Nina Lauwaert doet op 4 september tijdens de AG Memorial Van Damme een gooi naar het Belgisch uurrecord. Lauwaert, die zich in het korte zomerseizoen focust op de piste bij gebrek aan wegwedstrijden, jaagt op het bijna 17 jaar oude record van Sigrid Vanden Bempt. Eind dit jaar hoopt de 31-jarige atlete zich in Valencia te verzekeren van een olympisch ticket op de marathon, tenzij het coronavirus daar anders over beslist.
Nina Lauwaert viert op 6 augustus haar 32ste verjaardag. Twee dagen later zou Lauwaert mogelijk aan de start van haar eerste Olympische Spelen hebben gestaan. Van Spelen is in 2020 geen sprake door de blijvende, wereldwijde impact van het coronavirus. Lauwaert kijkt echter vooruit en hoopt zich de komende weken te bewijzen met het oog op het uitgestelde olympische jaar. Op 4 september verschijnt ze aan de start van de AG Memorial Van Damme om er het Belgisch uurrecord van Sigrid Vanden Bempt (17.264 m) aan te vallen.
Oorspronkelijk stond het voorjaar van 2020 in het teken van de marathon. In het Duitse Hannover zou Lauwaert op 26 april een ultieme gooi doen naar de limiet van 2u30:15 om een olympisch ticket op zak te steken. Onze landgenote kreeg die kans echter niet door de vele annulaties binnen de sportwereld als gevolg van de coronacrisis. “Het begin van de coronacrisis was moeilijk. Ik zat toen nog volop in mijn marathonvoorbereiding en de organisatie van Hannover bleef lang communiceren dat de wedstrijd zou plaatsvinden. Na de annulatie heb ik behoorlijk snel de knop omgedraaid om meer te gaan inzetten op snelheidswerk, aangezien ik hoopte dat kleine wedstrijden in eigen land wel aan de orde zouden zijn”, begint Lauwaert.
De eerste coronagolf bleek leerrijk voor de marathonloopster, aangezien ze meermaals zichzelf verbaasde tijdens trainingswedstrijden. “In onze club waren we een aantal uitdagingen opgestart, uiteraard telkens met respect voor de geldende maartregelen. Ik heb onder meer een vijf en tien kilometer op de weg afgelegd, maar bijvoorbeeld ook een 1500m op de piste van zodra het opnieuw mogelijk was. Toevallig viel die vijf kilometer samen met de Nederlandse ‘CoronaSoloRun’, wat het des te leuker maakte. In mijn ogen was het onmogelijk om sterkte tijden neer te zetten zonder in een wedstrijd te zitten. Ik dacht namelijk altijd al dat ik het van externe zaken moest hebben zoals concurrenten en toeschouwers. Die prikkels bleken echter niet nodig en dat is iets wat ik meeneem naar de toekomst”, verduidelijkt de atlete, die 16’03 en 32’53 noteerde op haar vijf en tien kilometer tijdens de lockdown light.
Hoogtestage om terugkeer naar ‘gewone’ atletenbestaan in te luiden
Begin juli trok Lauwaert naar het Zwitserse Sankt Moritz om er een pittige hoogtestage af te werken. “Die stage stond sowieso gepland met het oog op de Olympische Spelen van Tokio. Na het uitstel van de Spelen heb ik echter besloten om de stage te behouden, ook al heerste toen nog veel onzekerheid over reisplannen. Ik zag het als een soort opstapje naar de komende weken, waar ik alle mogelijke wedstrijdkansen wil grijpen. Het luidde ook een beetje de terugkeer naar het ‘gewone’ atletenbestaan in”, vertelt ze.
In een ideale wereld verscheen Lauwaert morgen aan de start van het BK tien kilometer op de weg, dat ondertussen is uitgesteld naar midden oktober. De Brussels Grand Prix en het BK AC blijven voorlopig op planning staan met respectievelijk een 3.000m en 5.000m. Beide wedstrijden dienen ter voorbereiding op het grote zomerdoel, namelijk een aanval op het Belgische uurrecord tijdens de AG Memorial Van Damme op 4 september. Het BR staat sinds 2003 op naam van Sigrid Vanden Bempt met 17.264 m.
“In mijn ogen moet het een haalbare kaart zijn. Al is het moeilijk om te gaan vergelijken met een tien mijl of een halve marathon Mijn eerste doel blijft om het record te vebreken. Naar een plan van aanpak is het voorlopig nog zoeken. Het wordt ongetwijfeld rondjes tellen. Op het moment dat ik de vraag kreeg om deel te nemen, heb ik toch even getwijfeld. In het verleden ervaarde ik namelijk een 10.000m-race op de piste als bijzonder saai. Daardoor is er zowel een bepaalde angst, als fascinatie voor deze uitdaging. Valt het mee en overwin ik mezelf, dan kan het ook zeer positieve gevolgen hebben met het oog op een mogelijke 10.000m op de piste, maar ook voor mijn komende marathon”, aldus Lauwaert.
