De eerste ‘Ultimate Garden Clash’ heeft spektakel opgeleverd. Renaud Lavillenie, Armand ‘Mondo’ Duplantis en Sam Kendricks waren samen goed voor 98 sprongen over vijf meter én dat op een half uur tijd. Lavillenie en Duplantis vlogen allebei 36 keer over de lat, goed voor een gemiddelde van een gelukte sprong per 50 seconden. Sam Kendricks kon het tempo van zijn collega’s niet bijbenen, maar vloog maar liefst 26 keer over de lat zonder één foutpoging. Steven Taeleman, de trainer van de beste Belgische polsstokspringer Ben Broeders, genoot mee.
Veel atletiekfans genoten gisteren van de ‘Ultimate Garden Clash’, waarin drie absolute wereldtoppers in het polsstokspringen het tegen elkaar opnamen. Armand ‘Mondo’ Duplantis leek na zijn winterseizoen, waarin hij twee keer het WR verbeterde, de favoriet te gaan worden in de wedstrijd waarbij de atleten zo vaak mogelijk over vijf meter moesten springen op een half uur tijd. Na 15 minuten kreeg het trio vijf minuten om op adem te komen, om vervolgens een tweede kwartier af te werken. Renaud Lavillenie zou de wereldrecordhouder kunnen bijbenen, iets wat regerend wereldkampioen Sam Kendricks niet kon. Duplantis en Lavillenie zouden na 30 minuten afklokken op 36 gelukte pogingen en één foutpoging, Kendricks had 26 gelukte pogingen achter zijn naam staan.
“Sam had niet het vertrouwen van Mondo en Renaud”
Steven Taeleman, de trainer van Ben Broeders en Elien Vekemans, had vooraf zijn geld gezet op Kendricks. Bovendien had de trainer absoluut niet verwacht dat er om de 50 seconden een gelukte poging zou volgen bij de winnaars. “Ik had vooraf gedacht dat er in totaal 30 sprongen zouden volgen, maar 36 is bijzonder straf. In mijn ogen maakte Sam Kendricks het meeste kans, aangezien hij op fysiek vlak een beest is en tijdens competities ook het meeste kilometers aflegt door het feit dat hij zo vaak meeleeft met zijn collega’s. Het leek een kolfje naar zijn hand en ik dacht zelfs dat hij na elke poging zou terugjoggen, maar dat is toch anders verlopen. Sam leek, afgaande op de beelden, een langere aanloop te nemen”, aldus de trainer.
“Misschien is hij niet aan het doortrainen, want het leek soms alsof hij niet echt moeite deed om in de wedstrijden te zitten. In het eerste deel kon je nog denken dat er een inhaalmanoeuvre zou volgen, maar dat kwam er niet. Het toont in mijn ogen vooral aan dat puur talent komt bovendrijven, waarmee ik niet ga beweren dat hij geen talent heeft, dat zou absurd zijn want hij is de regerende wereldkampioen. Het leek echter alsof hij niet over het vertrouwen van Mondo en Renaud beschikte om met een korte stok en aanloop te knallen. Na vijf sprongen leek hij al buiten adem en moest hij zelfs even uitpuffen. Zijn pogingen waren wel stuk voor stuk sterk met veel hoogte”.
“Ze springen op gevoel, maar technisch zit het ook gewoon top”
Het doel van de ‘Ultimate Garden Clash’ was bijzonder in vergelijking met een klassieke polsstokcompetitie waarin zo hoog mogelijk wordt gegaan. Het behalen van vijf meter lijkt kinderspel voor de wereldtop, maar het verschroeiende tempo van Duplantis en Lavillenie was dat wel. “Die vijf meter vormt geen moeilijkheid. Renaud deed het op een aanloop van zes passen en ook Mondo leek een gelijkaardige tactiek toe te passen. Toch zag je in de twee ‘helften’ dat de vermoeidheid zijn tol begon te eisen op het einde. De snelheid waarmee kwalitatieve sprongen werden afgeleverd, was astronomisch hoog. Het is geweldig om hen zo aan het werk te zien, want het zijn stuk voor stuk atleten die op gevoel springen en tegelijkertijd ook technisch zo top zitten. Zelfs in een relatief slechte poging kunnen ze door hun ervaring en skills alsnog over de lat vliegen”, verduidelijkt Taeleman.
“Het is zot hoe Mondo en Renaud maar één keer de lat aangetikt hebben. Je zag op de beelden duidelijk dat Renaud het meest heeft afgezien, maar ook bijzonder efficiënt was. Hij heeft veruit de meest economische tactiek gekozen en sprong puur om de gevraagde hoogte te halen, niet meer, niet minder. Het was ook heerlijk om zien hoe ze elkaar probeerden te volgen door voortdurend te vragen hoe vaak ze al over de lat waren geweest. Het zijn haantjes en dat maakt de strijd des te leuker. Uiteraard geniet ik nog altijd meer van een klassieke wedstrijd waarin de hoogste springer aan het langste einde trekt, maar het is mooi om iets te hebben in deze tijd”.
“Het is bovendien een format dat aangenaam is om te volgen, want mijn vrouw kijkt meestal niet naar atletiek en genoot nu met volle teugen van het springeweld. Voor het grote publiek is het bovendien handiger om te volgen dan een uren durende competitie. Het is zeker een initiatief om onze sport levendig te houden en de rol van Renaud daarin is groot, aangezien hij de eerste was om op social media te gaan uitpakken met die polsstokstand bij hem thuis. Meer en meer atleten willen dankzij hem een gelijkaardige opstelling in hun tuin. Tien jaar geleden had niemand het voor mogelijk gehouden dat er op drie verschillende locaties op hetzelfde moment een wedstrijd zou plaatsvinden in de achtertuin van atleten en dat iedereen het zou kunnen volgen”, vertelt hij.
“Ben had zich kunnen amuseren in zo’n wedstrijd”
Taeleman zegde zijn job op om zich het komende jaar volop toe te leggen op de olympische zomer van Belgische recordhouder Ben Broeders. Door de coronacrisis zorgde dat toch voor onzekerheid. “Ik heb met schrik gezeten en het toch moeilijk gehad in de beginfase. Al besef ik nu dat ik Sport Vlaanderen en de Vlaamse Atletiekliga enorm dankbaar moet zijn voor de kans die we hebben gekregen om in deze uitzonderlijke omstandigheden te mogen trainen. Het geluk dat we hebben is dat Ben al zeker is van Tokio. We proberen van de huidige tijd gebruik te maken om bepaalde zaken aan te passen waar dat anders door wedstrijden of zware trainingsweken niet mogelijk zou zijn”.
“Het gaat heel goed en dan is het jammer om geen wedstrijden te hebben. Ik denk dat Ben zich wel had kunnen amuseren in iets zoals die ‘Ultimate Garden Clash’. Hij zou het in mijn ogen sterk kunnen doen in zo’n wedstrijd, maar zelf kijkt hij liever uit naar echte wedstrijden om te zien waar we staan. Hopelijk kan dat ergens deze zomer nog. Stel je voor dat hij afgelopen winter geblesseerd was, dan zou er de komende maanden heel veel stress geweest zijn met het oog op de komende winter. Ik vind de huidige periode vooral voor atleten zoals Eline Berings en een Pieter Timmers bijzonder pijnlijk. Voor hen betekent dit mogelijk het einde van het loopbaan in een zomer zonder grote competities”, besloot de polsstoktrainer.