Na een zwaar seizoen met EK beloften én WK outdoor heeft Hanne Maudens zichzelf drie weken rust gegund. Ondertussen is ze weer evenveel weken aan het trainen en begint de planning voor de komende maanden vorm te krijgen. Dat vertelde ze bij de VAL.
In december gaat Hanne Maudens/VS met het BOIC naar het Turkse Belek, niet veel later wacht al een langere stage van drie weken naar Zuid-Afrika. De focus ligt – uiteraard – op de olympische voorbereiding.
“De winter is geen doel op zich, maar ik als ik de kans krijg om aan het WK indoor deel te nemen, ga ik die niet laten liggen”, verklapt Hanne. “Op voorwaarde dat ik top acht waard ben tenminste, anders vallen er niet veel bonuspunten te rapen voor de Olympische Spelen en is het de verre reis niet waard. Aan het BK vijfkamp doe ik zeker mee. Als ik daarna naar het WK ga, bouw ik al specifieke trainingen in, als ik thuis blijf ga ik nog wat algemener trainen in die periode.”
De bedoeling, zowel op het BK indoor als bij een eventuele WK-deelname, is puntjes sprokkelen. Hanne is momenteel virtueel geplaatst voor Tokio, maar als 24e van de 24 moet ze wel wat opletten. Zelf is ze ervan overtuigd dat ze de Spelen zal halen. “Ik geef mezelf een hele grote kans, als ik het niet haal ga ik héél teleurgesteld zijn. Zelfs de rechtstreekse limiet (6.420 punten, red.) moet lukken, maar alleen als alles meezit. Anders moet het gebeuren via de ranking.”
Ook over de Zomerse planning is al goed nagedacht. In de lente staat er nog een laatste zevenkamp op het menu in aanloop naar de Spelen. “Waarschijnlijk de Multistars in Lana in Italië, omdat dat al in april valt. Die behoort ook tot de Combined Events Challenge, dus er vallen evenveel punten te rapen als in Götzis en het geeft mij een maand extra voorbereidingstijd op de Spelen.”
Met een achtste plaats op het EK indoor, een bronzen plak op het EK beloften en een elfde plaats op het WK outdoor, kan Hanne onmogelijk van een slecht seizoen spreken. En toch ziet ze nog veel ruimte voor progressie.
“We gaan aan alle disciplines sleutelen, maar vooral bij hoogspringen en speerwerpen is er nog marge”, klinkt het. “De wedstrijden kwamen voor die disciplines afgelopen zomer nog iets te vroeg na mijn trainerswissel. Ik merk nu al op training dat het goed begint te komen, mijn niveau ligt een stuk hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Het probleem bij speerwerpen was dat ik niet de juiste techniek had om kracht te kunnen zetten.”