Renée Eykens heeft welgeteld nog drie wedstrijden op haar planning staan de komende acht dagen. Vrijdag doet Eykens in het gezelschap van Elise Vanderelst een gooi naar het BR op de 1000m tijdens de AG Memorial Van Damme. Vervolgens staan nog twee 800m-wedstrijden gepland met de KBC Nacht en de meeting in Dessau op respectievelijk zon- en dinsdag. De Belgische 800m-kampioene wil haar goede gevoel op training maar wat graag in een knappe chrono’s vertalen.
Het BR op de 1000m staat al sinds 17 augustus 1979 op naam van Anne-Marie Van Nuffel met 2’36″8 (HT). Twee landgenotes doen vrijdag een gooi naar dat BR tijdens de AG Memorial Van Damme waar de Keniaanse Faith Kipyegon op het WR (2’28″98) aast. 800m-specialiste Renée Eykens zal een vette kluif hebben aan Elise Vanderelst, die het meer van de 1500m en dus uithouding moet hebben. Het belooft alvast een interessant duel te worden tussen de Belgische kampioenes. Eykens liep deze zomer vier wedstrijden en moet met een seizoensbeste van 2’03″90 Vanderelst (2’02″65) voor zich dulden op de Belgische jaarranglijst. De atlete hoopt om komende week het goede gevoel op training om te zetten in een reeks knappe wedstrijden.
“Ik heb enorm veel zin om er vrijdag in te vliegen. De 1000m blijft een ongewone afstand, waarbij het moeilijk is om te voorspellen wat het wordt. Mijn eerste doel is om onder 2’40 te duiken, iets wat me in zaal net niet gelukt is. Het zal hard gaan door die wereldrecordpoging van Kipyegon, dat staat vast. Deze zomer heb ik de kans nog niet gehad om een echt harde wedstrijd te lopen, wat me des te meer doet uitkijken naar de Memorial. Superwedstrijden heb ik nog niet afgewerkt de afgelopen maanden, al voel ik dat het op training steeds beter en beter draait. Mijn gevoel zegt me dat ik meer in mijn mars heb, maar daarvoor moeten alle puzzelstukjes samenvallen. Het BR op de 1000m is straf, maar Elise en ik zullen zeker ons beste beentje voorzetten”, aldus de 24-jarige atlete.
“Memorial als perfecte prikkel met oog op Heusden en Dessau”
De tweede performer aller tijden in België op de dubbele baanronde weet dat ze in staat is om tijdens de drie resterende afspraken mooie dingen te laten zien. Zeker aangezien de atlete zich de afgelopen weken opnieuw in haar sas voelt, nadat ze in juni een dipje kende. “Ik heb een paar races in de benen en voel daardoor dat het qua ritme een pak beter zit. Mijn eerste wedstrijd in Zweden was het echt zoeken naar dat juiste gevoel. Ik hoop vooral telkens te kunnen strijden in de resterende afspraken. Op de 800m krijg ik nog twee mooie kansen normaliter en die wil ik ook met beide handen grijpen. De Memorial zie ik als een perfecte prikkel ook met het oog op Heusden en Dessau. In mei verkeerde ik absoluut in bloedvorm, maar bij gebrek aan wedstrijden heb ik dat toen niet kunnen bewijzen. Daarna heb ik een moeilijkere periode gekend, maar dat is ondertussen van de baan. Het belangrijkste blijft dat alles samenvalt in een wedstrijd, dan zie ik het zeker goed komen”.
Eykens is sinds vorige winter aan de slag bij Stef Vanhaeren, die op zijn beurt als trainer begeleid wordt door de Brit Steve Vernon, die onder meer de Ierse Ciara Mageean onder zijn hoede heeft. Onze landgenote kan de aanpak van de tandem Stef-Steve duidelijk smaken. “De huidige trainingsmethode bestaat uit een mix van mijn twee vorige trainers (Paul Sauviller en Theo Joosten; red.). De afgelopen jaren miste ik vooral in de slotfase van mijn wedstrijden een extra push bij gebrek aan kracht. Daardoor hebben we in het winterseizoen bijzonder hard ingezet op dat aspect. Tijdens het winterseizoen ben ik ook wedstrijd per wedstrijd gegroeid en dat hoop ik opnieuw te bewijzen. Ik had na mijn dipje een paar goede trainingen nodig om er bovenop te komen en die zijn intussen afgewerkt. Naar volgend jaar toe zit ik het zeker goed, dat durf ik nu al zeggen”, verduidelijkt de atlete.
“Geleerd dat meer niet altijd beter is”
Eykens laat zich ook meer dan ooit op geregelde basis door een team omringen. De studente kinesitherapie merkte bovendien dat ze zich in de coronaperiode vaker (preventief) liet onderzoeken. “Ik laat me in het algemeen beter opvolgen dan voordien, ook bij kinesitherapeuten, zelfs wanneer ik nergens last ondervind. Het past in het kader van een meer wetenschappelijke aanpak. Qua fysieke belasting spelen we zo kort op de bal en het doet deugd om te zien dat mijn team zo goed op elkaar is afgestemd én nog stappen zet. Ik heb absoluut geleerd dat meer niet altijd beter is. Dat maakt deel uit van het mooie verhaal waaraan we bouwen. Het leven van een atleet staat synoniem voor net op, of over het randje te gaan, maar ik probeer vooral die lijn in het midden te belopen.”
De sleutel tot succes richting de laatste drie wedstrijden van het zomerseizoen is voornamelijk mentaal voor de halve finaliste van de Olympische Spelen in Rio. Het loslaten van de drang naar snelle tijden in het hoofd van de atlete maakt daar deel van uit. “Eigenlijk wil ik gewoon kunnen lopen zonder al te veel met die chrono’s in mijn hoofd te zitten, dat is ook de enige manier om dat aspect los te laten. Slaag ik in die missie, dan ga ik automatisch veel snellere tijden neerzetten in vergelijking met mijn voorbije races. Het moment is dus gekomen om het denkwerk rond tijden achterwege te laten en gewoon te knallen”, besluit Eykens.