Voor de tweede dag op rij was het verzamelen geblazen in het Koning Boudewijnstadion. Naast een groot deel van de Belgische top, vonden ook heel wat sterke atleten uit de buurlanden hun weg naar de Brussels Grand Prix. Thomas Carmoy zette in zijn eerste wedstrijd van het seizoen meteen een BR bij de beloften neer. Rani Rosius liep op de 100m naar de vierde prestatie aller tijden bij de beloften. Andere uitschieters bleven mede door de warmte uit, al maakten de Belgian Cheetahs en Ismael Debjani opnieuw een fraaie indruk.
Net voor de start van het hoofdprogramma zorgde een lichte regenbui voor welgekomen verkoeling, al maakte dat wel dat de dames van de 400m horden een natte piste voorgeschoteld kregen. Paulien Couckuyt liet het niet aan haar hart komen en maakte zich op voor haar tweede wedstrijd van het weekend. De Europese beloftekampioene had met Jessie Knight het ideale mikpunt voor zich uitlopen. De Britse bijbenen leek te hoog gegrepen, maar met 56”58 maakte Couckuyt opnieuw een meer dan degelijke beurt. Knight was met 55″27 goed voor een stevige chrono én een duik onder de olympische limiet, ware het niet dat het pas vanaf 1 december mogelijk is om opnieuw tickets naar Tokio te scoren. Belofte Eline Claeys liet zich eveneens opmerken door met 57”67 ruim een seconde onder haar persoonlijk record te duiken. Bij de mannen zette Tuur Bras een stap vooruit door af te klokken na 51”75.
Laus maakt het af op het eind, Sacoor moet Dobber voor zich dulden
Camille Laus maakte na haar geslaagde passage op de 200m gisteren voor het eerst dit seizoen haar opwachting op de baanronde. Laus leek in vergelijking met haar concurrentes voor een rustige start te opteren. Halfweg drukte ze het gaspedaal volledig in, waardoor de kapitein van de Belgian Cheetahs knap terrein goedmaakte op haar concurrentes en uiteindelijk als eerste uit de bocht kwam. Met 52”55 zette ze een vergelijkbare opener neer in vergelijking met 2019, toen weliswaar in april.
Jonathan Sacoor maakte zich op voor zijn laatste 400m van dit seizoen aangezien de Belgian Tornado morgen afreist naar de Verenigde Staten voor zijn studies. Sacoor zette meteen de jacht in op de Nederlander Jochem Dobber die in de baan naast hem liep. Het duo hield lang gelijke tred, maar het was Sacoor die als eerste de rechte lijn inging. Dobber had echter nog niet al zijn pijlen verschoten en stak een tandje bij waardoor de OEH-atleet zijn voorsprong uit handen moest geven. Dobber stak zo de winst op zak in 46”18. Sacoor deed met 46”56 wel ruim beter dan zijn seizoensopener van een week eerder.
Buitenlandse atleten domineren sprintnummers, Rosius duikt top 10 aller tijden in
Voor de 100m trokken heel wat sterke Nederlandse dames naar Brussel voor een strijd der Lage Landen. Het was echter twee keer Nederland boven. Marije Van Hunenstijn schreef de eerste reeks op haar naam met 11”30. De reeks daarop werd gewonnen door Naomi Sedney in 11”41. Rani Rosius profiteerde van de sterke tegenstand en dook met 11”44 meer dan een tiende onder haar PR. Ze schuift met die tijd op naar de negende plaats aller tijden en bezet de vierde stek bij de beloften. Cynthia Bolingo bleef met 11”63 nipt Imke Vervaet voor die 11”65 noteerde. Manon Depuydt klokte een reeks eerder eveneens af na 11”65.
De 200m leek een heruitgave van de 100m aangezien zowel Van Hunenstijn als Sedney opnieuw als winnaar uit de bus kwamen. Van Hunenstijn hield met 23”22 net Lieke Klaver en Bolingo af die respectievelijk naar 23”33 en 23”53 liepen. Bolingo neemt zo opnieuw haar plaats bovenaan de Belgische ranglijst in. Sedney kon met 23”66 Depuydt (23”89) voorblijven. In tegenstelling tot gisteren geen drie Borlées aan de start van de 100m. Kevin Borlée blokkeerde zijn rug tijdens de opwarming en moest de wedstrijd laten varen. Jonathan en Dylan Borlée waren wel van de partij en konden met respectievelijk 10”65 en 10”70 hun seizoensbeste nipt aanscherpen. Robin Vanderbemden en Kobe Vleminckx deden het nog een tikje beter dan het duo. Vanderbemden toonde zich de snelste landgenoot met 10”60. Vleminckx, die net terug is van een pittige trainingsstage, deed er met 10”63 net iets langer over.
Op de 200m kwamen dezelfde namen terug, met uitzondering van Vanderbemden. Dylan Borlée nam het in de eerste reeks op tegen Jonathan Sacoor. Het duo maakte er een nek-aan-nekrace van, al was het maar van korte duur. Borlée voelde tijdens het uitkomen van de bocht een pijnscheut in zijn hamstring en verliet al hinkend de piste. Daardoor leek Sacoor vrijspel te krijgen, al was dat buiten de internationale concurrentie gerekend. De Belgian Tornado kwam uiteindelijk als derde in 21”41 over de finish. Jonathan Borlée mocht het in de tweede reeks opnemen tegen Vleminckx en Julien Watrin. Watrin trok net als een dag eerder aan het langste eind en klokte af na 21”10, al was Daniel Talbot de snelste van de dag met 21″00. Borlée deed er welgeteld acht honderdsten langer over. Vleminckx moest het stellen met 21”62.
