We zitten precies in de helft van het WK in Doha. Tijd om opnieuw de balans op te maken over de prestaties van de Nederlanders in onze “Oranjekoorts-special”. Femke Bol, het jonge talent op de 400 meter horden, maakte misschien wel de meest verrassende indruk door vanuit een schijnbaar verloren positie zich toch nog te plaatsen voor de volgende ronde. Voor de Witte, Samuel en Amels zit hun (individueel) WK erop.
De jonge Femke Bol kwam in de vierde van vijf reeksen aan de start voor haar baanronde met hindernissen. Enkel de vier snelste en de vier tijdsnelsten zouden doorstoten naar de volgende ronde. Op papier een moeilijke opdracht voor het amper 19-jarige talent. Bol maakte de eerste 200 meter niet meteen een verpletterende indruk. Ze hinkte compleet achter de feiten aan bij het ingaan van de laatste bocht. De Europese kampioene bij de junioren staat echter wel gekend om haar schitterende laatste 100 meter, maar toch leek het even alsof ze er kansloos zou worden uitgelopen. Nog voor ze de laatste 100 meter zou inzetten, had Bol echter al een groot deel van haar achterstand goedgemaakt om vervolgens uit te pakken met haar handelsmerk. Bol was plots helemaal back in business en noteerde bijzonder knap een nieuw persoonlijk record van 55″32. Net niet voldoende voor een rechtstreeks finaleticket, maar wel goed genoeg om als tijdsnelste door te stoten en om nu al zeker te zijn van de Olympische Spelen. Bol trekt als elfde naar de halve finales van morgen.
De Witte moet finale-ambities opbergen
De halve finales van de 400 meter vrouwen stonden eveneens op dinsdag geprogrammeerd en dat betekende dus dat Lisanne de Witte opnieuw de wedstrijdspikes mocht aantrekken. De Witte kreeg naast de lastige binnenbaan ook nog eens de concurrentie van topfavoriet Shaunae Miller-Uibo én Shericka Jackson. Hoeveel pech kan iemand hebben nadat de Nederlandse gisteren ook al veruit in de sterkste reeks werd ingedeeld. Plaats één en twee gaf recht op een rechtstreeks finaleticket. De Nederlandse kampioene op de baanronde kon het zich dus niet permitteren om zich te sparen. Zoals we van haar gewend zijn vertrok de Witte eerder rustig waardoor ze als voorlaatste aan het laatste rechte stuk kon beginnen. Miller-Uibo, Jackson en Wadeline Jonathas waren toen al uit het vizier. De nummer drie van de Diamond League kon dankzij een warmgedraaide motor nog enkele plaatsen goedmaken, maar doorstoten via de verliezende tijden was meteen uitgesloten door de razendsnelle eerste reeks. Met 51″41 verlaat de Witte dit toernooi knap als elfde en derde Europese. Een reactie met de Nederlandse publiekslieveling kan u hier bekijken.
Samuel en Amels spelen figurantenrol
Jamile Samuel onderging hetzelfde lot als haar collega van de baanronde. Ook zij zou alles op alles moeten zetten om een plaats in de finale af te dwingen. Samuel vloog snel uit de blokken, maar iets minder door de bocht waardoor ze op achtervolgen aangewezen werd. Ze bleef knokken, maar kon onvoldoende terrein goedmaken. Ze eindigde op een zesde plaats met 23″02. Mocht Samuel in de buurt van haar PR (22″37) gekomen zijn, dan had ze eenvoudig de finale gehaald.
Douwe Amels had in de kwalificaties van het hoogspringen in principe drie centimeter boven zijn PR moeten uitkomen om zich te kunnen plaatsen voor de finale. De beoogde kwalificatie-eis van 2m31 bleek echter niet nodig te zijn, want slechts tien mannen overschreden 2m29. Nog twee mannen hadden zelfs voldoende aan 2m26 om naar de finale te mogen. Helaas behoorde Amels niet bij deze geluksvogels. Amels begon goed nochtans goed aan zijn competitie met twee gelukte pogingen op 2m17 en 2m22. De finalist van het EK in Berlijn kon zijn sprong waarmee hij dit jaar over 2m28 schreed niet reproduceren en vond eveneens de hoogte niet om over 2m26 te wippen. Amels eindigde op dit WK zo als negentiende van de wereld.