Tradities zijn er om in ere te houden. En dus beslisten wij om ook dit jaar – waarin er meer wedstrijden niet dan wel doorgingen – onze atletiekmomenten van het jaar te kiezen. Al was het maar om te benadrukken dat veel atleten er toch nog iets van gemaakt hebben. En het is niet dat er daarbij weinig keuze was, want 2020 gaat ondanks alles de boeken in als een jaar dat bol stond van de Belgische, Europese en wereldrecords. Vandaag kiest onze redacteur Milan Augustijns voor de knalprestaties van Bashir Abdi op de marathon en de uurloop.
Ik heb iets geprobeerd. Heel hard mijn best gedaan zelfs. Waarvoor? Om mijn atletiekbril af te nemen en een poging te doen met neutrale blik naar de uitslag van de Sportman van het Jaar te kijken. Het moet zijn dat ik stevig in mijn missie mislukt ben, want ik kan er maar niet bij dat Bashir Abdi de top drie niet haalde. Als een tweede plaats in een Major Marathon, in de tweede Europese chrono ooit (!) nota bene, lager moet worden ingeschat dan eindwinst in de wielerronde van Polen, kan ik niet meer volgen. Abdi deed daar op de Memorial Van Damme nog een wereldrecord (eigenlijk beste prestatie aller tijden, maar laten we chauvinistisch zijn) op de 20.000m – toegegeven, een ongebruikelijke afstand – bovenop.
Vooraleer er maanden zonder werk aanbraken was er op 1 maart 2020 nog een van de langste werkdagen ooit voor atletiekjournalisten. Die werkdag begon om 1u10 Belgische tijd, toen in Tokio het startschot werd gegeven voor de laatste Major Marathon voor corona alles overnam. Daags voordien had ik Abdi nog aan de lijn. Hij vertelde over de alomtegenwoordigheid van het mondmasker in Tokio, zelfs de honden droegen er eentje. Geen van ons beiden vermoedde toen al dat het virus ook in eigen land zo zwaar zou toeslaan.
De man met de breedste glimlach van de hele internationale atletiekscène deed in Tokio wat weinigen voor mogelijk hadden gehouden: nóg maar eens een reuzehap van zijn Belgisch record halen en finishen in 2u04:49. De combinatie van zijn tweede plaats in de wedstrijd en diezelfde tweede plaats op de Europese ranking aller tijden maken er voor mij een onwaarschijnlijk straffe prestatie van. Ik zou zelfs durven zeggen: een van de straffere atletiekprestaties ooit door een Belg geleverd. Abdi was al een Europese topper, maar maakte op 1 maart ook de aansluiting bij de wereldtop. En zo was er ondanks de uitgestelde Olympische Spelen tóch een Belg die schitterde in Tokio met een prestatie van wereldformaat.
Later op die eerste maart zouden er nog mooie resultaten van Nafi Thiam in de zandbak van het Franse Lièvin volgen en een beklijvend Belgisch kampioenschap veldlopen op de koninklijke heuvels van Laken. Kort daarna ging alles op slot, maar toen atletiek eindelijk weer kon, was Abdi meteen weer op de afspraak. Dat hij tijdens de Uurloop op de Memorial Van Damme – ondanks corona trouwens een absolute Grand Cru editie – beter deed dan Zijne Hoogheid Haile Gebreslassie en maar nipt de duimen moest leggen voor Sir Mo Farah, vormde nog maar eens een bewijs dat de Gentenaar zich zonder aarzelen een mondiale topper mag noemen.
In 2020, een rotjaar voor de meesten onder ons, heeft Bashir velen doen dromen. Een klein, mager ventje van bij ons blijkt tot onwaarschijnlijk veel in staat. En van dromen gesproken: een favoriet is hij nog altijd niet, maar ik droom stiekem toch van een olympische medaille. Als er iemand goeie ervaringen heeft met marathonlopen in Japan, is het Bashir wel. Mijn vliegticket naar Sapporo is geboekt.