Manon Depuydt was een opvallende afwezige op de eerste VAL-micromeeting. De atlete van AC Meetjesland gaf na een vermoeiende examenperiode de voorkeur aan een extra trainingsblok. Zaterdag trekt Depuydt wel naar de Gentse Topsporthal voor de tweede micromeeting. De EK-limiet van 7”28 op de 60m spookt ergens door haar hoofd, maar een uitgesproken doel maakt Depuydt er niet van.
De wedstrijdmogelijkheden in eigen land zijn schaars. Toch liet Manon Depuydt afgelopen zaterdag de eerste VAL-micromeeting schieten. In tegenstelling tot heel wat van haar collega’s heeft Depuydt wel al een wedstrijd in de benen. In volle examenperiode trok de studente kinesitherapie naar het Franse Liévin waar ze deelnam aan de 60 en 200m. Daardoor kon ze het afgelopen weekend even de tijd nemen om op adem te komen na een zware examenperiode.
“Ik heb het voor mezelf even ontkend, maar ik voel nu dat ik best vermoeid uit de examens ben gekomen. Ik merk dat ik nog iets meer tijd nodig heb om weer wedstrijdklaar te geraken. Gelukkig kon ik half januari wel al een klein testwedstrijdje afwerken om mijn grote competitiedrang te stillen. Ik wist dat ik nog niet volledig in vorm was, want in december ben ik vrij lang afgeremd geweest door een blessure aan de buikspieren. Daardoor kon ik weinig explosief werk doen op training. Dat probleem is gelukkig grotendeels van de baan, maar af en toe duikt de last nog eens op. Het resultaat van die eerste wedstrijd deed er dan ook niet toe. Ik had de wedstrijden zo gemist waardoor ik gewoon al heel blij was dat ik er eindelijk nog eens eentje kon lopen”, vertelde de pupil van Philip Gilson.
“Zomerseizoen heeft er echt even ingehakt”
Met 7”63 op de 60m en 24”17 op de 200m zette Depuydt geen verbluffende resultaten neer, al kunnen die tijden in twijfel getrokken worden. Na een moeilijke zomer waarin de atlete haar eigen verwachtingen niet kon waarmaken, stond vooral plezier voorop bij haar rentree in zaal.
“De organisatie in Liévin was verre van top. Voor de reeksen van de 60m moesten we bijvoorbeeld meer dan een kwartier wachten aan onze startblokken waardoor de focus niet optimaal was. De finale voelde dan weer wel goed en toch liep ik exact dezelfde tijd als in de reeksen. Op wedstrijdbeelden zag je dat ik over de meet kwam wanneer de klok van 7”39 naar 7’40 versprong. Toch stond er 7”63 op het resultatenblad. Toen we uitleg gingen vragen aan de organisatie zeiden ze zelf dat hun tijdregistratie niet zo nauwkeurig was. Ik heb er niet van wakker gelegen. Het deed vooral goed om nog eens een wedstrijd zonder druk af te kunnen werken. Na het voorbije zomerseizoen was dat meer dan welkom. Ik moet toegeven dat mijn tegenvallende resultaten van afgelopen zomer er echt wel even hebben ingehakt. In mei zat ik supergoed in vorm, maar dan zijn we er iets te lang vanuit gegaan dat er geen wedstrijden meer zouden komen waardoor ik niet in topvorm was op de momenten dat het moest.”
Schaarse wedstrijdmogelijkheden bemoeilijken EK-ambities
De voorbije weken werkte Depuydt wel toe naar wedstrijden. Deze winter zal ze er alles aan doen om te knallen, maar toch wordt het een seizoen zonder specifieke doelen. Met een PR van 7″32 op de 60m achter haar naam mag de sprintster nochtans hopen op het EK in zaal. “Het is niet van mijn gewoonte om geen doelen uit te spreken, maar ik wil deze winter niets forceren. Ik heb altijd gezegd dat ik volledig voor het EK in zaal zou gaan, maar gezien de schaarse wedstrijdmogelijkheden denk ik dat het moeilijk wordt om onder de limiet op de 60m te duiken (7”28 ; red.). Ik ga zeker proberen knallen en dan zie ik wel waar ik uitkom. Misschien dat ik mij ook nog eens aan een 400m waag en hopelijk ook een 200m als ik er de kans toe krijg, om te zien hoe dat gaat. Progressie boeken wordt het voornaamste doel deze winter, dus als die EK-limiet er niet uitkomt, dan ga ik niet teleurgesteld zijn. Het zomerseizoen met hopelijk de Olympische Spelen primeert”, besluit Depuydt.