Zagré kent degelijke seizoensstart, Obasuyi opent sterk
Anne Zagré maakte na een kort uitstapje op de 100m haar opwachting op de 100m horden. De Belgische recordhoudster kende geen al te beste start waardoor ze meteen de achtervolging op de Franse Cyrena Samba-Mayela moest inzetten. Zagré kwam nog heel dichtbij, maar moest het uiteindelijk stellen met een tweede plaats in een tijd van 13”26. De 110m horden was minder spannend aangezien Michael Obasuyi quasi meteen aan de leiding lag. Met 13”71 in zijn eerste wedstrijd van het seizoen maakte hij meteen een goede beurt.
Ummels en Crestan aan het feest op 800m, Debjani met PR over 1000m
De dubbele baanronde was zowel bij de mannen als de vrouwen voorzien van het nodige talent. De Nederlandse Britt Ummels beloofde vooraf de grootste uitdager te worden van Renée Eykens. Charlotte Mouchet en Mirte Fannes mengden zich echter eveneens in de strijd om de winst waardoor het aankwam op een pittige eindsprint. Ummels nam daar de bovenhand en kwam als eerste over de eindstreep in 2’03”79. Eykens, die mee het initiatief nam doorheen de wedstrijd, gooide zich als tweede over de meet in 2’04”52 waardoor ze haar seizoensbeste gevoelig aanscherpt. De vierde plaats ging uiteindelijk naar een strijdlustige Fannes die met 2’05”18 haar PR benadert.
Eliott Crestan was bij de mannen de man om in de gaten te houden, al had hij met Aaron Botterman en Aurèle Vandeputte twee geduchte concurrenten. Crestan hield zich de eerste 500m gedeisd om vervolgens zijn aanval in te zetten. Botterman en Vandeputte konden nog even aanklampen maar moesten in de laatste rechte lijn toch hun meerdere erkennen in hun jongere concurrent. Crestan won zo met 1’47″37. Botterman en Vandeputte werden tweede en vijfde in respectievelijk 1’48″02 en 1’48″87. De 1000m bij de mannen draaide maar rond één man: Ismael Debjani. De CABW-atleet had zijn zinnen op een chrono onder 2’18 gezet, maar moest na 400m alleen aan de bak. Het 44-jaar oude BR van 2’15”5 kwam nooit in het gedrang, maar met 2’18”44 duikt Debjani wel nipt onder zijn PR.
Schoenkeuze speelt een rol in 3.000m, Rooms wint eerste 1500m in twee jaar
Geen 1000m, maar wel een 3.000m voor de vrouwen. Nina Lauwaert maakte een eerder zeldzaam uitstapje naar de piste, maar boekte wel meteen succes. De ROBA-atlete won overtuigend in 9’18″71, maar zal door het dragen van de Nike Vaporfly NEXT% de chrono niet gehomologeerd zien. Ook Hanna Vandenbussche, die derde werd in 9’40″48, maakte dezelfde schoenenkeuze.
Lisa Rooms maakte een uitstapje naar de 1500m. Door matig haaswerk en een te trage doorkomsttijd na 800m nam Rooms al vroeg in de wedstrijd het heft in eigen handen. Rooms kon zich gelukkig tot op het eind nog optrekken aan het gezelschap van Berenice Cleyet-Merle en benaderde met 4’21”42 haar twee jaar oude PR. Komend weekend opteert Rooms voor een 5.000m in Dortmund.
Capponcelli wint tweestrijd met Goossens, Carmoy zweeft naar BR
Het hoogspringen draaide uit op de gekende tweestrijd tussen Zita Goossens en Serena Capponcelli. Goossens kende een feilloos parcours tot op 1m77, maar een sprong over 1m80 wilde ondanks enkele goede pogingen maar niet lukken. Capponcelli klaarde als enige die klus wel in haar laatste poging. Over het hoogspringen van de mannen, waar Thomas Carmoy een BR bij de beloften neerzette, kan u hier meer terugvinden.
Vekemans en Broeders blijven azen op meer
Elien Vekemans ambieert in het polsstokspringen een sprong over 4m30, maar kende ondanks enkele sterke wedstrijden nog niet het verhoopte succes. Ook in Brussel wilde het niet lukken. Na een geslaagde poging op 4m01 liet ze de lat op 4m21 leggen, maar die hoogte kwam er vandaag evenmin uit. Bij Ben Broeders wou het eveneens niet helemaal vlotten. Ondanks enkele degelijke pogingen op 5m77 bleef hij net als de Nederlander Menno Vloon steken op 5m66. Volgende week vrijdag mag Broeders aan de bak tijdens de Diamond League in Monaco.
Van Daalen en Bey overklassen tegenstand
In het discuswerpen duldde de jonge Alida Van Daalen geen tegenstand. De Nederlandse wierp haar discus maar liefst 58m28 weg, haar tweede beste worp ooit. Ook in de verspringbak was het een buitenlandse atleet die de winst wegkaapte. Augustin Bey sprong iedereen naar huis met een sprong van 8m13. Bij de vrouwen deed Hanne Maudens net hetzelfde met een sprong van 6m40. Echt tevreden was de meerkampster niet aangezien ze twee verre nulsprongen liet optekenen.
De volledige uitslag kan u hier raadplegen.