“Elke marathon is een verhaal op zich”
Het hoofddoel op lange termijn blijft voor Lauwaert de marathon. De atlete droomt luidop van de Olympische Spelen van volgend jaar. Om zich rechtstreeks te verzekeren van een ticket naar Tokio moet ze welgeteld negen seconden beter doen dan haar huidige PR op de afstand (2u30:24). Dat hoopt ze te verwezenlijken op 6 december in Valencia. “Ik ben ingeschreven voor de marathon van Valencia, maar benader dat doel toch met de nodige onzekerheid door de blijvende dreiging door het coronavirus. Komt er een pure wedstrijd voor elites, dan verschijn ik uiteraard aan de start, al blijft het onzekerheid troef. Het WK halve marathon is verplaatst naar oktober, maar ook daar is het verdacht stil rond. Wat een jaar kon worden van een WK, EK en de Spelen is voorlopig aan het uitdraaien op een jaar van niets”.
Voor Lauwaert is er geen succesrecept voor een geslaagde marathon door de veelheid aan factoren die meespelen. Ze wil daarom ook geen lijn trekken in haar verschillende ervaringen op de afstand. “Tot nu toe heb ik elke marathon anders ervaren. Dat kan ook zijn door het feit dat er telkens een licht veranderde aanpak werd gehanteerd. Ik durf echter niet te beweren dat ik dé weg naar een topmarathon ken. Voor mij is elke marathon een verhaal op zich, met bijhorende onverwachte wendingen. Daarin heb je de ruimte om jezelf te overtreffen, of net het omgekeerde mee te maken. Op basis van theoretische modellen en lactaatwaarden weet ik dat de gevraagde 2u30:15 tot mijn mogelijkheden moet behoren, maar het blijft een avontuur met een veelheid aan onvoorspelbare factoren. Tijdens een tien kilometer op de weg kan minder fout lopen dan tijdens die 42,195 km”, verklaart de atlete.
Ondanks de blijvende onzekerheid heeft Lauwaert een parcours uitgestippeld met de Spelen in het achterhoofd. “In een ideaal scenario behaal ik mijn limiet in Valencia. Is dat het geval, dan volgt er geen voorjaarsmarathon in de aanloop naar Tokio. De focus zal daardoor eerder naar de tien kilometer en halve marathon verlegd worden ter voorbereiding op de Spelen. Lukt het niet in Valencia, dan moet het een voorjaarsmarathon worden, wat betekent dat indien ik daar de limiet haal er op negen maanden maar liefst drie marathons volgen.”
Er is ook nog het verhaal van de extra (strenge) selectiecriteria die ons land oplegt op de marathon. Het is niet mogelijk voor Belgen om zich te plaatsen voor de Spelen aan de hand van de wereldranking, of door een mooie eindklassering in grote marathons. De limiet van 2u30:15 zorgt daardoor voor gemengde gevoelens. “Ergens zorgt het voor frustraties, aangezien er enerzijds die limiet is en anderzijds het feit dat we ons niet aan de hand van de ranking of ereplaatsen kunnen plaatjes. Het zorgt echter ook wel voor een bepaalde prikkel, want ongeacht die limiet wil ik zo snel mogelijk onder de grens van 2u30 op de marathon. Ik weet dat het kan en wil er ook echt onder, waardoor het toch een soort extra stimulans is”, klinkt het bij de marathonloopster.
“Heb de blijvende progressie te vaak als een evidentie beschouwd”
Lauwaert is de afgelopen jaren van een regionale topper uitgegroeid tot een grote naam in de Belgische atletiek. De blijvende drang om zichzelf te verbeteren gaat ook gepaard met een vorm van realisme, waar de atlete soms eens aan de rem trekt. “Ik had mijn progressie in de afgelopen jaren zeker niet verwacht op voorhand. Op vlak van tijden blijf ik mezelf verbazen. Daar zit ook een moeilijkheid want door die drang om telkens te verbeteren, vergeet je soms om te beseffen wat je al verwezenlijkt hebt. Die blijvende progressieve heb ik te vaak als een evidentie beschouwd. Op dit niveau is het niet meer vanzelfsprekend om altijd grote happen uit een PR te nemen”, vertelt Lauwaert.
De afgelopen jaren kende de atlete al vele hoogtepunten, met in haar ogen twee absolute uitschieters. Een derde uitschieter kan de komende maanden volgen. “De halve marathon van Kopenhagen was een fantastische wedstrijd. Ik finishte er als 15de in 1u11:50, maar het gevoel die dag was onevenaarbaar. Ik had nog nooit zo vlot gelopen. Op voorhand had ik mijn zinnen gezet op een tijd in de buurt van 1u13, waardoor mijn chrono ongelooflijk was. Ik besefte tijdens de race eigenlijk niet naar wat voor chrono ik op weg was, tot ik de finish zag liggen. Een gelijkaardig gevoel kende ik in 2018 op de marathon van Eindhoven. Het zou mooi zijn om op de Memorial of in Valencia opnieuw zo’n gevoel beet te hebben”.
Een uitstap naar het veldlopen lijkt deze winter in eerste instantie niet aan de orde. Lauwaert, die in 2019 de CrossCup op haar naam schreef, wil namelijk alles op alles zetten in de aanloop naar de marathon van Valencia en vindt de combinatie met crossen te risicovol. “Loop ik mijn limiet in december, dan bestaat de kans dat ik in februari toch even het veld induik. Al hoop ik het komende jaar vooral voluit én met veel plezier te jagen op doelen. Het proces lijkt me veel belangrijker dan het puur doelmatige, waarin één resultaat de doorslag zou moeten geven”, besluit een strijdvaardige atlete.