‘Liefde in tijden van cholera’ is een bestseller van de Colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez, maar het lijkt weinig waarschijnlijk dat ‘Trainen in tijden van corona’ even succesvol wordt. Covid-19 gooit roet in het eten van de (sport)wereld. Hoe gaan atleten om met het uitstel van wedstrijden, het verplaatsen van trainingsstages en de onzekerheid op sportief vlak de komende maanden? Renée Eykens prijst zichzelf bij de gelukkigen, aangezien ze het merendeel van haar trainingen relatief normaal kan afwerken.
Renée Eykens verliest de moed niet door de coronacrisis. Na een geslaagde winter waarin basisuithouding centraal stond, begint de 800m-loopster de komende weken aan het zwaardere trainingswerk. “Het was zeker een geslaagde winter. Elke wedstrijd werd ik beter. Het is dan ook motiverend om te zien dat de trainingen hun vruchten afwerpen”, vertelt Eykens over haar eerste winter met niet één, maar liefst twee trainers. Op eigen bodem is er Stef Vanhaeren, in Manchester is er Steven Vernon.
“Stef schrijft de schema’s en is die paar maanden al enorm gegroeid als coach. Hij overlegt wekelijks met Steve en stuurt dan nog wat bij. Het is een soepele samenwerking”, vervolgt ze. Normaal gezien stond er een trip naar Manchester gepland om even met Vernon te werken, maar die trip komt er niet vanwege het coronavirus. De atlete werkte de afgelopen maanden volop aan haar basisconditie. “Bij een inspanningstest bleek na de zomer dat ik nauwelijks een basis had. Niet zo gek net na een zomerseizoen, maar het was toch erg. Ik kon goed in het rood gaan, maar moest dat veel te snel in mijn wedstrijd doen. Na 700 meter was het telkens afgelopen. Op een drietal maanden is mijn basis al enorm gegroeid, zonder extreme volumes te draaien. Van 45 kilometer per week ben ik naar 65 à 70 gegaan. Nu is het kwestie van onderhouden en snelheid en weerstand toevoegen”, verklaart de voormalige Europese kampioene bij de junioren en beloften.
Laten de coronamaatregelen het toe, dan maakt Eykens de komende weken de overstap naar zwaarder trainingswerk. “Het echte werk gaat binnen, stilletjes aan dan toch. Na het indoorseizoen heb ik een pauze genomen en daarna heb ik nog op Tenerife gezeten. Ik ben blij dat ik dat nog heb kunnen doen voor het niet meer kon. Nu gaan we stap voor stap opbouwen, momenteel zit ik in de overgangsfase. De écht zware trainingen komen er rond de paasvakantie aan”, klinkt het bij atlete die op basis van haar ranking een grote kans maakt op de Olympische Spelen.
De impact van het coronavirus op de trainingen valt voorlopig nog mee. “Het is van dag tot dag kijken, maar ik mag van geluk spreken dat ik loop, dat kan overal. Ik heb thuis ook het nodige materiaal staan voor kracht- en stabilisatieoefeningen. De impact op mijn wedstrijden is nog moeilijk in te schatten. Ik begin pas in mei en hoop dat het dan onder controle is.” De federatiestage in Belek ziet de atlete zich wel door de neus geboord. “Ik keek ernaar uit: 100 procent met mijn sport bezig zijn en een nieuwe trainingslocatie verkennen is altijd fijn, maar ik begrijp dat de maatregelen nodig zijn. Het is fijn dat het weer in België ook de goeie kant opgaat”, besluit de 23-jarige 800m-specialiste.