Vanaf vandaag begint in het Zweedse Borås het EK voor junioren. Ons land wordt in de geboortestad van de Zweedse meerkamplegende Carolina Kluft vertegenwoordigd door 11 individuele atleten en twee teams. Een kleine delegatie op het eerste gezicht, met weliswaar héél wat kwaliteit. Wij wikken en wegen de kansen van de Belgische junioren.
Wat met de blauwe nummers van Van de Velde, Sorgeloos en Carmoy?
Qua aantal medailles zullen de Belgische junioren het op papier moeilijk krijgen om de Belgische beloften te evenaren, die zondag de medailleteller lieten stoppen op een record van vijf plakken. Procentueel gezien kunnen de junioren echter beter scoren. Drie heren kunnen én zullen daarin een sleutelrol spelen, aangezien zowel Tim Van de Velde, Cedric Sorgeloos en Thomas Carmoy met het felbegeerde blauwe borst-en rugnummer aan de start verschijnen in respectievelijk de 3.000m steeple, het speerwerpen en het hoogspringen. Dat blauw nummer heeft één belangrijke betekenis, aangezien het gegeven wordt aan de Europese ranglijstaanvoerders.
In het geval van Van de Velde is het verschil met de nummer twee in Europa, de Turk Murat Yalçinkaya, wel erg groot. Het Belgische juniorenrecord dat onze landgenoot neerzette op de IFAM Outdoor met 8’33″80 is meer dan 21 seconden sneller dan het PR van zijn naaste belager. De reeksen op vrijdag mogen dus verre van een probleem vormen voor de atleet van DUFF, die in 2016 al het goud won op het EK voor scholieren en nu gebrand is op een gelijkaardige medaille bij de junioren. Vorig jaar finishte de specialist op de steeple als achtste in de WK-finale in Tampere. Jakob Ingebrigtsen gaf in januari nog aan dat hij maar al te graag zou meestrijden voor de medailles in Borås. Het Noorse wonderkind trok echter twee weken geleden zijn staart in, aangezien hij de juniorencategorie ontgroeid is. Hierdoor viel de grootste concurrent voor Van de Velde meteen weg. Komend weekend wil Ingebrigtsen op de 5.000m tijdens de Diamond League in Londen onder 13 minuten duiken.
Voor Cedric Sorgeloos wordt het de grote vuurdoop op internationaal niveau. Met zijn fabelachtig BR van 79m82 heeft de atleet van ACW een bonus van een goede twee meter op de Portugees Leandro Ramos. Vier Europese junioren gingen afgelopen seizoen voorbij 75 meter, met op kop onze landgenoot. Sorgeloos probeerde in de aanloop naar het kampioenschap de druk af te houden, maar is tuk op een knalprestatie. Zo droomt hij stiekem van een BR én wie weet ook zo de eerste worp ooit voorbij 80 meter door een Belgische junior. Hij zou er alleszins zijn eerste plaats op de wereldranking mee verstevigen.
Thomas Carmoy leek in eerste instantie op twee paarden te kunnen wedden tijdens dit EK, aangezien hij zowel in de hoogspringen als de op de 110m de horden de limiet op zak heeft. Beide disciplines zijn echter niet combineerbaar. Bovendien sukkelde de atleet van CRAC in de aanloop naar het EK met een hamstringblessure, waardoor hij met de nodige onzekerheid aan de start komt. Carmoy was twee jaar geleden al goed voor een EK-finale en haalde vorig jaar ook de finale van het WK. Met zijn 2m24 torent hij boven de concurrentie uit, alleen rest de vraag voorlopig of hij net op tijd verlost is van de hamstringperikelen om zijn PR en tevens ook BR om te zetten in een krachtontplooiing in Borås om zo zijn eerste internationale medaille veilig te stellen. Zijn grootste concurrent is in theorie Oleh Doroshchuk uit Oekraïne, die deze zomer tot 2m19 kwam.
Verzekeren dames op de horden zich van finaleplaats?
Angel Agwazie kan op haar eerste kampioenschap als juniore meteen een gooi doen naar de finale op de 100m horden. Door het afzeggen van enkele atletes zal Agwazie meteen aan de bak moeten in de halve finales van de hoge horden. Op papier heeft onze landgenote de vijfde tijd van alle atletes, waardoor een finaleplaats absoluut tot haar mogelijkheden moet behoren. Daarvoor zal de atlete onmiddellijk moeten knallen.
