De 79ste ISTAF in Berlijn heeft niet teleurgesteld. Er kwamen geen wereldrecords uit de bus in de Duitse hoofdstad, maar onder meer Karsten Warholm, Christian Taylor en Laura Muir zorgden voor spektakel dankzij meetingrecords. Mondo Duplantis toonde zich van zijn meest menselijke kant door voor het eerst in vier wedstrijden niet over zes meter te springen. Johannes Vetter kreeg in het speerwerpen geen ideale omstandigheden voorgeschoteld én Daniel Stahl leed zijn eerste nederlaag in het discuswerpen sinds augustus 2019.
Het hoogtepunt van de 79ste ISTAF in het Berlijnse Olympiastadion was zonder twijfel de 400m horden, waarin Karsten Warholm nog maar eens bewees wat voor supertalent hij is. De Noor stoomde op de blauwe piste, waar hij zich in 2018 voor het eerst tot Europees kampioen kroonde, naar een meetingrecord van 47″08. De tweevoudige wereldkampioen zette zo zijn derde chrono ooit neer op de lage horden. Donderdag verschijnt hij aan de start van de Diamond League in Rome. In het hinkstapspringen bij de mannen toonde viervoudig wereldkampioen Christian Taylor dat alles kan gebeuren in die ultieme zesde poging. De Amerikaan moest namelijk de Duitser Max Hess voor zich dulden, tot hij in die zesde poging een beste wereldjaarprestatie van 17m57 noteerde.
Op de 1500m bij de vrouwen werd het uitkijken naar Elise Vanderelst. Over haar race leest u hier meer, maar voorin was het ook uitermate interessant. Laura Muir ontbond namelijk voor de zoveelste keer dit seizoen haar duivels. De Britse atlete scherpte haar eigen beste wereldjaarprestatie aan met 3’57″40 én was zo ook goed voor een nieuw meetingrecord. Het volledige podium kon overigens vieren in Berlijn, aangezien Laura Weightman en Jessica Hull respectievelijk een PR en Oceanisch record noteerden. De 3.000m steeple leverde eveneens een beste wereldjaarprestatie op. Hyvin Kiyeng verschalkte wereldrecordhoudster Beatrice Chepkoech na een sterke slotronde. De Keniaanse klokte af na 9’06″14, ruim beter dan de beste chrono van 2020. Voor Chepkoech was het haar eerste nederlaag op haar geliefde 3.000m steeple sinds juni 2019. Irene van der Reijken zorgde voor een klein Nederlands feestje, aangezien de atlete het NR van Miranda Boonstra aanscherpte tot 9’34″80.
Er vielen nog verrassingen te noteren in Berlijn. Zo moest Daniel Stahl voor het eerst sinds begin augustus 2019 nog eens zijn meerdere erkennen in iemand tijdens een discuscompetitie. De ‘Stahl-killer’ was niemand minder dan regerend Europees kampioen Andrius Gudzius, die met 66m72 duidelijk beter deed dan de Zweedse wereldkampioen (65m89). Armand ‘Mondo’ Duplantis had zijn zinnen gezet op het meetingrecord van Sergey Bubka (6m05). Ook de beste polsstokspringer aller tijden is echter menselijk, aangezien hij voor zijn doen ‘slechts’ over 5m91 vloog. Daarvoor had de Zweed drie pogingen nodig. De lat ging vervolgens naar 6m15, maar dat bleek te hoog gegrepen. De gevaarlijke wind in het Olympiastadion hielp de wereldrecordhouder natuurlijk niet op die hoogte. Voor Duplantis was het de al drie competities geleden dat hij niet over zes meter sprong. Johannes Vetter kon net zoals de discuswerpers niet op een ideale wind rekenen. De Duitser moest ‘vrede nemen’ met een beste worp van 87m26, zo’n slordige tien meter minder dan zijn tweede prestatie aller tijden van één week eerder in Polen.
Malaika Mihambo kon voor eigen volk niet overtuigen in het verspringen. De regerende Europese- en wereldkampioene bleef steken op 6m77 en moest de zege aan Maryna Bekh-Romanchuk laten. Die laatste sprong exact tien centimeter verder dan haar concurrente. Arthur Cissé was oppermachtig tijdens de 100m. De Ivoriaanse spurtbom haalde het in 10″10. Bij de vrouwen was Dafne Schippers de beste met 11″26.