik dat het toch zal tegenvallen, en dan zijn er nog eens mensen die kritiek geven. Dat is niet makkelijk, zeker als je zo bekend bent als Simone Biles. Ik vind het echt een triest verhaal. Hopelijk kunnen we de mentaliteit van de mensen een beetje veranderen. Topsporters zijn ook maar mensen die uit zichzelf al genoeg stress hebben en niet nog eens een massa extra druk nodig hebben van buitenaf. Heel lang is er geen enkele aandacht besteed aan de mentale kant van het topsportersbestaan. Hopelijk verandert dat definitief.”
Stress hoort bij topsport, zullen sommigen dan zeggen.
“Dat is te simpel uitgedrukt. Het hoort er inderdaad wel bij, maar soms is het gewoon te veel. Op sociale media is er een constante stroom aan kritiek. Ik heb zelf beslist om een week voor mijn wedstrijd hier in Tokio niet meer op sociale media te gaan en in mijn bubbel te kruipen. Er is de kritiek, maar zelfs goed bedoelde opmerkingen kunnen de druk verhogen. Het is leuk om al die aanmoedigingen te krijgen, maar als je leest ‘komaan, ga voor goud’, voel je toch weer een beetje extra druk.”
Hoe is het met de zenuwen tijdens de wedstrijd? Zijn die hoger of lager zonder publiek?
“Ik heb vooral stress onderweg naar het stadion en tijdens de opwarming. Eens de wedstrijd bezig is, valt het goed mee. Publiek of geen publiek, dat maakt dus weinig uit.”
Het blijft toch zonde dat er geen publiek zit bij een van belangrijkste wedstrijden uit je carrière?
“Gelukkig mogen coaches en atleten nog komen kijken en zijn er toch een handjevol supporters. Eerlijk gezegd lig ik er niet zo van wakker. Ik ben met mijzelf bezig, niet met het publiek.”