Voor Eline Claeys staan er wel reeksen gepland op de lage horden. Claeys komt met de negende tijd van alle atletes aan de start en zal zichzelf dus moeten overtreffen indien ze kans wil maken op de finale van zondag. Op het BK voor junioren was de Limburgse alvast goed voor een PR van 58″87, zonder al te veel concurrentie. De absolute topfavoriete op de 400m horden is zonder twijfel de Nederlandse Femke Bol, die met 55″94 ook al zeker is van het WK in Doha.
Doet Ferauge beter dan twee jaar geleden?
Lucie Ferauge kwam twee jaar geleden al aan de start van het EK voor junioren in Grosseto en haalde toen de halve finales op de 200m. De Belgian Cheetah was toen echter nog een scholiere. Nu komt de atlete van CABW met de zesde tijd van alle atletes aan de start, waardoor de finale mogelijk moet zijn indien Ferauge op niveau presteert. De strijd om het goud lijkt vooraf al beslist, aangezien de Britse Amy Hunt boven alles en iedereen uitstijgt met een geniaal PR van 22″42.
Springen Vekemans en Goossens richting top vijf?
Elien Vekemans kan op haar eerste EK als juniore een gooi doen naar een plaats bij de beste vijf, aangezien ze met haar Belgisch juniorenrecord van 4m25 in het polsstokspringen op de zesde plaats prijkt op de inschrijvingslijst. Vorig jaar ging Vekemans als topfavoriete de mist in op het EK voor scholieren, maar nu kan de atlete zich revancheren. Enkele van de internationale toppers komen met indoorprestaties aan de start van het EK, waardoor er misschien een stunt mogelijk is voor Vekemans. Voor de finale in het polsstokspringen wordt 4m15 gevraagd.
Zita Goossens verbeterde zich op het BK voor junioren nog naar 1m84 en moet met zo’n hoogte absoluut kans maken op de finale van het hoogspringen. Vorig jaar mistte Goossens nog op een haar na de WK-finale in Tampere. De strijd in de finale om de ereplaatsen zal ongetwijfeld pittig worden, aangezien het deelnemersveld erg aan elkaar gewaagd is op uitzondering van de topfavoriete, Yaroslava Mahuchikh. Die laatste won eerder dit jaar als jongste atlete ooit een Diamond League en heeft een PR van 2m00.
Wat kunnen de snelle benen van Verheyden in 1500m?
Ruben Verheyden heeft de vijfde tijd van alle atleten op de 1500m staan. Een finale moet dus zeker mogelijk zijn voor de man met het verbazend sterke eindschot. In die finale zou hij gezien zijn snelle benen aan de finish zelfs voor een onverwachte Belgische medaille kunnen zorgen. Het is echter het eerste internationale kampioenschap voor de atleet, waardoor de lat niet te hoog mag gelegd worden.
Segers en Bal richting mogen mikken op top acht in meerkamp
In de tienkamp komen met Daniel Segers en Jaan Bal twee trainingsmakkers aan de start. Het duo, dat traint onder de vleugels van Cedric Nolf, sprak vooraf al over het feit dat ze niet naar Borås komen om er gewoon deel te nemen. Op basis van hun plaats op de deelnemerslijst moeten beide heren mikken op de top tien, al lijdt het geen twijfel dat ze minstens richting die top acht willen. Daarvoor zullen ze wel hun PR’s van 7.379 en en 7.341 moeten aanscherpen. Voor beide heren wordt het hun eerste meerkamp op een internationaal kampioenschap. De tienkampers mogen vrijdag en zaterdag aan de bak. De Duitser Leo Neugebauer leidt de ranglijst met een puntentotaal van 7.886.
Kunnen aflossingsploegen doorstoten naar finale?
De twee teams op de 4x100m moet op basis van hun tijden kans maken op de finale. Het team bij de vrouwen, met hordeloopster Angel Agwazie, Justine Goossens, Lucie Ferauge, Nora Thiry, Rani Rosius en Rani Vincke heeft met 45″19 de vierde tijd in Europa, weliswaar op net geen twee seconden van het oppermachtige Duitsland met 43″28. De heren, met Amine Kasmi, Dries Vergaelen, Lionel Halleux, Niels Kerkhofs en Wolf Beliën staan met hun kwalificatietijd van 41″49 als zevende team in Europa. Net zoals bij de vrouwen maakt het team dus kans op een eventuele finaleplaats. De Duitsers zijn hier ook oppermachtig, aangezien ze dit jaar het enige team in Europa zijn dat onder 40 seconden dook met 39″20.
Later vandaag volgt een artikel waarin alle info zal staan om het EK voor junioren te volgen.