De drukke atletiekzondag van gisteren stond onder meer in het teken van het Vlaams kampioenschap AC in Lebbeke. Daarnaast was het onder meer uitkijken naar landgenoten op de Diamond League in Gateshead en een meeting in het Duitse Rehlingen. Robin Hendrix maakte een goede beurt op de 5.000m in Gateshead én is daardoor zo goed als zeker van de Olympische Spelen. Voor Elise Vanderelst en Ben Broeders liep de trip naar het Verenigd Koninkrijk af op een sisser. In Rehlingen waren Philip Milanov, Lindsey De Grande en Eliott Crestan de sterkste landgenoten.
De eerste Wanda Diamond League-meeting van 2021 heeft een muis gebaard. Door de helse omstandigheden in Gateshead waren topprestaties zo goed als onmogelijk. Robin Hendrix kwam in actie op de 5.000m en liep een tactisch degelijke koers. In de slotfase kon de atleet van OEH opschuiven, waardoor hij uiteindelijk als negende finishte in een meer dan degelijke 13’25″68. Hendrix scoort zo belangrijke punten op de wereldranking, waardoor een deelname aan de Olympische Spelen hem quasi onmogelijk kan ontglippen. De zege ging naar de Spanjaard Mohamed Katir, die zich met 13’08″52 rechtstreeks verzekerde van een ticket naar Tokio.
In het polsstokspringen bij de mannen kwam er een einde aan de zegereeks van Armand ‘Mondo’ Duplantis. Het Zweedse fenomeen moest voor het eerst sinds het WK in Doha zijn meerdere erkennen in Sam Kendricks. Na 23 overwinningen op rij wipte de Zweed niet over 5m80, wat hij nodig had om beter te doen dan de 5m74 van de Amerikaanse wereldkampioen. Belgisch recordhouder Ben Broeders kreeg door de koude en zware regenval af te rekenen met krampen aan de kuiten. Onze landgenoot moest vrede nemen met een gelukte sprong van 5m30.
Het langverwachte 100m-duel tussen Dina Asher-Smith, Sha’Carri Richardson en Shelly-Ann Fraser-Pryce draaide uit op een letterlijke krachtmeting. Asher-Smith beukte namelijk het sterkst tegen de wind in. Met een tegenwind van -3,1m/s klokte de Britse wereldkampioene op de 200m af na 11″35, gevolgd door Richardson. Fraser-Pryce finishte op de vierde stek. Elise Vanderelst verscheen aan de start van de 1500m, maar kon allerminst overtuigen. De Europese kampioene in zaal kon geen vuist maken in de slotronde en finishte ruim tien seconden na winnares Laura Muir in een tijd van 4’14″03. Jakob Ingebrigtsen haalde het bij de mannen in een gezien de omstandigheden degelijke 3’36″27.
Geen Belgische topprestaties in Rehlingen
In Rehlingen verschenen meer Belgen aan de start. Van echte hoogvliegers was er op Duitse bodem geen sprake. Stijn Baeten werd ingedeeld in de B-reeks op de 1500m en moest daardoor zelf de koers hard maken na het wegvallen van de haas. De atleet van DCLA klokte af na 3’41″01. Belofte Louis Vandermessen zette met 3’43″31 een mooi PR neer en krijgt stilaan de EK-limiet in zicht. Bij de vrouwen was Lindsey De Grande goed voor een knappe 4’14″10. Voor De Grande, die afgelopen winter opnieuw kon proeven van een internationaal kampioenschap tijdens het EK indoor, is het haar snelste chrono sinds 2011.
Op de 800m werd het uitkijken naar Eliott Crestan en Renée Eykens. Crestan liep een degelijke koers en legde beslag op de tweede stek in 1’47″10. Eykens kende geen superdag bij haar terugkeer na een appendicitis in de aanloop naar het EK indoor. Met 2’05″58 finishte de voormalige Europese kampioene bij de junioren en beloften op de zevende stek. Eline Dalemans kreeg in tegenstelling tot in Karlsruhe vorige week wél de nodige concurrentie op de 3.000m steeple. Dalemans kon haar tijd van 9’49 niet herhalen, maar met 9’59″69 bleef ze wel opnieuw onder tien minuten. De Nederlandse recordhoudster Irene van der Reijken kende wel een begenadigde dag. Van der Reijken scherpte haar eigen NR met een kleine seconde tot 9’33″83. De olympische limiet bedraagt 9’30″00. In de kampnummers was Philip Milanov met 63m42 de sterkste performer. Thomas Carmoy en Fanny Smets hadden respectievelijk in het hoog- en polsstokspringen op meer dan 2m15 en 4m25 gehoopt.