Claire Orcel verzekerde zich eind juli al van deelname aan het hoogspringen op het WK in Doha. Het wordt voor de rijzige atlete al het tweede internationale kampioenschap van deze zomer nadat ze op het EK voor beloften knap vijfde werd. Het lange seizoen begint door te wegen, maar een finaleplaats op haar eerste WK lijkt geen verre droom te zijn voor Orcel.
“Niets, ik verwacht helemaal niets van het WK”, begon Claire Orcel wanneer gepolst werd naar haar ambities. “Er ligt geen enkele druk meer op mijn schouders. Ik heb goed gepresteerd op het EK voor beloften en heb me rechtstreeks kunnen kwalificeren voor mijn eerste WK bij de senioren. Ik kan dus nu al spreken over het seizoen van mijn leven. Ik ga mijn uiterste best doen om zo goed mogelijk te presteren, maar echt specifieke verwachtingen of doelen heb ik niet”, vertelde Orcel.
Met een WK zo laat op de agenda is het voor heel wat atleten een lang seizoen. Het was dan ook geen evidentie om zowel op het EK voor beloften, als op het WK in de best mogelijke vorm te verkeren. “In juli was ik in topvorm en die vorm heb ik proberen vasthouden tot de Europacup. Daarna heb ik het een paar weken rustiger aangedaan, maar echt vakantie heb ik nooit genomen want op het BK wilde ik eigenlijk opnieuw een goed resultaat neerzetten. Het is hard om telkens opnieuw te moeten terugkomen en ik voel dat mijn lichaam vermoeid geraakt.”
Ondanks een afreis zonder specifieke verwachtingen en een lichaam dat naar rust snakt, gelooft de Belgische kampioene in haar kansen. “Een finaleplaats is mogelijk”, klonk het overtuigend. “Op papier maak ik zeker kans. Ik sta gedeeld zeventiende op de jaarranglijst en in een wedstrijd kan alles. Iedereen begint weer vanaf nul. In tegenstelling tot sommige concurrenten heb ik effectief voldaan aan de limiet, dus ik ben zeker niet de zwakste atleet. Ik ben ziek geweest en heb al een paar weken geen wedstrijd meer gesprongen, dus naar de vorm is het gissen. Toch geloof ik in die finaleplaats”, klinkt het vastberaden.