Jakob Ingebrigtsen slaagt erin om zelfs in tijden van de wereldwijde coronacrisis records te verbeteren. In het Noorse Stavanger liep de 19-jarige Europese kampioen op de 1500m en 5.000m in zijn eerste vijf kilometer op de weg meteen naar een nationaal record van 13’28.
Jakob Ingebrigtsen liep samen met zijn broer Henrik en drie landgenoten twee rondes van 2,5 kilometer op een industrieterrein. Halfweg leek het record van 13’37 onhaalbaar na een doorkomst van 7’00. Ingebrigtsen begon pas na de kilometer drie aan een heuse rush naar de finish. Zijn tweede rondje haspelde hij af in een slordige 6’28, goed voor een gemiddelde snelheid van 23km/u. Dankzij de eindtijd van 13’28 duikt de jongste van de broers ruim onder het vorige nationaal record van Sondre Nordstad Moen (13’37). Moen is daardoor na het record op de tien kilometer op de weg ook zijn record op de halve afstand kwijt aan het 19-jarige fenomeen.
Van marathonplannen is bij die laatste voorlopig geen sprake, waardoor Moen als nationaal recordhouder (2u05:48) op twee oren mag slapen. De 29-jarige Henrik Ingebrigtsen finishte enkele seconden (13’32) na zijn broer eveneens onder de voormalige recordtijd. Ook voor het ouderdomsdeken van de familie was het zijn eerste vijf kilometer op straat. Beide broers komen op 11 juni in actie tijdens de ‘Impossible Games’ in Oslo. Daar start het duo in een eerder ongebruikelijke 2.000m.
“Het was eerst en vooral bijzonder prettig om opnieuw een nummer te mogen opspelden. Ik voelde dat mijn lichaam wat moest wennen aan de prikkel. Ik kon echter progressief het gaspedaal induwen, zonder per se echt zware vermoeidheid te ervaren. Tegenover vorig jaar deze tijd heb ik opnieuw een stap in de juiste richting gezet”, vertelde Ingebrigtsen, die maar wat graag die progressie wil bewijzen op de piste komende zomer.